Kamervragen Van de Beeten over de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
Kamerstuk, 14-8-2006
De Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20017
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2707987
14 augustus 2006
Antwoorden van de minister op de vragen van het Kamerlid Van de Beeten
(CDA) over de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO).
Vraag 1.
Kent u de brief van de RMO aan de Regering en de Staten-Generaal van
14 juli jl.?
Antwoord 1.
Nee, deze brief heb ik niet ontvangen. Navraag door mijn departement
bij de RMO leert dat deze brief ook nog niet is verzonden.
Vraag 2.
Is het waar, dat in de begroting van het ministerie van VWS voor 2007
geen middelen meer voor een autonoom functionerende RMO worden
opgevoerd?
Vraag 3.
Zo ja, acht u het staatsrechtelijk juist c.q. gewenst dat in de status
van een bij wet ingestelde Raad (Wet van 30 januari 1997 houdende
instelling van een vast college van advies op het terrein van de
maatschappelijke ontwikkeling (Wet op de Raad voor maatschappelijke
ontwikkeling) Staatsblad 1997, 103) wijziging wordt gebracht of deze
wordt opgeheven via een begrotingswet en derhalve zonder dat de
Staten-Generaal machtiging is gevraagd tot zo'n statuswijziging door
een voorstel van wet tot wijziging of intrekking van genoemde
instellingswet?
Vraag 4.
Klemt dat niet temeer waar de Eerste Kamer, die geen recht van
amendement heeft, zulks bij de behandeling van de begrotingswet niet
kan corrigeren?
Vraag 5.
Welke rol speelt daarbij voor de regering de omstandigheid, dat het
een Raad is die geacht wordt mede beide Kamers van de Staten-Generaal
- derhalve ook de Eerste Kamer - van advies te dienen?
Vraag 6.
Indien u de primaire vraag onder 3 ontkennend beantwoordt, bent u dan
bereid te bevorderen dat in de begroting voor 2007 de noodzakelijke
middelen ter uitvoering van de instellingswet worden opgenomen en de
uitgave daarvan pas wordt gestaakt of gewijzigd nadat de
instellingswet is gewijzigd of ingetrokken? Zo nee, op welke grond of
gronden?
Antwoord 2 t/m 6.
De begroting 2007 wordt op dit moment opgesteld en wordt op
Prinsjesdag aangeboden aan het parlement. Ik kan over de begroting op
dit moment geen mededelingen doen.
Met betrekking tot de VWS-adviesstructuur ben ik voornemens een aantal
maatregelen te treffen ter invulling van het Kabinetsbeleid omtrent de
kennis- en adviesfunctie. Daarbij speelt tevens de motie-Verhagen een
belangrijke rol met als strekking een korting van 25% op de
adviesraden. Bij brieven d.d. 4 april 2006 heb ik de Tweede Kamer
geïnformeerd over de wijze waarop VWS hieraan invulling heeft gegeven.
Op verzoek van de Tweede Kamer heb ik in mijn brief d.d. 9 augustus
2006 de toekomstige VWS-adviesstructuur nader toegelicht.
In dit kader ben ik onder meer voornemens de RMO op te heffen. Een
wetsvoorstel hiertoe is in voorbereiding. Ook nadat het voornemen om
de RMO op te heffen binnen het Kabinet nader is bezien, is vastgesteld
dat gegeven de motie-Verhagen er binnen VWS geen mogelijkheden zijn om
de RMO in stand te houden. Evenmin bleken andere departementen bereid
of in staat tot het voteren van de voor instandhouding noodzakelijke
middelen. Totdat het wetsvoorstel is goedgekeurd zullen geen
onomkeerbare stappen worden gezet.
De RVZ gaat per 1 januari 2007 fungeren als dé strategische adviesraad
op het hele VWS-terrein. Het werkprogramma van de RVZ zal door mij
worden vastgesteld. Op basis van dit programma zal ook het budget
worden bepaald. Er wordt op dit moment een nieuw secretariaat
ingericht, waarin medewerkers van de RVZ en de RMO een plaats kunnen
krijgen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport