Provincie Noord-Holland

28-8-2006

Onderwerp

Reactie provincie Noord-Holland op kabinetsbesluit Noordvleugel

Katja Grevers

De provincie Noord-Holland is teleurgesteld dat het kabinet geen besluit heeft genomen over de verbinding Schiphol Amsterdam Almere (A6/A9), maar reageert instemmend op de besluiten over het aquaduct bij Muiden en het programma De Groene Uitweg. De partijen verenigd in het Noordvleugelgebied hebben hun reactie op de besluiten van het kabinet inmiddels in een gezamenlijk persbericht uitgebracht. De reactie van de provincie is hierop een aanvulling.

De provincie Noord-Holland is groot voorstander van een betere bereikbaarheid van de regio Schiphol Amsterdam Almere en ziet graag dat de route A6 A1 A9 flink wordt uitgebreid in de vorm van de stroomlijnvariant. Deze variant heeft belangrijke voordelen. Zo wordt de natuur ontzien en worden in deze variant automatisch de problemen bij Muiden en Amsterdam Zuid-Oost opgelost. Daarnaast zijn de kosten voor deze variant naar verhouding laag en kan bovendien op maatschappelijk draagvlak worden gerekend.

Het is jammer dat er geen besluit ligt over de route A6 A1 A9, aldus gedeputeerde Poelmann van provincie Noord-Holland. Wat de provincie betreft had er best een keuze gemaakt kunnen worden voor de stroomlijnvariant, omdat hiervoor ook draagvlak in de regio ontstaan. En uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om de bereikbaarheid van Almere en die kans had nu gepakt kunnen worden. Maar, ik ben positief over het besluit over het aquaduct bij Muiden. Hiermee wordt zicht geboden op woningbouw in de Bloemendalerpolder. Daarnaast biedt het kabinetsbesluit perspectief om op een voortvarende manier de uitvoering van het programma Groene Uitweg op te pakken.

De Groene Uitweg pleit voor een open en groen landschap tussen Amsterdam en het Gooi. De provincie Noord-Holland heeft het programma Groene Uitweg opgesteld met een groot aantal partijen. Al deze partijen vinden dat de bijzondere kwaliteiten van het veenweiden-, rivieren- en plassenlandschap behouden en ontwikkeld moeten worden. Zij stellen daarom voor om te investeren in natuur, recreatie, landbouw, water, landschap en cultuurhistorie.