Ingezonden persbericht



Paniek en manisch-depressiviteit goed
te behandelen bij vroege herkenning

Utrecht, 24 augustus 2006. Mensen die manisch-depressief zijn of last hebben van een paniekstoornis kunnen tegenwoordig redelijk succesvol worden behandeld met medicijnen, psycho-educatie en/of gedragstherapie. Dit blijkt uit het Jaarboek 2005 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG) van het Trimbos-instituut. In het Jaarboek van de NMG wordt helder en beknopt de meest recente stand van zaken rond een aantal belangrijke psychische stoornissen beschreven.

Naast de bipolaire stoornis (ook wel manisch-depressieve stoornis genoemd) en de paniekstoornis wordt in het Jaarboek 2005 van de NMG aandacht besteed aan de paranoïde, schizoïde en de schizotypische persoonlijkheidsstoornis, de somatisatiestoornis en hypochondrie.

Eerdere Jaarboeken van de NMG bevatten informatie over onder meer schizofrenie, dementie, depressie, ADHD, anorexia nervosa, autismespectrum stoornissen, antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornissen. Elk jaar worden enkele nieuwe belangrijke psychische stoornissen beschreven en toegevoegd aan de reeks.

Een van de in het Jaarboek 2005 beschreven stoornissen is de paniekstoornis. Zweten, hartkloppingen, ademnood, trillen, angst om flauw te vallen zijn enkele van de verschijnselen van een paniekaanval. In Nederland heeft naar schatting 3,8% van de mensen deze stoornis ooit gehad. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat maar liefst 20% van de mensen met een paniekstoornis ooit een zelfmoordpoging doet. Het tijdig herkennen van de klachten is dus van groot belang. De paniekstoornis is namelijk goed te behandelen met medicijnen en/of cognitieve gedragstherapie. Uiteindelijk herstelt 30 tot 50%.

Mensen met een bipolaire stoornis hebben sterk wisselende stemmingen: ze voelen zich voor langere perioden depressief of juist zeer uitgelaten (manisch). Naar schatting 1 tot 2% van de mensen in Nederland heeft deze stoornis. Zelfmoord (vaak gepleegd tijdens een depressieve periode) is een belangrijke doodsoorzaak. Een behandeling met medicijnen (lithium en carbamazepine) in combinatie met psycho-educatie, eventueel aangevuld met cognitieve therapie en rehabilitatie zijn bewezen effectief bij deze stoornis.

De Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid is ontstaan op initiatief van het ministerie van VWS en voorziet beleidsmakers en professionals in de gezondheidszorg van actuele, betrouwbare wetenschappelijke informatie over de geestelijke volksgezondheid en de geestelijke gezondheidszorg. Het is een instrument om de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland te verbeteren. De NMG wordt gecoördineerd door het Trimbos-instituut, en ondersteund door een Wetenschappelijke Raad onder voorzitterschap van prof. dr. Paul Schnabel (SCP). De teksten van het Jaarboek 2005 staan - evenals die van de eerdere jaarboeken - op de website van het Trimbos-instituut: www.trimbos.nl, onder de knop psychische stoornissen/informatie voor professionals. De teksten worden regelmatig geactualiseerd.

Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid. Jaarboek 2005. H. van 't Land, C. de Ruiter. Uitgave: Trimbos-instituut 2006. Te bestellen via www.trimbos.nl/producten, of tel. 030-2971180. Bestelnummer AF0678, prijs ¤ 22,00.

Voor meer informatie bel Harald Wychgel 030-2971116 of Henk Maurits 030-2971138, voorlichters van het Trimbos-instituut.