Antwoorden op kamervragen van Azough over stijging eigen bijdragen Wet
maatschappelijke ondersteuning
Kamerstuk, 28-8-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2707676
28 augustus 2006
Antwoorden van de staatssecretaris op Kamervragen van het Kamerlid
Azough (GroenLinks) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over stijging eigen bijdragen Wet maatschappelijke
ondersteuning. (Ingezonden 4 augustus 2006)
2050617380
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht `Ouderen en invaliden duurder uit' 1) en
`WMO leidt tot hogere eigen bijdrage voor chronisch zieken en
gehandicapten'? 2)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat een half miljoen ouderen en gehandicapten volgend jaar
fors duurder uit zijn met woningaanpassingen of de aanschaf van
noodzakelijke hulpmiddelen?
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 3
Vindt u die stijging in kosten voor deze toch al gedupeerde groepen
aanvaardbaar? Zo neen, wat gaat u doen om die stijging te voorkomen?
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 4
Is het waar dat ook lage en modale inkomensgroepen erop achteruit
kunnen gaan? Is dat niet in strijd met uw uitspraak tijdens het
Algemeen Overleg over het Ontwerpbesluit op 22 juni 2006 dat alleen
mensen met een hoog inkomen mogelijk te maken zouden krijgen met
hogere eigen bijdragen?
Antwoord 2, 3 en 4
Zoals u weet, biedt de Wmo gemeenten vanaf 1 januari de mogelijkheid
een eigen bijdrage te vragen. Bij Amvb zijn regels gesteld aan de
hoogte van de eigen bijdrage om burgers duidelijkheid en bescherming
te bieden. Gemeenten zijn binnen grenzen dus vrij om te bepalen of en
zo ja welke eigen bijdrage men gaat vragen. Daarover heeft op 22 juni
een Algemeen Overleg met de Tweede Kamer plaatsgevonden. Naar
aanleiding van dat debat heb ik de Amvb op enkele punten gewijzigd en
voor advies naar de Raad van State gestuurd.
De Wmo gaat onder meer uit van de eigen verantwoordelijkheid van de
burger. Een systeem van eigen bijdragen past goed bij deze filosofie.
Als een burger financieel of anderszins geen voorziening kan treffen
om `mee te doen in de samenleving' kan de burger een beroep doen op de
gemeente. De gemeenten kunnen, binnen de kaders die het Rijk rond
eigen bijdragen gesteld heeft, voor de kosten van dergelijke
voorzieningen geheel of gedeeltelijk een eigen bijdrage vragen. Het
Rijk heeft deze grenzen gesteld om burgers bescherming en
duidelijkheid te bieden. De eigen bijdrage regeling is een belangrijk
instrument voor gemeenten om lokaal Wmo-beleid te voeren en het vormt
een financieringsbron voor Wmo-voorzieningen en diensten. De opgelegde
eigen bijdrage kan echter nooit meer bedragen dan de kostprijs van de
voorziening.
Gemeenten hebben de hoogte van de eigen bijdragen nog niet
vastgesteld. Hoe een en ander op het niveau van het individu uitpakt,
is voorts afhankelijk de vraag of al dan niet sprake is van het
cumuleren van (voormalige) AWBZ- en Wvg-voorzieningen en van de vraag
of, en zo ja in welke mate, sprake is van toepassing van de
Buitengewone Uitgavenregeling.
Het is nu dus nog niet duidelijk of, en zo ja hoeveel, burgers er
volgend jaar op achteruit gaan. Of, er op vooruit gaan. In algemene
zin kan worden gesteld dat bij het vormgeven van de eigen bijdrage
regeling Wmo zoveel als mogelijk is aangesloten bij de eigen bijdrage
regeling AWBZ, met dien verstande dat een ongegronde scheefheid in
beide regimes is gecorrigeerd, waardoor vooral meerpersoonshuishoudens
niet meer onevenredig worden aangeslagen.
Op individueel niveau is het mogelijk dat minima die nu alleen gebruik
maken van Wvg-voorzieningen en hiervoor nu een eigen bijdrage betalen
van EUR 45,00, er straks in de Wmo op achteruit gaan als ze een hogere
eigen bijdrage moeten betalen. Als men alleen gebruik maakt van
Wvg-voorzieningen en niet van AWBZ-voorzieningen geldt de
anticumulatiebepaling namelijk niet. Ook kunnen burgers die onder de
huidige AWBZ nog niet aan de maximale eigen bijdrage zitten er op
achteruit gaan, indien een gemeente ervoor kiest om een maximale eigen
bijdrage te vragen voor de Wmo-voorziening. Als men gebruik maakt van
Wvg-voorzieningen én AWBZ-voorzieningen dan geldt de
anticumulatiebepaling wel en kunnen mensen met een minimuminkomen er
op vooruitgaan.
Op macro niveau worden er door de CG-raad en het Algemeen Dagblad
conclusies getrokken die mij vreemd voorkomen. Er is overleg gaande
met de CG raad om hier duidelijkheid over te verschaffen richting de
burgers.
In het debat met de Tweede Kamer op 22 juni is gesproken over
koopkrachteffecten. Ook in mijn brief van 26 november 2004 (29538. nr
7) heb ik u hierover geïnformeerd.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de opvatting van de VNG dat gemeenten een hoge eigen
bijdrage zullen vragen omdat gemeenten geld tekort komen?
Antwoord 5
Dit is de opvatting van de VNG. Ik ben van mening dat de middelen die
beschikbaar zijn voor de Wmo voldoende zijn (en zullen blijven) om de
Wmo goed uit te voeren. Met de VNG zijn adequate afspraken gemaakt
over het financiële arrangement. Gemeenten worden uit hoofde hiervan
geenszins gedwongen voor "Wvg-voorzieningen" een maximale eigen
bijdrage te vragen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het tekort voor gemeenten deels komt omdat u het
budget baseert op het jaar 2005, terwijl al een paar maanden duidelijk
is dat zelfs het budget van 2006 te kort schiet om aan de vraag
tegemoet te komen? Bent u bereid het te overhevelen budget te baseren
op de gerealiseerde vraag naar huishoudelijke zorg in 2006?
Antwoord 6
Het `tekort' waarover in de vraag wordt gesproken kan ik niet
bevestigen.
De middelen die beschikbaar zijn voor de Wmo zijn voldoende om de Wmo
goed uit te voeren. Het budget kent een jaarlijkse groei door een
reële index, gebaseerd op het aantal thuiswonende 75+ ers en een
loonprijsindexatie. Daarnaast zal de onafhankelijke derde, het SCP,
het macrobudget jaarlijks monitoren. Hierdoor wordt gewaarborgd dat
het budget toereikend is en blijft.
Vraag 7
Kunt u en wilt u garanderen dat mensen met een laag of midden inkomen
er niet op achteruit zullen gaan door de invoering van de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning?
Antwoord 7
Nee. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de zorgvuldige uitvoering
van de Wmo. De wet en de Amvb, met regels voor de hoogte van de eigen
bijdrage, bieden goede waarborgen om de burgers te beschermen tegen
eventuele nadelige gevolgen van de Wmo. Daarnaast kunnen burgers
gecompenseerd worden voor uitgaven via de Buitengewone
Uitgavenregeling (BU) en via de bijzondere bijstand.
In het debat met de Tweede Kamer over de Amvb heb ik toegezegd de
inkomensgevolgen van de invoering van de Wmo te onderzoeken. Dat ga ik
ook doen.
1) AD, 3 augustus jl. en www.cg-raad.nl/wmo/20060802.html
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport