Vereniging Natuurmonumenten
Natuurbrief
Wilt u iedere maand tips voor de leukste natuuruitjes, het laatste
nieuws en leuke aanbiedingen en acties ontvangen? Neem dan gratis een
abonnement op de Natuurbrief.
BIJZONDERE VONDST: PURPERSTREEPPARELMOERVLINDER
16-08-2006
Afgelopen maand is in Limburg een purperstreepparelmoervlinder
gefotografeerd. Deze spectaculaire waarneming vond plaats in een
prachtig beekdal in het Mergelland, goed geschikt voor een populatie
van de soort. We weten niet of deze vlinder eitjes heeft afgezet, en
moeten dus tot volgend jaar wachten voor we zeker weten of deze
vlindersoort inderdaad voorkomt in het Mergelland. Natuurmonumenten is
verheugd en doet daarbij de constatering dat natuurbeheer van belang
blijft.
Unieke vondst
De purperstreepparelmoervlinder kwam vroeger in Nederland zeer
plaatselijk en tamelijk talrijk voor, maar wordt in de afgelopen
tientallen jaren nauwelijks waargenomen. De vlinder zou op enkele
plaatsen in Duitsland toegenomen zijn in beekdalgraslanden doordat
zich daar een ruigtebegroeiing heeft kunnen ontwikkelen die geschikt
is voor deze parelmoervlinder. Het is een plezierige constatering
dat de soort in staat is Nederland te bereiken en zelfs potentieel
geschikte biotopen (leefgebieden) weet te vinden.
Verspreid door het Mergelland heeft Natuurmonumenten een aantal
hooilanden in beheer die behoren tot de dotterbloemhooilanden. Dit is
een in Zuid-Limburg bijzonder schaars grasland dat wordt gekenmerkt
door een sterke kwel (grondwater dat uit de bodem komt) op een
relatief voedselrijke (beekdal)bodem. Botanisch zijn deze waardevol,
zo komen op deze percelen planten als Blauwe knoop, Karwijselie,
Moerasstreepzaad, Witte munt, Brede orchis, Gevlekte orchis en Wilde
herfsttijloos voor.
Dotterbloemhooiland Geuldal
Maaibeheer hooilanden noodzakelijk
De laatste vier jaar werkt Natuurmonumenten aan het herstel van deze
hooilanden. Dat gebeurt door een uitgekiend maaibeheer waardoor de
ongewenste soorten achteruitgaan en gewenste soorten zoals
moerasspirea en adderwortel toenemen. Sommige hooilanden zijn zo
verruigd dat ze wel twee keer per jaar gemaaid worden. De hooilanden
zijn potentieel geschikt voor purperstreepparelmoervlinder en wellicht
ook voor rode vuurvlinder. Het natuurbeheer is dan ook op een
eventuele terugkeer van deze vlinders gericht. Dat is vooral goed te
zien bij percelen bij Cottessen en de Volmolen langs de Geul. Het is
duidelijk dat dit beheer werkt. Zo is bij de Volmolen de bedekking
moerasspirea in twee jaar tijd verdubbeld, en heeft veldrus zich
uitgebreid ten koste van pitrus. Bij Cottessen is sprake van
uitbreiding van zowel moerasspirea als adderwortel. De vondst van de
purperstreepparelmoervlinder geeft aan dat ook voor vlinders de
maatregelen zinvol zijn.
Terug van weggeweest
Nu we weten dat de purperstreepparelmoervlinder deze plekken kan
bereiken, is het zaak het herstelbeheer door te zetten. In de komende
jaren gaat Natuurmonumenten hiermee door. Sommige minder waardevolle
bosjes en bomenrijen zullen worden gekapt om de bijzondere bloemrijke
graslanden verder te ontwikkelen. En om de instroom van meststoffen
van nabijgelegen akkers te voorkomen worden op andere plekken juist
weer houtsingels aangeplant.
Voor nadere informatie
kunt u contact opnemen met Robert Ketelaar, ecoloog, telefoon
040-2971414/06-52525664
of Maurice Mouthaan, beheerteammedewerker, telefoon 06-55825157.