FNV Bondgenoten: Ook in Groot Metaal problemen met Polen
Fnv bondgenoten
Goede afspraak in CAO Groot Metaal voorkomt onderbetaling Polen niet
De CAO voor werknemers in de Groot Metaal kent zeer goede afspraken over de betaling van
buitenlandse werknemers. Deze afspraken kunnen echter niet voorkomen dat er, ook in de
metaalsector, veel mis is met de beloning van Oost Europese werknemers. Dit blijkt uit
een eerste inventarisatie van FNV Bondgenoten onder leden werkzaam in de Metaalsector.
Jan Berghuis, bestuurder FNV Bondgenoten:'Uit onze steekproef blijkt dat de praktijk
weerbarstiger is dan het papier. We zijn geschrokken'.
Uit de inventarisatie van FNV Bondgenoten blijkt dat ruim 40 procent van de respondenten
Oost Europese collega's heeft. Bij de bedrijven met meer dan 100 werknemers ligt dit
percentage nog iets hoger (47 procent). Voor de ondervraagden is het niet altijd
duidelijk hoe de Poolse collega's beloond worden en of ze volgens de CAO worden betaald.
Volgens de ondervraagden die hier wel kijk op hebben wordt 17 procent van de
buitenlandse werknemers niet op dezelfde wijze beloond. 'Ernstig genoeg om dit verder uit
te zoeken'; vindt Jan Berghuis.
Aanstaande dinsdag vindt er een gesprek plaats tussen vertegenwoordigers van FNV
Bondgenoten en het ministerie van Sociale Zaken over de arbeidsmarkttoets in onder andere
de Metaalsector. Berghuis zal daar de gegevens uit inventarisatie presenteren. FNV
Bondgenoten is vooralsnog voorstander van het handhaven van de arbeidsmarkttoets omdat
er voldoende Nederlandse werkzoekenden zijn en ook Nederlandse jongeren een plek
verdienen in de metaal. Ook vindt de bond dat de beloning van de Polen en andere Oost
Europese werknemers eerst goed moet zijn geregeld. Berghuis vindt de inventarisatie
aanleiding voor meer onderzoek: 'de overheid zelf moet onderzoek doen naar de praktijk in
de metaal, voor ze een besluit kan nemen over de eventuele afschaffing van de
arbeidsmarkttoets'.
CAO-afspraken
In de CAO is geregeld dat de werkgever niet zonder overleg met de OR (groepen van)
uitzend- en inleenkrachten (ook buitenlandse) te werk mocht stellen in het bedrijf. De
werkgever mag volgens de CAO ook geen inleenkrachten inzetten als de beloning van het
vaste personeel meer dan 10% afwijkt van de beloning van het eigen personeel. Dit ligt
gemiddeld 25 procent hoger dan de CAO-lonen. Ook geldt dat de CAO-bepalingen over de
persoonlijk minimum maandsalarissen, overwerktoeslagen, ploegentoeslagen en
kostenvergoedingen ook van toepassing zijn. Deze CAO geldt binnen FNV Bondgenoten als
goed voorbeeld voor andere CAO's. Maar dan moeten de werkgevers de afspraken wel nakomen.
Instroom jongeren
FNV Bondgenoten heeft in de CAO afspraken gemaakt over de instroom van jonge werkelozen.
Werkgevers weigeren tot nu toe echter deze afspraak te concretiseren. Jan Berghuis:'De
kansen voor jongeren in de sector zijn nihil, dat is meer dan jammer. Want hoewel de
economie aantrekt zijn er veel jongeren op zoek naar een stage of baan'. De vakbond is
ook niet gelukkig met het verslechteren van de scholingsmogelijkheden in de sector. Het
bedrag dat O&O-fondsen kunnen uitgeven aan scholing is nu nog slechts eenderde van
wat er vijf jaar geleden aan scholing uitgegeven werd. Berghuis: 'Een te groot deel van
de metaalwerkgevers wil voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Investeren in
jongeren en zittende werknemers zit er niet in, liever nemen ze goedkope Polen, die ze
kunnen dumpen wanneer ze willen'.
Meer informatie;
Jan Berghuis, bestuurder Metaal FNV Bondgenoten, 06-53779439
Ingrid van den Berg, persvoorlichting FNV Bondgenoten, 030-2738478/06-51405832