Geen aanwijzingen voor fraude in betaald voetbal
Den Haag, 9 augustus 2006
Het openbaar ministerie in Den Haag heeft het oriënterend onderzoek
naar fraude in het Nederlandse betaald voetbal afgesloten. Dit
onderzoek was erop gericht vast te stellen of er strafbare feiten
hebben plaatsgevonden. Daarvan is niets gebleken. In het onderzoek is
geen enkel bewijs gevonden dat er spelers omgekocht zijn. Ook is niet
gebleken dat spelers benaderd zijn om uitslagen van wedstrijden te
beïnvloeden, noch dat zij anderen daartoe benaderd zouden hebben. Het
openbaar ministerie heeft op grond van deze resultaten besloten geen
verdere vervolging in te stellen.
Start van het onderzoek
In januari van dit jaar is aangifte gedaan door een ex-vriendin van
een speler van ADO Den Haag bij de politie in Rotterdam. Deze
aangeefster heeft enkele verklaringen afgelegd over spelers die tegen
betaling de uitslagen van wedstrijden zouden hebben beïnvloed in het
seizoen 2004-2005. Ook werd de politie Rotterdam benaderd door het
blad Voetbal International. De redactie van dat blad liet weten te
beschikken over informatie over omkoping in het Nederlands betaald
voetbal. De politie in Rotterdam heeft de zaak overgedragen aan het
Haagse OM, omdat met name een speler in beeld was die in het seizoen
2004-2005 voor de Haagse voetbalclub ADO speelde. Op grond van de
aangifte en de informatie van Voetbal International hebben 15
rechercheurs van het Bureau Bovenregionale Recherche onder leiding van
een Haagse officier van justitie een oriënterend onderzoek
uitgevoerd.
Het onderzoek heeft zich met name gericht op gedrag van een aantal
spelers rond wedstrijden van ADO Den Haag en van RBC in het seizoen
2004-2005. Er zijn in het onderzoek geen aanwijzingen naar voren
gekomen om gedragingen rond wedstrijden van andere clubs te
onderzoeken. In de loop van dit onderzoek zijn vier personen als
verdachte aangemerkt. Zij zijn gehoord en er heeft naar hen een
financieel onderzoek plaatsgevonden. Daarnaast zijn negen betrokkenen,
veelal uit de wereld van het betaald voetbal, als getuige verhoord.
Zowel van verdachten als van een aantal getuigen zijn gedurende enige
tijd de telefoons getapt. Een aantal fragmenten van
voetbalwedstrijden, die in getuigenverklaringen genoemd waren, zijn
bestudeerd en voorgelegd aan verdachten en getuigen. Op geen enkele
wijze is de verdenking van fraude door verdachten bewezen kunnen
worden.
Publiciteit
Het openbaar ministerie betreurt het dat dit onderzoek door het blad
Voetbal International voortijdig in de publiciteit is gebracht. Door
deze publiciteit is ten eerste de goede naam van een aantal spelers en
clubs in diskrediet gebracht, zonder dat daar enige grond voor was.
Het OM heeft vanaf het begin van het onderzoek geweigerd namen van in
het onderzoek betrokken clubs of spelers te noemen of te bevestigen.
Nu het onderzoek niet tot strafbare gedragingen heeft geleid,
verstrekt het OM ook achteraf geen informatie over de identiteit van
individuele personen. In de tweede plaats was het door deze
publiciteit niet goed meer mogelijk het onderzoek in alle rust uit te
voeren. Doordat veel informatie uit de aangifte op straat lag,
beschikten verdachten en getuigen over deze informatie voorafgaand aan
de verhoren. Ook was het mogelijk geweest dat getuigen en verdachten
hun verhalen op elkaar af zouden stemmen. Er zijn geen aanwijzingen
dat dit laatste ook inderdaad gebeurd is.
---
Openbaar Ministerie