Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake verslag eerste zitting VN-Mensenrechtenraad

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag | |Directie Mensenrechten en Vredesopbouw Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag | |

|Datum |11 augustus 2006                    |Behand|Joris Geeven         |
|      |                                    |eld   |                     |
|Kenmer|DMV/MR-06/279                       |Telefo|070 - 348 53 13      |
|k     |                                    |on    |                     |
|Blad  |1/7                                 |Fax   |070 - 348 50 49      |
|Bijlag|                                    |joris.geeven@minbuza.nl      |
|e(n)  |                                    |                             |
|Betref|Verslag eerste zitting              |                             |
|t     |VN-Mensenrechtenraad                |                             |
Van 19 tot en met 30 juni vond in Genève de eerste zitting van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) plaats. In mijn brief van 15 juni jl. (kenmerk DMV/MR-222/06, Kamerstuk 2005/2006 30300 V nr. 134) informeerde ik u over de inzet van Nederland voor het eerste jaar van de Raad. Graag doe ik u hierbij verslag van de eerste zitting van de Raad, alsmede de speciale zitting van de Raad op 5 en 6 juli.


1. Opening

De eerste zitting van de MRR werd geopend door de voorzitter van de Algemene Vergadering van de VN, de heer Jan Eliasson, die het onderhandelingsproces over de oprichtingsresolutie van de MRR leidde. Vervolgens spraken de secretaris-generaal van de VN Kofi Annan en de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens, Louise Arbour, de Raad toe. In hun toespraken benadrukten zij dat de mensenrechten met de instelling van de Raad definitief verheven zijn tot één van de drie pijlers van de VN. Louise Arbour zei dat de instelling van de Raad mensenrechten op gelijke voet zet met veiligheid en ontwikkeling.

Na de opening werd de Mexicaanse ambassadeur De Alba unaniem gekozen tot eerste MRR-voorzitter. De Alba benadrukte in zijn toespraak de noodzaak van een uitgebalanceerde MRR-agenda die alle rechten zal omvatten en verbetering zal aanbrengen in de onderlinge coördinatie tussen de verschillende VN-organen. Naast Mexico werden Jordanië (Aziatische Groep), Tsjechië (Oost Europa), Zwitserland (Westerse Groep) en Marokko (Afrikaanse Groep) gekozen in het bureau met vier vice-voorzitters.


2. 'High Level Segment'

Veel ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders spraken tijdens het 'high level segment' over de verwachtingen die staten hebben van de nieuwe Raad. Namens Nederland benadrukte ik dat de leden van de MRR een zware verantwoordelijkheid hebben om aan de hoge verwachtingen van de Raad om effectief mensenrechtenschendingen aan te pakken, te voldoen. Ik zei dat de Raad het potentieel heeft om een verbetering te worden ten opzichte van de voormalige Mensenrechtencommissie, maar dat de Raad zal worden beoordeeld op resultaten en op zijn vermogen om zich te richten op inhoudelijke mensenrechtenkwesties. In mijn toespraak heb ik aangeboden dat Nederland graag bereid is als een van de eersten de toetsing in het kader van de 'Universal Periodic Review' te ondergaan.


3. Inhoudelijke mensenrechtenkwesties

Na de opening en het 'high level segment' werd de agenda voor de eerste zitting vastgesteld. De Raad besloot dat er naast procedurele kwesties en over de verslagen van de werkgroepen van de voormalige MRC ook over een aantal inhoudelijke mensenrechtenkwesties zou worden gesproken, onder agendapunt 4: 'implementatie van resolutie 60/251'. Dit agendapunt zou worden afgerond met een consensustekst in de vorm van een voorzittersverklaring.

Aan het einde van de eerste week werd overeenstemming bereikt over de onderwerpen die onder dit agendapunt behandeld zouden worden: de situatie in de bezette Palestijnse gebieden, het Abuja vredesproces voor Soedan, het voorkomen van religieuze en raciale haat, mensenrechten van migranten en mensenrechtenactivisten. Door de escalatie van het Israëlisch-Palestijnse conflict en de inval van Israëlische troepen in Gaza bleken niet alleen de Arabische delegaties en de delegaties uit Islamitische landen, maar ook de delegaties uit andere delen van de wereld niet bereid om overeenstemming over een evenwichtige consensustekst te bereiken. Dit leidde tenslotte tot een separate resolutie van de landen van de Islamitische Conferentie (OIC) over de situatie in de bezette Palestijnse Gebieden. In het kielzog hiervan dienden de OIC-landen ook een aparte resolutie in over het beledigen van godsdiensten. De teksten van beide resoluties bevatten elementen die voor de EU en andere westerse landen onaanvaardbaar waren. De EU was dan ook eensgezind tegen beide resoluties. Uiteindelijk werden de resoluties in stemming gebracht. De resolutie over de bezette Palestijnse gebieden werd na stemming aangenomen (29 voor, 12 tegen, 5 onthoudingen). De EU-leden van de Raad (waaronder Nederland en kandidaat-lidstaat Roemenië), Canada, Japan, Oekraïne en Zwitserland stemden tegen.

Ook de resolutie over religieuze smaad werd na stemming aangenomen (33 voor, 12 tegen, 1 onthouding). De EU-leden van de Raad (waaronder Nederland en kandidaat-lidstaat Roemenië), Canada, Japan, Oekraïne en Zwitserland stemden tegen.


4. Speciale zitting over de bezette Palestijnse gebieden

Op 5 en 6 juli jl. vond op verzoek van de OIC-leden van de Raad tevens een speciale zitting van de Raad plaats over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden. De ontwerpresolutie die door de OIC werd ingediend was vanwege het ongebalanceerde karakter voor Nederland en de andere EU-leden van de Raad onaanvaardbaar. Op verzoek van Canada werd de resolutie in stemming gebracht. De EU-leden van de Raad (waaronder Nederland) stemden tegen de resolutie. De resolutie werd na stemming aangenomen (29 voor, 11 tegen, 5 onthouding).

De EU heeft wel benadrukt dat het houden van een speciale zitting op zich verwelkomd moet worden. De EU heeft tijdens de onderhandelingen over de oprichtingsresolutie van de Raad aangedrongen op een krachtig mechanisme van speciale zittingen, waarmee snel op urgente situaties kan worden gereageerd.


5. Behandeling verslagen MRC-werkgroepen

De behandeling van de verslagen van de vijf werkgroepen van de Mensenrechtencommissie verliep zonder controverse en resulteerde in vijf resoluties. Alleen over de resolutie over de verklaring inzake de rechten van inheemse volkeren werd gestemd. De overige resoluties werden zonder stemming aangenomen.

Optioneel protocol ESOCUL-verdrag
De inzet van initiatiefnemer Portugal en de mede-indieners was de verlenging van het mandaat voor de werkgroep en opdracht aan de werkgroep daadwerkelijk aan de slag te gaan met het opstellen van een ontwerpprotocol voor een klachtrecht bij het verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten op basis van een eerste ontwerptekst voor een dergelijk protocol van de voorzitter.

Nederland heeft samen met een aantal andere landen benadrukt dat in het eerste ontwerp van het facultatief protocol de verschillende gezichtspunten over een dergelijk protocol aan bod moesten komen. Uiteindelijk werd er overeenstemming bereikt over een tekst waarin de werkgroep wordt gevraagd de werkzaamheden voor een periode van twee jaar voort te zetten, te beginnen met de opstelling van een ontwerp facultatief protocol waarin de verschillende hoofdbenaderingen voor een protocol naar voren komen, inclusief over de reikwijdte en toepassing van een optioneel protocol. De resolutie met de verlenging en de inhoud van het mandaat van de werkgroep werd zonder stemming aangenomen.

Verklaring over de rechten van inheemse volkeren
De ontwerpverklaring inzake de rechten van inheemse volkeren werd na stemming aangenomen. De meerderheid van delegaties benadrukte dat de voorliggende tekst ondanks alle tekortkomingen uiteindelijk het best haalbare resultaat is na een onderhandelingsproces van meer dan tien jaar, dat verder onderhandelen geen beter resultaat zal opleveren en dat de tijd gekomen is om de onderhandelingen over de tekst af te ronden. Het EU-voorzitterschap zei mede namens Nederland dat de tekst een goede balans heeft gevonden tussen de rechten van inheemse volken, van staten en van anderen. Een aantal staten met een significante inheemse bevolking (de VS, Australië, Nieuw Zeeland, Rusland en Canada) herhaalde hun oppositie tegen de verklaring en zei bezwaren te hebben tegen enkele materiële bepalingen in de tekst met betrekking tot de kwestie van het zelfbeschikkingsrecht en de verhouding tussen collectieve rechten en individuele mensenrechten. De verklaring werd met ruime meerderheid aangenomen en ter bekrachtiging aan de AVVN doorgestuurd.

Verdrag tegen gedwongen verdwijningen
Het verdrag tegen gedwongen verdwijningen werd zoals verwacht zonder stemming aangenomen en ter bekrachtiging doorgestuurd naar de AVVN.

Opvolging Durban wereldconferentie tegen racisme
De resolutie met de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van de werkgroep inzake de effectieve implementatie van de Durban verklaring en het actieprogramma tegen racisme werd zonder stemming aangenomen.

Recht op ontwikkeling
De procedurele resolutie over de verlenging van het mandaat van de werkgroep over de implementatie van het recht op ontwikkeling werd zonder stemming aangenomen.


6. Procedurele kwesties

Enigszins tegen de verwachting in was het relatief gemakkelijk om overeenstemming te bereiken over het werkprogramma van de Raad voor 2006 en 2007, de doorlichting en verlenging van de MRC-mandaten en de instelling van een werkgroep die de modaliteiten voor het systeem van 'Universal Periodic Review' gaat uitwerken.

Verlenging en doorlichting van MRC-mandaten
Alle mandaten van de voormalige MRC zijn door de MRR met maximaal een jaar verlengd. De MRR besloot ook dat de mandaten conform de oprichtingsresolutie van de Raad doorgelicht zullen worden. De twee resoluties werden zonder stemming aangenomen. De resoluties zijn geheel in lijn met de uitgangsposities van de EU.

'Universal Periodic Review'
De Raad heeft een intergouvernementele werkgroep ingesteld die onder voorzitterschap van MRR-voorzitter De Alba en met behulp van een facilitator de modaliteiten voor het systeem van 'Universal Periodic Review' gaat uitwerken. De werkgroep zal regelmatig verslag uitbrengen aan de Raad, te beginnen tijdens de tweede zitting van de MRR in september.

MRR-werkprogramma 2006/2007
De Raad bereikte overeenstemming over het werkprogramma voor 2006 en 2007. De tweede zitting van de Raad vindt plaats van 18 september tot en met 6 oktober. Tijdens deze zitting worden de verslagen van de speciale procedures en het verslag van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens, Arbour, behandeld. Ook enkele openstaande individuele klachten tegen Iran en Oezbekistan zullen door de Raad worden behandeld. Tijdens de derde zitting van 27 november tot en met 8 december zal de nadruk liggen op de voortgang van de werkgroep die de mandaten van de speciale procedures doorlicht en de werkgroep die de modaliteiten voor de 'Universal Periodic Review' uitwerkt. Tijdens de vierde zitting van 12 maart tot en met 6 april 2007 zullen er besluiten genomen worden over de mandaten en over het systeem van 'Universal Periodic Review'. Ook zal de Hoge Commissaris tijdens deze zitting haar jaarverslag presenteren en zullen de speciale procedures verslag uitbrengen aan de Raad. Nederland zal zich er voor inspannen dat de Raad zich tijdens de komende zittingen uitspreekt over belangrijke mensenrechtensituaties en bij urgente mensenrechtenschendingen zo nodig in speciale zittingen bijeen komt.


7. Appreciatie eerste zitting MRR

Het is nog te vroeg om te concluderen of de hooggespannen verwachtingen door de nieuwe Mensenrechtenraad worden waargemaakt. Ontegenzeggelijk heeft de Raad tijdens de eerste zitting een aantal resultaten geboekt. De EU en met name ook de Mexicaanse voorzitter De Alba hebben zich ingespannen om van de eerste zitting een succes te maken en een nieuwe start te maken, zoals voorzien in de oprichtingsresolutie van de Raad en lijken daar deels in geslaagd te zijn.

