Ministerie jus

http://www.justitie.nl

Wiebe Alkema

070 370 7225

4841
10.08.06

REGELS VOOR INTERNATIONAAL GOEDERENVERVOER OVER BINNENWATEREN VERANDEREN

Als de lading van een binnenvaartschip tijdens een internationaal transport verloren gaat, kan over de vraag van de aansprakelijkheid voortaan een beroep worden gedaan op het Verdrag van Boedapest (CMNI) in plaats van op het nationale recht dat van land tot land kan verschillen. De Wet internationaal goederenvervoer over de binnenwateren die op 1 oktober 2006 in werking treedt, maakt dit mogelijk.
Deze wet heeft geen gevolgen voor het nationale goederenvervoer, tenzij partijen zelf het CMNI contractueel van toepassing verklaren.

Voor de internationale binnenvaart is deze ontwikkeling gunstig omdat de rechtszekerheid toeneemt. Meer eenheid in regelgeving maakt het binnenvaartrecht eenvoudiger, bespaart kosten en stimuleert op den duur het grensoverschrijdende goederenvervoer.

De nieuwe wet voert het Verdrag van Boedapest uit dat op 22 juni 2001 is gesloten. Daarin staan afspraken over de rechten en plichten van partijen die een overeenkomst sluiten voor het internationaal vervoer van goederen en de aansprakelijkheid voor schade aan de lading. Het gaat dan bijvoorbeeld over wie welke informatie over de te vervoeren goederen moet verschaffen en hoe ze verpakt moeten zijn. Om bewijsredenen dient voor elk vervoer een vervoersdocument te worden opgemaakt.

Verder rust op de vervoerder een schuldaansprakelijkheid met omgekeerde bewijslast voor schade aan of verlies van de goederen tijdens het vervoer. Dit betekent dat de vervoerder aansprakelijk is voor deze schade tenzij hij bewijst dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Onder omstandigheden is een beroep op een bijzondere ontheffing van aansprakelijkheid mogelijk bijvoorbeeld als de schade het gevolg is van onvoldoende of gebrekkige identificatiemarkeringen van de goederen.

Beperking of uitsluiting van de in het Verdrag van Boedapest geregelde aansprakelijkheid is niet toegestaan. Een uitzondering daarop geldt voor de contractuele uitsluiting door de vervoerder van zijn aansprakelijkheid voor schade door een nautische fout, brand of explosie aan boord van het schip of gebreken aan het schip die al bestonden voor aanvang van het vervoer en niet te ontdekken waren. De door de vervoerder te betalen schadevergoeding is in beginsel gelijk aan de waarde van de beschadigde of verloren gegane goederen voor zover dit bedrag de in het verdrag vastgestelde aansprakelijkheidsgrenzen niet te boven gaat.