Ingezonden persbericht
Herkomst BT-virus nog onduidelijk
LTO constateert dat het op dit moment nog niet duidelijk is hoe het BT-virus naar Nederland gekomen is. Gezien de grote afstand tot de plaatsen waar BT-virus voorkomt (Spanje, Portugal, Corsica, Italië, Zuidoost-Europa, Middenoosten en Noord-Afrika) lijkt diertransport minder waarschijnlijk dan reizigersverkeer.
Het mugje ("knutje") Coicoides is slechts 1-3 mm groot en kan gemakkelijk worden meegenomen in kleding en tenten in gesloten vervoersmiddelen. Het duurt ongeveer 8 dagen voordat een virus zich in het insect ontwikkeld kan hebben en kan worden overgebracht op een herkauwer. Het mugje zelf leeft 10-20 dagen. De knut migreert zelf niet, maar kan wel door sterke wind over grote afstanden (meer dan 100 km) getransporteerd worden. Dat lijkt hier niet de oorzaak, want er zijn tussen Limburg en Zuid-Europa dit jaar tot dusver geen meldingen geweest van BT.
In de EU zijn tot dusver vijf serotypen van het BT-virus aangetroffen, namelijk de serotypen 1, 2, 4, 9 en 16. Hiervan dringt het serotype 2 steeds vanuit Marokko door in Spanje en Portugal. De overige zijn van oorsprong afgekomst uit het Middenoosten. Vaststelling van het virustype zal een onderdeel vormen van de zoektocht naar de bron van de uitbraken in Limburg.
Op dit moment kan niets uitgesloten worden. De energie moet daarom nu vooral gebruikt worden voor de uitroeiing van het virus. Dat heeft de hoogste prioriteit.
Klaas Johan Osinga
LTO Nederland