Aan de voorzitter van de Sub-commissie Postbus 90801
MAC-waarden van de Sociaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Economische Raad Telefoon (070) 333 44 44
De heer ir W.K.Raes Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Postbus 90405
2509 LK S GRAVENHAGE
2509LK90405
Uw brief 06.03718/jjb/ipw
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/42253
Datum 18 augustus 2006
Onderwerp Reactie op commentaar onderzoeksrapport Selectie
publieke grenswaarden
Geachte heer Raes,
De Subcommissie MAC-waarden van de SER heeft recent, op mijn verzoek, commentaar
geleverd op het onderzoeksrapport van Industox naar criteria voor het onderscheid tussen
publieke en private grenswaarden. In vervolg daarop, en daarmee in overeenstemming, heeft u
mij een vervolgadvies gestuurd (06.05832/jjb/ipw).
Ik heb met belangstelling kennis genomen van de opvattingen van de SER. Het SER-
commentaar bevat voor "gewone stoffen" een stappenplan met globale criteria voor de keuze
tussen publiek en privaat, dat in lijn ligt met het onderzoeksrapport. Het SER-commentaar gaat
echter niet concreet in op de modellen in het onderzoeksrapport van Industox, daarom zal ik nu
verder mijn eigen lijn volgen bij het concretiseren van het onderscheid tussen publiek en
privaat. Bij de wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling zal ik gebruik maken van de
operationalisering in het onderzoeksrapport.
Voor kankerverwekkende en mutagene stoffen blijft het SER-commentaar vasthouden aan een
eerder standpunt om daarvoor publieke grenswaarden op te blijven stellen. Ik stem in met de
wens van de SER om voor alle kankerverwekkende en mutagene stoffen, met als kenmerk dat
daarvoor geen veilige grenswaarde is vast te stellen, de huidige systematiek waaronder de
haalbaarheidstoetsing te continueren en voor deze stoffen publieke grenswaarden te stellen.
Bij kankerverwekkende en mutagene stoffen geldt een andere benadering omdat kenmerkend
voor deze stoffen is dat geen grenswaarde is vast te stellen waarbij het gezondheidsrisico
afwezig is. Voor deze categorie stoffen blijf ik, zoals nu reeds gebruikelijk is, de SER advies
vragen over de door mij vast te stellen grenswaarde. Op basis van door de Gezondheidsraad
aangeleverde risicogetallen adviseert de SER over het laagst haalbare risiconiveau. Daarbij
streeft de SER ernaar een grenswaarde te adviseren die overeen komt met een risico dat niet
hoger ligt dan 1 op de miljoen doden door kanker per jaar. In die gevallen dat dat technisch
Ons kenmerk ARBO/P&G/2006/42253
nog niet mogelijk is, is het gebruikelijk dat de SER dan tijdelijk een grenswaarde met een
hoger kankerrisico, maar nooit hoger dan 1 op de tienduizend doden door kanker per jaar,
adviseert. Vervolgens blijft de SER om de 4 jaar evalueren of de grenswaarde verder omlaag
kan gaan. De grenswaarde voor deze categorie stoffen geeft het plafond aan waarboven geen
enkele werkgever mag uitkomen, indien vervanging technisch niet mogelijk is. Dit laat
onverlet dat elke afzonderlijke werkgever aanvullende maatregelen moet treffen om de
blootstelling zo laag mogelijk te houden indien dit in zijn bedrijf technisch mogelijk is. Deze
bestaande algemene plicht ligt in de EU-regelgeving vast.
Voor gevaarlijke stoffen waarvoor nu nog geen publieke waarden bestaat, maar daar wel op
basis van de criteria voor in aanmerking gaan komen, zal ik de Gezondheidsraad op de
gebruikelijke wijze om advies vragen.
De Subcommissie MAC-waarden constateert terecht dat in het nieuwe grenswaardenstelsel
geen nieuwe wettelijke verplichtingen aan werkgevers worden opgelegd, maar verzoekt
desondanks om een overgangsperiode. Ik zie daar geen reden voor juist vanwege het feit dat
ook nu al geldt dat werkgevers, indien er voor een gevaarlijke stof geen publieke waarde
bestaat, zelf een private grenswaarde moeten opstellen. Deze private grenswaarde dient
uiteraard in adequate gezondheidsbescherming te voorzien. Ook dat verandert niet. Met het
nog op te zetten kwaliteitsborgingsysteem voorzien werkgevers en werknemers zichzelf van
een instrument waardoor het duidelijker en ook eenvoudiger zal worden om dergelijke private
grenswaarden op te stellen, of goede praktijken die het gezondheidsrisico aantoonbaar
wegnemen. Daar waar stoffen zullen worden overgeheveld van het publieke naar het private
domein, blijven de gezondheidskundige onderbouwingen vanzelfsprekend beschikbaar. Op
basis hiervan kunnen eenvoudig private grenswaarden worden vastgesteld.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
c.c.: De voorzitter van de Tweede Kamer
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid