Unicef



Oost-Timor: angst om naar school te gaan nog niet verdwenen 18 augustus 2006, Metinaro, Oost-Timor - De scholen staan weer op het punt om te beginnen, ook op Oost-Timor. Maar waar hier in Nederland automobilisten worden gewaarschuwd om langzamer te rijden, daar heeft men op het eiland in de Archipel met heel andere veiligheidsproblemen te maken. Vanwege het geweld dat de afgelopen tijd weer de kop op stak, kunnen én durven nog niet alle kinderen naar school.

Kinderen in het noodschooltje in het Metinaro opvangkamp dat door Unicef wordt gesteund. Foto: Unicef Oost-Timor, See, 2006

Kinderen in het noodschooltje in het Metinaro opvangkamp dat door Unicef wordt gesteund. Foto: Unicef Oost-Timor, See, 2006

Op verschillende manieren probeert Unicef kinderen toch weer de schoolbanken in te krijgen. Van het verstrekken van onderwijspakketten tot het trainen van vrijwilligers. "Het is zwaar maar ik doe het graag voor de kinderen."

Gevlucht voor geweld
Aandachtig luistert de tienjarige Lurdes Freitas naar haar vriendinnetje. Die staat voor de klas en wijst al haar lichaamsdelen aan. Het zijn ietwat provisorische lessen in het opvangkamp voor ontheemden, hier in Metinaro, een uurtje rijden van de hoofdstad Dili. Maar wat wil je, als je opeens onderwijs moet regelen voor honderden kinderen.

De kinderen in het kamp zijn, samen met hun families, het geweld ontvlucht dat de afgelopen maanden weer oplaaide op het eiland. Lurdes woont er nu drie maanden. "Ze hebben ons huis platgebrand, m'n vrienden geslagen. Ze hebben zelfs naar ons geschoten", zegt ze met een mengeling van opwinding en ongeloof. Maar toch overheerst de angst, "Ik ben bang om terug te gaan."

Noodklassen
Lurdes is niet de enige. "De kinderen zijn stuk voor stuk bang en getraumatiseerd door het geweld", vertelt Unicef-medewerker Peter Ninnes, werkzaam in het opvangkamp. "We proberen hier voor de kinderen weer een normale omgeving te creëren." School en het schoolritme zijn daarbij zeer belangrijk. Daarom heeft Unicef, in samenwerking met het ministerie voor Onderwijs, 'noodklassen' opgericht.

Unicef-medewerker Jorge Mouzinho geeft vrijwillige leraren uitleg over de school-in-a-box tijdens een tweedaagse trainingsessie. Foto: Unicef Oost-Timor, See, 2006


Unicef-medewerker Jorge Mouzinho geeft vrijwillige leraren uitleg over de school-in-a-box tijdens een tweedaagse trainingsessie. Foto: Unicef Oost-Timor, See, 2006

Unicef heeft vrijwilligers getraind om de noodklassen draaiend te houden. Ze hebben geleerd wat ze het best met kinderen kunnen doen. Welke liedjes ze kunnen zingen en wat voor spelletjes ze kunnen spelen. Ook heeft Unicef honderden school-in-a-boxpakketten uitgedeeld, met daarin een schrift, pennen, gummen enz. Zo hebben de kinderen materiaal om het geleerde ook op te schrijven.

Alles in een informele omgeving. Het geeft de kinderen niet alleen afleiding, het bereidt ze ook voor op het komende schooljaar dat in september weer gaat beginnen. "Het is zwaar, maar ik doe het graag voor de kinderen", vertelt een vrijwilliger.

Terug naar school?
Maar of alle kinderen weer naar school gaan, is nog even afwachten. Vanwege het geweld durfden veel ouders hun kinderen niet (terug) naar school te sturen. "Onze belangrijkste zorg is het garanderen van de veiligheid", vertelt Peter Ninnes. "Er zijn zelfs meldingen van kinderen die bekogeld werden met stenen toen ze weer naar school wilden gaan."

Intussen heeft Unicef, samen met de overheid, de campagne Back to School (Terug naar School) opgezet. Centrale boodschap van de campagne is dat elk kind recht heeft op onderwijs en dat kinderen die dus terug willen naar school dat ook moeten kunnen.

Leerplaatsen
Daarnaast werkt Unicef aan een plan om zogenaamde 'leerplaatsen' op te zetten. Alternatieve scholen in plaatsen waar de oorspronkelijke school is verwoest. Samenwerking tussen docenten en ouders is hierbij van belang.

De achterliggende gedachte is onder meer dat de plaatselijke gemeenschap meer betrokken raakt bij zo'n leerplaats en dat de terugkerende leerlingen makkelijker worden geaccepteerd. Voor het opzetten van deze leerplaatsen kan de lokale gemeenschap subsidie aanvragen.

Verder heeft Unicef ruim 200.000 kinderen die straks in september terug naar school moeten, een schoolpakket gegeven met basismaterialen voor een goede start. Al deze acties moeten er toe leiden dat de kinderen op Oost-Timor straks, als de scholen weer beginnen, zitten waar ze horen te zitten: op school.