Unicef



Libanon: gebrek aan water is het grootste probleem 22 augustus 2006, Genève/Beiroet/Tyrus - In het zuiden van Libanon zijn door de oorlog tussen Israël en Hezbollah de voorzieningen voor water en sanitair grotendeels beschadigd of verwoest, meldt Unicef.

"Ik heb nog nooit een verwoesting op zo'n grote schaal gezien," zegt Branislav Jekic van Unicef. "Overal waar we komen vragen we mensen wat ze het hardst nodig hebben. Het antwoord is altijd hetzelfde: water." Hij voegt eraan toe dat het acute tekort aan schoon water de wederopbouw van Zuid-Libanon in de weg kan staan. "Mensen willen terug naar hun dorpen. Maar of ze daar blijven, hangt af van of daar water is of niet."

Unicef zorgt voor water
Unicef heeft sinds het begin van de oorlog, die op 12 juli begon, meer dan een kwart miljoen liter gebotteld water naar een aantal van de zwaarst getroffen dorpen gebracht. Momenteel wordt ongeveer 50.000 liter water per week naar het zuiden gestuurd, maar deze hoeveelheid zal de komende dagen meer dan verdubbelen. Daarnaast krijgen Zuid-Libanese dorpen de beschikking over grote watertanks. Deze week worden veertig rubberen waterzakken, met elk een inhoud van 5.000 liter, door Unicef's parnerorganisaties Islamic Relief en Mercy Corps in de dorpen afgeleverd en geïnstalleerd. De hulporganisatie Oxfam zorgt voor twee metalen watertanks waarin 45.000 liter water kan.

Roberto Laurenti, directeur van het Unicef-kantoor in Libanon, zegt dat de samenwerking met de Libanese autoriteiten die zich bezighouden met de watervoorziening, van groot belang is voor de hulpverlening op de langere termijn. "Met Unicef's hulp kunnen de getroffen gebieden dagelijks voorzien worden van 30.000 kubieke meter water." Unicef kan onder meer zorgen voor generatoren voor waterpompen, brandstof en voor reparaties van beschadigde installaties.