Daar staat tegenover dat ook ongewenste resultaten zijn gerealiseerd. Zo werd de eerste zitting ontsierd door de aanname van twee door de OIC ingediende resoluties die niet op consensus konden rekenen en waarover onderhandelingen niet mogelijk bleken. Ook het verloop van de speciale zitting van de Raad op 5 juli was teleurstellend. De EU heeft benadrukt het houden van een speciale zitting op zich te verwelkomen. Ook de EU is bezorgd over de mensenrechtensituatie in de bezette Palestijnse gebieden en de recente escalatie van geweld. De EU is echter niet tevreden over de gang van zaken rondom de behandeling van deze kwestie in de Raad.

De EU heeft vanaf het begin ingezet op een op consensus gebaseerde voorzittersverklaring over de vijf van tevoren overeengekomen inhoudelijke onderwerpen. De EU heeft zich op een constructieve manier geëngageerd in open onderhandelingen om tot overeenstemming te komen over de tekst, helaas zonder resultaat. De OIC kwam in antwoord daarop met een voor veel landen onacceptabele tekst die zonder consultatie vooraf werd ingediend en in stemming gebracht. Ook de ontwerpresolutie voor de speciale zitting van de Raad werd op het laatste moment en zonder onderhandelingen over de tekst ter behandeling aan de Raad aangeboden. De EU heeft benadrukt dat deze gang van zaken niet strookt met de voorziene nieuwe werkmethoden van de Raad. Gezien de nieuwe stemverhoudingen in de Raad, die voor de EU en gelijkgezinde landen minder gunstig uitpakken dan de verhoudingen in de Mensenrechtencommissie, is het voor de EU moeilijker geworden om een meerderheid te vinden voor EU standpunten of om resoluties te blokkeren. De OIC kan in de nieuwe situatie betrekkelijk gemakkelijk een meerderheid van stemmen genereren. Hierdoor is ook de onderhandelingsdynamiek in de Raad veranderd. De EU zal in de komende zittingen meer aansluiting moeten zoeken bij andere regionale groepen. De EU zou zich bijvoorbeeld kunnen inzetten om gelijkgezinde landen in Latijns Amerika te overtuigen van EU standpunten om te voorkomen dat zij zoals tijdens de eerste zitting de zijde van de OIC kiezen en voor de EU onacceptabele resoluties steunen. Desalniettemin valt te bezien welke gevolgen de stemverhoudingen in de Raad zullen blijken te hebben voor door de EU voorgestane posities. Dat het moeilijker dan voorheen zal zijn om te komen tot door de Unie gewenste resultaten, lijkt echter nu al duidelijk.

Daar staat tegenover dat alle procedurele kwesties zonder de verwachte tegenstand tot een goed resultaat zijn gebracht. De resoluties over het werkprogramma, de verlenging en doorlichting van MRC-mandaten en de instelling van een intersessionele werkgroep voor de uitwerking van het systeem van 'Universal Periodic Review' zijn geheel in lijn met de uitgangspunten van de EU. De meeste delegaties lijken nog altijd bereid om het systeem van 'Universal Periodic Review' op een constructieve manier vorm te geven. Nederland zal zich dan ook blijven inzetten om te zorgen dat er een krachtig mechanisme ontstaat om adequaat mensenrechtensituaties op landenniveau te behandelen. Ook de behandeling van de verslagen van de MRC-werkgroepen heeft niet geleid tot onverwachte resultaten.

Het is zonder meer positief dat de MRC-praktijk van deelname van NGO's en nationale mensenrechteninstituten ook aan de informele onderhandelingen zonder slag of stoot is gecontinueerd. Daarmee is een belangrijk precedent gezet dat niet of moeilijk meer ongedaan kan worden gemaakt. Het is belangrijk dat hiermee voor de eerste keer de NGO's rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op een subsidiair orgaan van de AVVN. Het is ook positief dat de speciale procedures hun werkzaamheden kunnen voortzetten tot de evaluatie van hun mandaten door de Mensenrechtenraad is afgerond.

De VS is teleurgesteld over de eerste zitting van de Raad, maar was nauwelijks bij de onderhandelingen over de verschillende resoluties betrokken. De Amerikaanse ambassadeur sprak over een verloren kans om de Raad zich te laten uitspreken over belangrijke mensenrechtensituaties.

De tweede zitting van de Raad vindt plaats van 18 september tot en met 6 oktober. Zodra er meer duidelijkheid is over de agenda van deze zitting, informeer ik u graag nader over de Nederlandse inzet.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot


---- --