Bijstand voor rechtmatig in Nederland verblijvende minderjarige vreemdelingen
Naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 januari 2006 (LJN AV0197) hebben verzoekers bij de Sociale Dienst Zuidwest-Fryslân bijstand aangevraagd voor leefgeld. Verweerder heeft deze aanvragen afgewezen, omdat er volgens verweerder geen dringende redenen aanwezig zijn. Verzoekers kunnen voor de kosten van levensonderhoud een beroep doen op de Stichting Vluchtelingenzorg Wûnseradiel, donaties van particulieren en het Noodfonds.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet gezegd worden dat geen sprake is van dringende redenen en overweegt daartoe dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat de stichtingen welke tot voor kort verzoekers voorzagen van leefgeld daar niet langer meer in voorzien.
Verder is de voorzieningenrechter van oordeel dat oordeel dat
incidentele giften en donaties die (hoogst) onzeker zijn en waar geen
aanspraak op gemaakt kan worden niet aangemerkt kunnen worden als een
reëel alternatief, op grond waarvan gesteld kan worden dat geen
sprake zou zijn van dringende redenen.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om een voorlopige
voorziening toegewezen en bepaalt dat aan verzoekers bijstand zal
worden betaald.
LJ Nummer
AY6349
Bron: Rechtbank Leeuwarden
Datum actualiteit: 18 augustus 2006