De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Uw brief --
Doorkiesnummer Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
Faxnummer Datum 22 augustus 2006
Onderwerp Toezending rapportage 2005/2006 Arboconvenanten,
programma's Versterking Arbeidsveiligheid en VASt
De beleidsinitiatieven Arboconvenanten, de programma's Versterking
Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen (VASt) en Versterking Arbeidsveiligheid beogen langs
min of meer vergelijkbare weg eenzelfde doel te bereiken. Werkgevers en werknemers worden
gestimuleerd om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun arbeidsomstandighedenbeleid.
In de bijlage bij deze brief doe ik u de gecombineerde voortgangsrapportage 2005/2006 van de
genoemde beleidsinitiatieven toekomen. In voorgaande jaren bent u afzonderlijk over deze
initiatieven geïnformeerd.1
De beleidsinitiatieven versterken de genoemde eigen verantwoordelijkheid van werkgevers en
werknemers op onderneming, sector, en centraal niveau. De overheid stelt beperkte en globaal
geformuleerde randvoorwaarden. Dit schept ruimte voor maatwerk. De overheid stimuleert en
versterkt daar waar dat nodig is, zonder die eigen verantwoordelijkheid van ondernemingen
over te nemen. Deze lijn ziet u ook terug in mijn voorstel voor wijziging van de Arbowet dat
ik u op 9 mei jl. heb toegezonden. Versterking van de primaire verantwoordelijkheid van
ondernemingen voor het bereiken van goede arbeidsomstandigheden, met bijzondere aandacht
voor het MKB, waardoor maatwerk mogelijk wordt en draagvlak voor maatregelen ontstaat.
De tot dusver behaalde resultaten van de Arboconvenanten en van de programma's VASt en
Versterking Arbeidsveiligheid zijn zeer bemoedigend, wat mij sterkt in mijn overtuiging dat de
gekozen insteek van mijn wetsvoorstel de juiste richting is. Ik zal dat illustreren aan de hand
van de resultaten van deze beleidsinitiatieven. Alvorens daartoe over te gaan schets ik eerst de
doelstellingen.
1`Rapportage 2004/2005 Versterking Arbobeleid Stoffen en Versterking Arbeidsveiligheid', Tweede Kamer,
20042005, 25883, nr. 54, `Jaarrapportage arboconvenanten 2004', Tweede Kamer, 2004-2005, 25883, nr. 41
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
Doelstelling van de beleidsinitiatieven
De beleidsinitiatieven Arboconvenanten, VASt en Versterking Arbeidsveiligheid dragen ertoe
bij dat partijen zich bewust worden van hun eigen verantwoordelijkheid en geactiveerd worden
die daadwerkelijk op te pakken. Op deze wijze dragen de initiatieven bij aan het terugdringen
van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid.
In de Arboconvenanten worden met werkgevers en werknemers op brancheniveau, tripartiete
afspraken gemaakt over vermindering van fysieke belasting, werkdruk, RSI, oplosmiddelen,
geluid, de blootstelling aan stoffen, agressie en geweld en de reductie van ziekteverzuim en
arbeidsongeschiktheid.
Het programma VASt heeft zich als doel gesteld om de blootstelling aan stoffen te verlagen.
Er wordt ingezet op drie niveaus: (1) nationaal, via een Convenant Stoffen met VNO NCW en
MKB Nederland (2) partijen in productketens (van producenten tot eindgebruikers) en
branches en (3) bedrijven in het MKB en bedrijventerreinen. Op niveau 2 en 3 voeren partijen
een zelf opgesteld actieplan uit. In 2005 is een verbinding gemaakt met het vierde niveau, nl.
naar de nieuwe Europese chemicaliën wetgeving (REACH2) die in 2007 in werking treedt.
Het programma Versterking Arbeidsveiligheid beoogt een verlaging te bewerkstelligen van het
aantal ongevallen van werknemers met minimaal 10% in geselecteerde bedrijven en
bedrijfstakken. Het gaat dan niet zozeer om technische maatregelen, maar vooral om het
veranderen van gedrag van werkgevers en werknemers in de bedrijven.
Resultaten van de beleidsinitiatieven
Partijen gaan daadwerkelijk aan de slag
Werkgevers en werknemers willen verantwoordelijkheid dragen voor het eigen
arbeidsomstandighedenbeleid. De resultaten van de beleidsinitiatieven tot dusver laten een
grote belangstelling zien van bedrijven, branches, sectoren en koepelorganisaties. De op grond
van de SZW-begroting vastgestelde aantal trajecten, overschrijdt de verwachting ruimschoots.
Zo is het aantal afgesloten Arboconvenanten uitgegroeid tot 69 waarvan er inmiddels 26 zijn
afgerond. De convenantenaanpak strekt zich uit over 3,7 miljoen werknemers, ca. 53% van de
werkzame beroepsbevolking. Met het programma VASt waren 13 trajecten voorzien waarin
ketenpartners in een productketen en branches uitvoering geven aan een zelf opgesteld
actieplan. Er loopt echter een nagenoeg dubbel aantal trajecten waarin 24 actieplannen tot
uitvoering worden gebracht, waarmee 700.000 werknemers (ca. 40% van de beroepsbevolking
die regelmatig aan stoffen wordt blootgesteld) worden bestreken. In het programma
Versterking Arbeidsveiligheid zijn 21 veiligheidsverbetertrajecten gestart, terwijl de begroting
voor 2007 uitging van 20.
