Rechtbank 's-Gravenhage

Geen recht van overpad op pad tussen huizen Piet Heinstraat in Leidschendam

âs-Gravenhage, 9 augustus 2006 â De voorzieningenrechter van de rechtbank âs-Gravenhage heeft vandaag uitspraak gedaan in het kort geding dat omwonenden van de Piet Heinstraat in Leidschendam hadden aangespannen tegen een huiseigenaar die op een dwarspad tussen zijn huis en het buurhuis, op zijn erfgrens, een schutting heeft geplaatst.

De omwonenden hadden gevorderd dat deze huiseigenaar gelast zou worden de schutting te verwijderen, in die zin dat het oorspronkelijke recht van overpad tussen de beide huizen hersteld zou worden.

De voorzieningenrechter heeft de vordering afgewezen.

In deze zaak ging het om de vraag of de omwonenden een recht van overpad, een erfdienstbaarheid, hebben verkregen op het betreffende pad door (extinctieve) verjaring. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet het geval.

Op grond van het huidige recht, dat sinds 1992 van kracht is, geldt voor extinctieve verjaring een termijn van 20 jaar. Deze 20 jaar is nog niet verstreken. Op grond van het recht van vóór 1992 kon een recht op erfdienstbaarheid helemaal niet verkregen worden door extinctieve verjaring.

De conclusie van de voorzieningenrechter is dan ook dat noch naar het recht van vóór 1 januari 1992 noch naar het recht van daarna de verjaringstermijn voltooid is. Er is geen erfdienstbaarheid door extinctieve verjaring verkregen. Daarom is de vordering van de omwonenden afgewezen.
De voorzieningenrechter neemt daarbij in aanmerking dat de vordering uitdrukkelijk alleen gebaseerd was op extinctieve verjaring.

Het vonnis kan geopend worden via de link met het LJ-nummer onder aan deze pagina.

LJ Nummer

AY5865


Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 9 augustus 2006