Gemeente Utrecht

2006 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
82 Vragen van mevrouw G.A. Oskam en de heer J.A. Kleuver (vragen binnengekomen op 25 juli 2006
en antwoorden van het college verzonden 22 augustus 2006)

In de commissievergadering van Stedelijke Ontwikkeling van 16 mei jl. heeft de D66-fractie vragen gesteld over de verkeerssituatie op de Rapijnenpolder, dit n.a.v. een handtekeningenactie van bewoners aldaar. Op 24 juni ontvingen zij de brief van wethouder de Weger die later naar de commissie Verkeer en Beheer gestuurd is.

Meer nog dan de afwijzing an sich, stelt ons de wijze van beantwoording teleur. In de brief wordt bijvoorbeeld gemeld dat de straat éénrichtingsverkeer is. Dat is natuurlijk helemaal niet het geval. De wadi wordt omsloten door louter tweerichtingsverkeer, de Bovenpolder aan de andere kant ervan. Het geeft de bewoners van de Rapijnenpolder, op zijn minst, niet het gevoel dat er zorgvuldig is gekeken naar hun met handtekeningen gelardeerde verzoek.

In de brief stelt het college dat het verzoek van de bewoners is afgewezen om een kindveiliger oversteek te creëren op de Rapijnenpolder. Het college stelt dat de Rapijnenpolder afdoende overzichtelijk is, vooral in gebruik is voor bestemmingsverkeer, er al snelheidsremmende voorzieningen zijn en de straat éénrichtingsverkeer is.

Dit alles noopt de D66-fractie tot de volgende vragen:


1. Is de tweerichtingssituatie van de Rapijnenpolder meegewogen in de afwijzing?

Ja. De tweerichtingsverkeerssituatie is meegenomen in de afweging.

In de gememoreerde brief is ten onrechte melding gemaakt van éénrichtingsverkeer.


2. Het feit dat de Rapijnenpolder vooral in gebruik is voor bestemmingsverkeer betekent niet dat er niet soms heel hard gereden wordt. Daar geeft de inrichting en het profiel van de weg soms ook aanleiding toe. Heeft u op enige tijdstippen op deze weg snelheidsmetingen uitgevoerd?

Nee. Er zijn geen snelheidsmetingen uitgevoerd. In de regel worden in 30 km/u-gebieden geen snelheidsmetingen uitgevoerd. Het betreft hier een standaard woonstraatprofiel met een breedte van circa 4,30m. Dit profiel komt overeen met andere straten in de wijk en de richtlijnen voor de inrichting van 30 km/u-straten.


3. Zo ja, wat is daarvan het resultaat?

Zoals gesteld onder 2. zijn er geen snelheidsmetingen uitgevoerd.


4. De snelheidsremmende voorzieningen die in de brief zijn vermeld, zijn een zeer lage punaise en een verhoging in drempelvorm - meer een bult eigenlijk - die niet dwars over de gehele weg is gelegd. Volgens het verzoek van de bewoners werken ze niet snelheidsremmend door de vorm. Heeft u derhalve overwogen om te bezien hoe snelheidsremmend de verhogingen zijn?

Nee. Er is niet overwogen om te bezien in welke mate de huidige verhogingen snelheidsremmend zijn. Binnen Utrecht en specifiek binnen de wijk Veldhuizen, worden de genoemde maatregelen vaker toegepast, en deze worden geacht voldoende snelheidsremmend te werken. Het merendeel van deze maatregelen is destijds (2003- 2004) in afstemming met de bewoners aangelegd.


5. Zo ja, wat is daarvan het resultaat?

Zie het antwoord onder vraag 4. Er is niet overwogen de snelheidsremmende werking van de huidige maatregelen te bezien.


6. De snelheidsremmende voorzieningen liggen niet echt in de buurt van de speeltoestellen op de wadi. Heeft het college in overweging genomen om snelheidsremmende voorzieningen op een andere plek te treffen, dichter bij de speeltoestellen op de wadi?

Nee. Het college heeft niet in overweging genomen om de snelheidsremmende voorzieningen op een andere plek te leggen. De locatie van de maatregelen volgt het patroon dat is toegepast bij het aanleggen van de maatregelen in de hele wijk. De vraag van de bewoners ging in op het treffen van maatregelen bij de oversteek naar de wadi, hetgeen een verplaatsing van de huidige voorzieningen zou betekenen. De toegangen tot de wadi liggen voldoende dicht bij de huidige voorzieningen (op een afstand van circa 9 meter; binnen de invloedssfeer) en wij hebben daarom afwijzend gereageerd op het verzoek van de bewoners. Hierbij is, zoals aangegeven, er van uit gegaan dat de huidige maatregelen een voldoende snelheidsremmende werking hebben. De bewoners stellen in hun reactie deze werking echter ter discussie. Derhalve zijn wij voornemens om de bestaande maatregelen/voorzieningen te toetsen op hun snelheidsremmende werking en aanpassingen door te voeren als daartoe aanleiding is.


7. In de brief geeft u aan dat een extra voorziening kosten met zich meebrengt. Hoe verhoudt zich dit tot de kosten van het verplaatsen en ophogen van de snelheidsremmende voorzieningen?

De kosten voor de door bewoners gewenste maatregel bedragen circa E 7.000,- (exclusief btw). Deze kosten zijn inclusief het verwijderen van de bestaande snelheidsremmers. Zoals beschreven onder het antwoord op vraag 6 zijn wij voornemens om de bestaande maatregelen/voorzieningen op zowel de Bovenpolder als de Rapijnenpolder te toetsen op hun werking en indien nodig de maatregelen/voorzieningen te verbeteren. Indicatie van de kosten hiervan is bij benadering EUR 3.000,-.


8. Heeft wethouder De Weger het verzoek van de bewoners van de Rapijnenpolder als verkeerswethouder of als wijkwethouder Vleuten-de Meern, in overweging genomen? Graag zou D66 hier meer inzicht in willen krijgen.

Het college en de wethouder namens het college, opereert integraal en ongedeeld.

---- --