De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA 's-GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk IZ/EA/2006/69334
Doorkiesnummer Datum 16 augustus 2006
Faxnummer
Onderwerp
Hierbij zend ik u - mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - het
verslag van de Informele Raad WSBVC die op 6 tot en met 8 juli 2006 is gehouden in
Helsinki, onder Fins Voorzitterschap. Zoals gebruikelijk vond op 6 juli, een ontmoeting plaats
tussen de Troika (Finland, Duitsland en Portugal) en vertegenwoordigers van Europese sociale
partners en Europese NGO's.
Deze Informele Raad had als nieuw element dat de Ministers van sociale zaken,
werkgelegenheid en volksgezondheid waren uitgenodigd. De vergadering werd voorgezeten
door de Finse ministers van arbeid, sociale zaken en volksgezondheid. Aanwezig waren
vertegenwoordigers van de EU lidstaten, de kandidaat lidstaten en van EFTA voorzitter
Noorwegen. Nederland werd vertegenwoordigd op ambtelijk niveau. Tevens waren aanwezig
de EU commissaris voor gezondheid en consumentenbescherming en die voor
werkgelegenheid, sociale zaken en gelijke kansen. Ook aanwezig was een vertegenwoordiger
van de Commissie sociale zaken en werkgelegenheid van het Europees Parlement. De
voorzitters van het Werkgelegenheidscomité en het Comité voor sociale bescherming waren
ook aanwezig.
Het algemene thema van de bijeenkomst was globalisering en demografie. Gewerkt werd in
een drietal werkgroepen. Over elk van deze sub thema's had het voorzitterschap documenten
opgesteld met vragen ten einde de discussie te structureren.
Ik maak u erop attent dat het Fins voorzitterschap vooralsnog heeft besloten om op 7
november 2006 een extra Raad WSBVC (onderdeel werkgelegenheid) te organiseren om te
pogen te komen tot een compromis voor wat betreft de arbeidstijdenrichtlijn. Of ook andere
onderwerpen op de agenda zullen worden geplaatst is op dit moment niet duidelijk. De
reguliere Raad WSBVC (onderdeel werkgelegenheid) is gepland voor 1 december 2006.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ons kenmerk IZ/EA/2006/69334
Verslag Informele Raad WSBVC te Helsinki, 6 8 juli 2006
Uitgaande van het algemeen thema van de Informele Raad (globalisering en demografie) en
gegeven de voorzitterschapsdocumenten met vragen werd er gewerkt in een drietal
werkgroepen met als subthema's:
· productiviteit en kwaliteit van de arbeid;
· verlenging van het werkzame leven van mannen en vrouwen
· bevordering van de veiligheid en gezondheid op het werk.
Productiviteit en kwaliteit van de arbeid
De werkgroep boog zich vooral over de stelling dat een verhoging van de productiviteit
mogelijk is via een verbetering van de kwaliteit van de arbeid. Deze stelling werd allerwegen
onderschreven. Een verhoging van de productiviteit is noodzakelijk en wel op een manier die
sociaal en duurzaam is. Dit kan het beste geschieden door een innovatieve aanpak van de
kwaliteit van de arbeid. Hiervoor zijn nodig een effectief arbeidsmarkt- en
werkgelegenheidsbeleid evenals maatregelen op het niveau van werkplek. In de discussie werd
vooral de nadruk gelegd op de relatie tussen arbeidsproductiviteit, een betere organisatie van
het werk, kwaliteit van het werk en de vaardigheden en capaciteiten van werknemers.
Een dergelijke benadering moet worden gezien in het kader van de flexicurity aanpak waar de
Commissie bezig is om, in samenwerking met de lidstaten, een set van algemene principes
voor op te stellen.
De voorzitter legde de afsluiting de nadruk op verhoging van de arbeidsproductiviteit via
verbetering van de kwaliteit van de arbeid. Dit vraagt onderzoek, nieuwe modellen met
betrekking tot de organisatie van de arbeid, wijziging van attitudes van zowel werknemers als
werkgevers, innovatie en durf, maatwerk en samenwerking tussen sociale partners.
Verlenging van het beroepsleven van mannen en vrouwen
De werkgroep onderschreef volmondig de stelling die al in het paper van het voorzitterschap
was geformuleerd namelijk dat het beroepsleven van mannen en vrouwen moet worden
verlengd vanwege de demografische uitdagingen waarmee Europa wordt geconfronteerd. Een
voorwaarde daartoe is samenwerking tussen de sectoren volksgezondheid, sociale zaken en
werkgelegenheid. De middelen of instrumenten die in de discussie genoemd werden betroffen
vooral gender en equality mainstreaming, de combinatie werk-gezin (kinderopvang) en
aanpassingen in de pensioenstelsels van lidstaten, zowel de ontmoediging van vervroegde
uittreding als de bevordering van langer doorwerken. Verder zal werk voor ouderen
aantrekkelijker moeten worden gemaakt, zowel voor de werknemer zelf als voor de werkgever.
