Ingezonden persbericht


NEDERLANDSE AMBASSADES VERSTERKEN CAPACITEIT VOOR INSTITUTIONELE ONTWIKKELING

Uitvoering programma bij KIT en Wageningen International

Institutionele knelpunten en onvoldoende capaciteit belemmeren de internationale armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling. Om die drempels te helpen slechten heeft Nederland een ondersteuningsprogramma ontwikkeld voor zijn ambassades in ontwikkelingslanden. Het Support Program for Institutional and Capacity Development (SPICAD) stelt ambassades nog beter in staat om vanuit en met hun partners aan capaciteitsontwikkeling bij te dragen om zo institutionele knelpunten aan te pakken. Het gaat om bewustzijn, kennis én vaardigheden. Doel is de Nederlandse ontwikkelingsinspanningen effectiever te maken.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken/Ontwikkelingssamenwerking heeft de uitvoering van het programma gelegd bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) en Wageningen International (onderdeel van Wageningen Universiteit en Research Centrum). Derde partner is NEDWORC Foundation.

SPICAD

De uitvoering van ontwikkelingsprojecten stuit vaak op onvoldoende lokale capaciteit én op drempels van institutionele aard. Voorbeelden zijn onduidelijke wetgeving, de taakverdeling tussen centrale en lokale overheden, een gebrekkige publieke sector, politieke tegenstellingen en verschillende visies van donoren.

SPICAD wil Nederlandse ambassades in ontwikkelingslanden beter toerusten om - tezamen met hun partners - dergelijke knelpunten aan te pakken en bij te dragen aan duurzame capaciteitsontwikkeling. Onderwerpen waarvoor ambassades ondersteuning kunnen krijgen zijn: analyses van armoedebeleid en van politieke en institutionele vraagstukken, capaciteitsversterking in sectoren als de gezondheidszorg en onderwijs, hervorming van de publieke sector, decentralisatie, democratisering, en accountability en transparantie.

Omdat behoeften per land verschillen is SPICAD qua opzet en instrumentarium flexibel. Het programma is vraaggestuurd en de ambassades staan centraal. Zij bepalen zelf leerdoelen en strategie, maar ook inzet en uitvoering. Ze hebben elk een eigen budget voor programma-activiteiten. Ambassades kunnen coaching krijgen en 'on-the-job support'. Leren door het delen van ervaring is een belangrijk aspect van het hele programma. In dat verband worden er ook virtuele leeromgevingen opgezet. Bij SPICAD-activiteiten kunnen ook partners in het betreffende land en/of andere donoren worden betrokken. Het programma loopt van 2006 - 2008.

Voor de uitvoering van SPICAD hebben het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam en Wageningen International een speciaal samenwerkingsverband ontwikkeld. De organisaties zullen bij ambassades de leerbehoeftes, de ervaringen en de institutionele context in kaart brengen. Op basis daarvan wordt per ambassade een actieplan opgesteld en een advies hoe en door wie dit kan worden uitgevoerd. NEDWORC Foundation, een non-profit instelling voor beschikbaarstelling van expertise voor internationale samenwerking, is verantwoordelijk voor het beheer van een bestand met deskundigen die voor SPICAD-activiteiten kunnen worden ingezet.

KIT en Wageningen International ontwikkelen verder modules voor coaching en virtuele leeromgevingen en zijn ook betrokken bij de evaluatie en monitoring van het programma.

Inmiddels hebben twintig ambassades al specifieke verzoeken om ondersteuning ingediend. Het programma start officieel in september 2006 met een identificatiebezoek van KIT en Wageningen International aan de ambassade in Yemen. In oktober en november volgen de ambassades in Vietnam, Suriname en Tanzania.

Ontwikkelingshulp moet effectiever

Het nieuwe programma vloeit voort uit veranderde inzichten in het denken over ontwikkelingshulp en de rol van donorlanden. Voor het behalen van de Millenniumdoelen is meer effectiviteit van hulpinspanningen namelijk pure noodzaak. De internationale gemeenschap legde dit nieuwe denken meest recentelijk vast in de Verklaring van Parijs (2005). Kernwoorden daarin zijn: minder versnippering van de hulp en meer harmonisatie, minder regelzucht bij en meer samenwerking tussen donoren, en meer accountability over gevoerd beleid.

Cruciaal is ook meer ownership en regie bij de ontwikkelingslanden zelf. Donoren moeten stoppen met het zelf coördineren en monitoren van hulpprogramma's. Technische ondersteuning moet gebeuren met maximale inzet van mensen en middelen in de ontwikkelingslanden zelf. Met het SPICAD geeft Nederland wat betreft de donorkant inhoud aan het gedachtegoed van Verklaring van Parijs.

KIT en Wageningen

Het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) in Amsterdam is een onafhankelijk kennis- en expertisecentrum voor internationale en interculturele samenwerking. Het Instituut doet onderzoek, verzorgt training, en verleent advies- en informatiediensten. De ontwikkeling van praktisch toepasbare expertise bij beleidsontwikkeling en -implementatie staat daarbij voorop.

Wageningen University en Research Center (Wageningen UR) bundelt zijn krachten in het internationale veld binnen Wageningen International. Wageningen International faciliteert een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak en biedt onder meer een programma voor capaciteitsopbouw en institutionele hervorming. Het programma omvat training, consultancy, procesbegeleiding en informatiemanagement.

-------------------------------

Dit is een gezamenlijk persbericht van het Koninklijk Instituut voor de Tropen en Wageningen International.

Contactpersoon voor de pers:

Rolf Wijnstra

KIT Corporate Communication

T. 020 568 82 96

M. 06 41043448