2 Registration, Evaluation and Authorisation of CHemicals
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
De eerste resultaten spreken voor zich
Uit onderzoek3 is gebleken dat in de sectoren die een Arboconvenant hebben afgesloten, het
verzuim met 22% is gedaald, terwijl in niet-convenantsectoren het verzuim met 9% is gedaald.
Op basis van de tot nu toe afgeronde trajecten kan worden geconcludeerd dat
convenantpartijen er doorgaans in slagen om de doelstellingen op het gebied van verzuim
en/of uitval te realiseren en dat de aanpak van de arbeidsrisico's waarover afspraken zijn
gemaakt in de convenanten met wisselend succes verloopt.
In het programma Versterking Arbeidsveiligheid is het veiligheidsverbetertraject in de chemie
afgerond. Het betreffende bedrijf heeft de gestelde doelstelling, een vermindering van het
aantal ongevallen met 40% gehaald. De meeste andere trajecten zijn pas recent gestart. Het
veranderen van cultuur en gedrag is niet eenvoudig en vergt een langere adem. Toch zijn wel
al veelbelovende tussenresultaten te melden. Bij drie verbetertrajecten is na 1 of 2 jaar al
respectievelijk 20, 30 en 50% reductie van het aantal ongevallen gehaald.
In het programma VASt is in 2005 een nulmeting uitgevoerd op basis van vastgestelde
prestatie-indicatoren. De 24 actieplannen worden op dit moment uitgevoerd tot medio 2007.
Dan zal een eindmeting plaatsvinden. De resultaten van dit onderzoek zullen worden
gerelateerd aan die van de nulmeting.
Het programma VASt heeft het mogelijk gemaakt dat er via het Convenant Stoffen met andere
departementen, (centrale) werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties, een
koepelstructuur is ontstaan waarin branches en partijen in een productketen elkaar informeren
en stimuleren om het werken met stoffen veiliger te maken. De belangstelling om hieraan mee
te doen wordt steeds groter, mede omdat via deelname aan het programma VASt de
ondernemingen worden voorbereid op de aanstaande nieuwe Europese chemicaliën wetgeving
(REACH). Op brancheniveau zijn 64 organisaties betrokken bij de uitvoering van 24
actieplannen.
Ondersteuning met ontwikkelde instrumenten
De overheid faciliteert door de ontwikkeling van uiteenlopende instrumenten die direct
inzetbaar (zullen) zijn. Voorbeelden hiervan zijn de ontwikkeling in het programma
Versterking Arbeidsveiligheid van een risicobeheersysteem (op bedrijfsniveau) en
Storybuilder (macroniveau) om onderzochte arbeidsongevallen in kaart te brengen. Het
risicobeheerssysteem geeft individuele bedrijven inzicht in oorzaken en gevolgen van
arbeidsongevallen en maatregelen om deze ongevallen kunnen voorkomen, inclusief de kosten
ervan. In Storybuilder zijn inmiddels 9000 door de Arbeidsinspectie geregistreerde en
onderzochte ongevallen beschreven en verwerkt. Het is al met succes gebruikt bij de analyse
3 Astri: `De meerwaarde van arboconvenanten. Update van verzuim- en WAO-cijfers tot en met 2004',
aangeboden aan de Tweede Kamer onder nummer ARBO/PAC/2006/43041.
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
van een complex arbeidsongeval door de Arbeidsinspectie en het genereren van achterliggende
oorzaken van specifieke doelgroepen voor zowel de Arbeidsinspectie als een interne
arbodienst.
In het Programma VASt wordt een zogenoemde AWARE-code ontwikkeld die de risico's
aangeeft bij de verwerking van oplosmiddelhoudende producten. Ook is PIMEX
geïntroduceerd, dat de blootstelling aan gevaarlijke stoffen zichtbaar maakt, waardoor het
bewustzijn van deze risico's wordt vergroot en gerichte maatregelen kunnen worden genomen.
Soms kunnen aangeboden instrumenten verder worden doorontwikkeld tot een
branchespecifiek instrument, zoals de Stoffenmanager. Zo heeft de bouwnijverheid de
Stoffenmanager aangepast voor stukadoors- en tegelzetbedrijven. De Stoffenmanager is
inmiddels `open source software'geworden waardoor een laagdrempelig en breed gebruik van
dit instrument mogelijk is gemaakt.
In de Arboconvenanten is eveneens sprake van de ontwikkeling van tal van instrumenten als
branche risico-inventarisatie en evaluaties (RI&E), praktijkregels, trainingen,
verzuimprotocollen en registratiesystemen.