Een volgende actielijn ligt in het bestrijden van leeftijdsdiscriminatie op basis van de EU
richtlijn terzake.
De voorzitter ven de werkgroep stelde in de afsluiting dat er een intensieve samenwerking zal
nodig is op alle niveaus en tussen alle actoren. Wijzigingen in de pensioenstelsels zijn
---
Ons kenmerk IZ/EA/2006/69334
onvermijdelijk. Flexibele en geleidelijke pensioenregelingen kunnen hierbij een oplossing
betekenen. Financiële incentives eveneens. Kortom er is een breed scala aan maatregelen
nodig met een onderliggende voorwaarde namelijk solidariteit tussen generaties.
Elementen uit de discussie zullen de input vormen voor een mededeling die de Commissie van
plan is uit te brengen in september/oktober betreffende de demografische uitdagingen
waarvoor de EU zich gesteld ziet in de komende decennia.
De EU Commissaris voor werkgelegenheid, sociaal beleid en gelijke kansen wees in zijn
afsluitende opmerkingen vooral op de noodzaak om solidariteit tussen generaties te bewaren.
Er dient voor gewaakt te worden dat er segmentatie van arbeidsmarkt en samenleving gaat
optreden.
Gezondheid en veiligheid op de werkplek
De voorzitter ging in de openingsspeech in op de relatie tussen publieke gezondheid en het
werkzame leven van de mens. Gezondheidsbescherming en bevordering zijn belangrijk:
gezondheidsrisico's op de werkplek zijn evident en dienen effectief voorkomen te worden; een
gezonde werknemer is van groot belang omdat dat een voorwaarde is voor een verhoging van
de arbeidsproductiviteit; het management van de onderneming/organisatie is van vitaal belang
voor de geestelijke gezondheid en het sociaal welbevinden. De EU Commissaris voor
gezondheid en consumentenbescherming merkte op dat de werkplek een belangrijke setting
vormt om de negatieve impact van gezondheidsdeterminanten zoals roken, alcohol, slechte
voeding en te weinig bewegen te kunnen bestrijden. Bestrijding van diabetes en diabetes type2
via de werkplek biedt kansen. In die context kondigde hij dan ook zijn Mededelingen
Alcoholstrategie en Overgewicht aan voor resp. de maand november 2006 en medio 2007. Zijn
motto is: "Make the workplace a healthy place". Daarbij speelt het EU Actieprogramma
Volksgezondheid een belangrijke rol.
Tijdens de discussie over gezondheidsbescherming en bevordering op de werkplek gaven
veel lidstaten een indruk van wat in hun land op dit gebied werd ondernomen.
De voorzitter onderstreepte dat de relatie van de werkplek met gezondheid evident is. Dit
rechtvaardigt een nauwere samenwerking en afstemming van programma's in de sectoren
werkgelegenheid, welzijn en gezondheid. Een hoge vakbekwaamheid (o.a. technische
vaardigheden) kan bijvoorbeeld gezondheidsrisico's op de werkplek beduidend verminderen.
Ook met `gender aspects' op de werkplek dient serieus rekening te worden gehouden.
Gezondheidszorg in EU en Dienstenrichtlijn
Op verzoek van enkele landen was de actuele situatie aangaande de positie van
gezondheidszorg in de EU, vanwege het schrappen ervan in de Dienstenrichtlijn, geagendeerd
als informerend onderwerp. Belangrijk element in de discussie was: wat willen lidstaten
geregeld zien in EU verband? Tussen de lidstaten zijn daarover duidelijke verschillen van
mening. De EU Commissaris voor gezondheid en consumentenbescherming gaf aan dat in het
begin september verwachte consultatiedocument voor een voorzichtige benadering zal worden
---
Ons kenmerk IZ/EA/2006/69334
gekozen. Er zal een aantal, breed geformuleerde, opties worden gepresenteerd die als
uitgangspunt kunnen dienen voor de discussie. Hierna zal de precieze reikwijdte, het doel en
de werking van de richtlijn pas duidelijk worden. In reactie hierop kondigde het aankomende
Duits voorzitterschap aan dit onderwerp te agenderen voor de Informele Raad van ministers
van Volksgezondheid.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid