Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
KNMG adviseert politieke partijen over gezondheidspolitiek
Voor kwaliteit, professionaliteit en volksgezondheid
Utrecht, 15 augustus 2006 - De artsenfederatie KNMG beschouwt de gezondheidszorg niet primair als een collectieve kostenpost, maar vooral als een sector die van groot belang is voor de Nederlandse economie, het welzijn van de samenleving en de vooruitgang in wetenschap en techniek. Vanuit dat perspectief doet de KNMG voorstellen voor de nieuwe verkiezingsprogramma's en de komende kabinetsperiode, onder het motto: "Voor kwaliteit, professionaliteit en volksgezondheid".
Het zorgstelsel
De KNMG ondersteunt de gereguleerde marktwerking die de basis vormt van het zorgstelsel, mits iedereen fysiek en financieel toegang heeft tot medisch noodzakelijke zorg. De overheid moet financieel verantwoordelijkheid dragen voor groepen die niet (voldoende) verzekerd zijn voor de noodzakelijke zorg.
De KNMG vindt dat marktwerking nooit ten koste mag gaan van de toegankelijkheid en kwaliteit van medisch noodzakelijke zorg. Goedkope doch kwalitatief minderwaardige zorg mag geen oogmerk of effect zijn van marktwerking. De overheid moet dit bewaken, onder meer via goed kwaliteitsbeleid
Artsen zijn gehouden om kwalitatief hoogwaardige zorg te leveren die afgestemd is op de patiënt en daarbij het meest doelmatige en doeltreffende alternatief te kiezen. Artsen die kwalitatief en doelmatig verantwoord werken zijn de enigen samen met de patiënt die juiste beslissingen kunnen nemen over uit te voeren medische interventies. Zorgverzekeraars noch anderen kunnen en mogen die rol op zich nemen.
De financiering van de care in Nederland moet dringend worden herzien. De KNMG vindt dat de ouderenzorg overgeheveld moet worden naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Ditzelfde geldt voor de zorg voor (verstandelijk) gehandicapten zonder langdurige behoefte aan intensieve zorg. Zo worden ongewenste financiële schotten opgeheven.
Professioneel handelen, professionele verantwoordelijkheid
De KNMG vindt dat de professionele ruimte niet moet worden ingeperkt door zorgverzekeraars en toezichtsautoriteiten, die om financiële -, mededingings- of andere redenen bepalen welke zorg, wanneer, in welke mate en door wie mag worden geleverd tegen welke (maximale) prijs. Toezicht is nodig, maar kan te ver doorslaan en daarmee de zorg verbureaucratiseren en schematiseren.
De professionele autonomie van artsen is een noodzakelijke voorwaarde voor verantwoorde zorg aan de individuele patiënt. Daarom is duidelijkheid nodig over de rol en verantwoordelijkheid van professionals ten opzichte van toezichthouders, zorgverzekeraars en overheid.
Artsen moeten een formele adviesrol krijgen in de samenstelling van het zorgpakket, want zij weten wat noodzakelijke zorg is. Het gevolg is dat het draagvlak onder artsen wordt vergroot en dat artsen doelmatiger kunnen werken.
Preventie en gezondheidsbevordering
De minister van VWS benadrukt het grote belang van preventie en gezondheidsbevordering. Hierdoor zouden ook de sterk stijgende kosten voor cure en care in de hand te houden zijn. Er moet in de komende kabinetsperiode veel meer geld dan in de afgelopen jaren worden uitgetrokken om toekomstgericht en sectoroverstijgend beleid te ontwikkelen voor preventie en gezondheidsbevordering. Op den duur zou dit wellicht kunnen leiden tot minder ziekte, meer welbevinden, minder uitval en meer maatschappelijke - en arbeidsparticipatie.
---
Noot voor de redactie,