Kennisoverdragend en communicatief
Communicatie vormt een belangrijk onderdeel van de beleidsinitiatieven. Er wordt een mix
van communicatiemiddelen ingezet, waaronder (elektronische) nieuwsbrieven, brochures,
kennisbijeenkomsten, websites en voorlichtingsfilms. Netwerken van branches en bedrijven
ontstaan waarin van elkaar wordt geleerd, maar waarbij ook de link wordt gelegd naar nog niet
actieve partijen die wel aan de slag willen met de beheersing van het ontstaan van
arbeidsgebonden aandoeningen. Ook op een andere wijze wordt getracht deze groepen te
bereiken, ondermeer door sleutelfiguren te traceren en in te zetten om ervaringen en
ontwikkelde instrumenten onder de aandacht te brengen. Voordeel van deze aanpak is dat een
boodschap uit de eigen gelederen beter wordt ontvangen en meer inspireert dan wanneer die
van een partij komt die niet voldoende wordt herkend. Op deze wijze wordt ontwikkelde
kennis verankerd en verbreed naar andere risicovolle bedrijven en sectoren.
Borging
Een belangrijk resultaat ligt in het bereiken van de werkvloer en de grotere bewustwording bij
leidinggevenden en werknemers ten aanzien van arbeidsrisico's en arbeidsomstandigheden.
Hierdoor krijgen maatregelen een duurzaam effect en wordt zelfwerkzaamheid gestimuleerd,
ook na afloop van de Arboconvenanten en van de programma's VASt en Versterking
Arbeidsveiligheid.
Vormen van borging die nu al zichtbaar zijn, zijn de instandhouding van organisatorische
voorzieningen en menskracht, waardoor activiteiten kunnen worden voortgezet, instrumenten
beschikbaar blijven en producten en normen blijvend worden gebruikt. Op deze wijze is
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
draagvlak gecreëerd voor arbobeleid, niet alleen voor de korte termijn, maar ook op de langere
termijn.
Rol van de overheid
Voorwaardenscheppend
De positionering van de rol van de overheid bij de beleidsinitiatieven is anticiperend op
politiek-maatschappelijke ontwikkelingen, waardoor flexibel optreden mogelijk wordt.
Onderdeel van een dergelijke werkwijze is gebruikmaken van activerende instrumenten die
voor het specifieke doel het meest geschikt zijn. De initiatieven spelen in op de veranderende
rol van de overheid van bepaler die reguleert, naar een overheid die naleving van regelgeving
stimuleert door een voorwaardenscheppende rol aan te nemen. Werkgevers en werknemers op
onderneming, sector, en centraal niveau kunnen op deze wijze hun verantwoordelijkheid voor
het eigen arbeidsomstandighedenbeleid daadwerkelijk nemen.
Niet knellend
Bij de beleidsinitiatieven zijn globale doelstellingen geformuleerd, zodat ze niet onnodig
knellend zijn. Bij de Arboconvenanten zijn kwantitatieve afspraken gemaakt over de reductie
van arbeidsgebonden risico's en reductie met 20% van het ziekteverzuim en
arbeidsongeschiktheid. Bij het programma VASt zijn een drietal randvoorwaarden gesteld aan
de actieplannen: (1) het genereren van gegevens over de gevaren van stoffen en over
beheersmaatregelen, (2) versterking van de kennisinfrastructuur en (3) betrekken van de
actoren in een productketen. Het programma Versterking Arbeidsveiligheid richt zich op
vermindering van het aantal ongevallen met minimaal 10%.
Conclusie
Met mijn wetsvoorstel voor wijziging van de Arbowet koers ik aan op het versterken en
vergroten van de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het
arbeidsomstandighedenbeleid. De hierboven besproken beleidsinitiatieven lopen hierop
vooruit. Ofschoon de eindstreep nog niet is gepasseerd, zijn de tussentijdse resultaten over
2005/2006 van de beleidsinitiatieven boven verwachting. Ze laten zien dat de in het
wetsvoorstel opgenomen systematiek daadwerkelijk vruchten afwerpt. Het zelf vormgegeven
arbobeleid door partijen is herkenbaar en sluit logisch aan bij de eigen bedrijfsvoering. Het
naleefgedrag van de regelgeving wordt vergroot en ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid
worden teruggedrongen.
De resultaten van de beleidsinitiatieven sterken mij in de overtuiging dat mijn wetsvoorstel
effectief zal zijn en past bij de moderne verhoudingen tussen overheid en sociale partners. De
---
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/64626
administratieve en bedrijfslasten kunnen beperkt blijven, zonder afbreuk te doen aan het
beschermingsniveau van de regelgeving over arbeidsomstandigheden.
Het door partijen zelf ontwikkelde arbobeleid kan verder als input dienen voor de
ontwikkeling van arbocatalogi, de bedrijf-, branche- of sectoreigen invulling van de
regelgeving.
Vervolg
In 2007 zullen de Arboconvenanten en de programma's VASt en Versterking
Arbeidsveiligheid worden afgerond. De beleidsinitiatieven zullen dan afzonderlijk worden
geëvalueerd, waarna ik u de resultaten zal toesturen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Bijlage(n): 1: Rapportage 2005/2006 Arboconvenanten, Versterking Arbeidsveiligheid en
Versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen (VASt)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid