Provincie Groningen

molens Geld voor restauratie van kerken, woonhuizen en molens 28 augustus 2006

Het college van GS heeft vandaag het provinciaal restauratie uitvoeringsprogramma (PRUP) 2006 - 2011 vastgesteld. Dit programma kent in het kader van het Besluit Rijkssubsidiering Restauratie Monumenten (BRRM) de budgetten van het rijk toe aan monumenten in de provincie Groningen die in aanmerking komen voor restauratie.

Op basis van deze verdeling kunnen de eigenaren rijkssubsidies aanvragen en ontvangen. Het programma betreft 22 gemeenten in de provincie. De drie overige gemeenten, Groningen, De Marne en Winsum, hebben meer dan 100 monumenten, waardoor zij budgethoudend zijn en hun eigen programma opstellen.

Monumentale kerken, woonhuizen en molens
In het PRUP 2006-2011 is gekozen is voor vijf woonhuizen (Blijham, Spijk, Nuis, Beerta, Scheemda), drie kerken (Leek, Lellens, Zuidhorn), drie molens (Westerwijtwerd, Noordbroeksterhamrik ,Kolham ), twee kantoren, (Veendam, Ter Apel), een brug, (Uithuizen), een orgel (Haren) en een museum (Nieuwe Pekela). Met dit uitvoeringsprogramma is voor het jaar 2011 een budget van EUR 913.185,-- verdeeld.

De verdeling
De provincie verdeelt de budgetten op basis van de door de gemeenten vastgestelde prioriteitenlijst van rijksmonumenten die voor een restauratie in aanmerking kunnen komen. Criteria bij de verdeling van de bijdrage zijn o.a.: volledigheid van het restauratieplan, dekkend financieringsplan, technische urgentie, cultuurhistorische waarde van monumenten en/of omgeving, bestemming na restauratie, evenwichtige spreiding over de regio.

Allerlaatste PRUP
Er is door het Rijk dit jaar een nieuw financieringsstelsel ingevoerd voor de monumentenzorg: Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten (BRIM). Het BRIM vervangt het BRRM en het Besluit Rijkssubsidiering Onderhoud Monumenten (BROM). Groot verschil met het BRRM is dat het accent wordt verschoven van restauratie naar instandhouding door planmatig, doelmatig en sober onderhoud. Omdat er een overgangsperiode is tussen de invoering van het BRIM en de beëindiging van het BRRM is dit het allerlaatste PRUP.