Shortsea-trafiek in Vlaamse havens overschrijdt voor het eerst 60 miljoen ton Halfjaarcijfers bevestigen sterke trafiekgroei

In de eerste helft van dit jaar kenden de Vlaamse zeehavens een zeer sterke groei van hun shortsea-trafiek. Uit cijfers die zopas werden vrijgegeven door Promotie Shortsea Shipping Vlaanderen, blijken de volgende krachtlijnen:


- Voor de eerste keer overschrijdt de shortsea-lading in de Vlaamse zeehavens de 60 miljoen ton voor de eerste helft van het jaar.
- De SSS-groei in % in het eerste semester lag zelfs hoger dan de groei van SSS-trafiek, gerealiseerd in het hele jaar 2005.
- Shortsea shipping vertegenwoordigt meer dan de helft van de totale trafiek in de havens.

- Zowel op het Albertkanaal als op het Zeekanaal is er een opvallende herneming van de fluvio-maritieme trafiek, wat een trendbreuk betekent.

Shortsea shipping (SSS) betreft alle vervoer ter zee, zowel van goederen als van passagiers, waarbij de oceaan niet wordt gekruist. In het bijzonder gaat het om de vaart langs de Europese kusten, waarbij zeeschepen desgevallend ook tot diep in het binnenland opstomen langs rivieren en kanalen.

Mede door de steun van de Europese Commissie, is shortsea shipping de jongste jaren uitgegroeid tot een vervoersmodaliteit die een belangrijke bijdrage levert in de modal split. Omdat het wegtransport steeds vaker geconfronteerd wordt met congestie op de Europese wegen, vinden verladers en ook expediteurs tegenwoordig voor de meeste grote verbindingen een alternatief in de shortsea, bvb. vanuit de Vlaamse havens naar Bordeaux, Lissabon of Kopenhagen. Met name voor containers is het dikwijls slimmer om ze op de kade af te zetten voor shortseatransport, met voor- en natransport via binnenvaart , weg of spoor.
In het eerste semester van 2006 werden aldus meer dan 60 miljoen ton goederen vanuit Vlaamse havens verscheept met shortsea shipping (om precies te zijn: 60.070.089 ton). Dat is 6,2 procent meer dan in de overeenkomstige periode van 2005 en bijna een kwart meer (24,7 procent) dan vijf jaar geleden. Het is de eerste keer in de geschiedenis dat de kaap van 60 miljoen ton in één semester wordt bereikt.

De groei van de shortsea-trafiek ligt aanzienlijk hoger dan de totale economische groei. De 6,2 procent semestriële toename van dit jaar is ook groter dan de totale SSS-groei (5,3 procent) in het volledige jaar 2005, wat wijst op een versnelling van de groei. De groei doet zich voor in alle havens, behalve in Oostende waar er een beperkte achteruitgang van shortsea was in het eerste semester - volgend op een verdubbeling van de activiteit in de afgelopen vijf jaar.

Met voorsprong blijft Antwerpen de belangrijkste zeehaven voor shortsea shipping. In de Scheldehaven werd in het eerste halfjaar niet minder dan 36,4 miljoen ton vracht verscheept met shortsea shipping. Dat vertegenwoordigt 60,7 procent van alle shortsea in Vlaanderen. Toch loopt het relatief belang van Antwerpen enigszins terug, vooral als gevolg van de sterke inhaalbeweging die Zeebrugge met zijn SSS realiseerde.

Meer dan de helft van alle trafiek in de Vlaamse zeehavens bestaat uit SSS-trafiek: 50,9 procent in het eerste semester van 2006. Een analyse van de cijfers bevestigt ook hier dat SSS marktaandeel wint: hoewel de maritieme trafiek sterk stijgt, groeit de SSS-trafiek nog sneller.

De grootste stijger in het eerste semester waren de SSS-trafieken in Zeebrugge (plus 11,8 procent tot 14,4 miljoen ton). Gent noteerde een toename met 8,6 procent tot 5,4 miljoen ton, en in Antwerpen groeide de shortsea trafiek nog met 5,2 procent ondanks het al zeer hoge niveau van 36,4 miljoen ton. In absolute groeicijfers was Antwerpen de koploper met een toename van 1.810.765 ton SSS-vracht, op de voet gevolgd door Zeebrugge dat een absolute stijging optekende van
1.525.769 ton.

Het relatief belang van shortsea verschilt van de ene tot de andere haven. Nergens is shortsea zo belangrijk als in Oostende, waar de SSS-trafiek 99,4 procent van alle havenactiviteit vertegenwoordigt. In Zeebrugge staat SSS voor 73,8 procent van de totale trafiek, in Gent is dat 48 procent. In de grootste zeehaven van het land, vertegenwoordigt SSS nog 43,7 procent van alle trafiek.

Een belangrijke troef van shortsea shipping is dat het maritiem traject kan 'verlengd' worden op de grote rivieren en kanalen, waardoor SSS-vracht zonder overslag tot diep in het binnenland kan aangevoerd worden. Na enkele jaren van afnemende belangstelling, een gevolg van infrastructurele beperkingen, zitten de fluvio-maritieme trafieken opnieuw in de lift.

Zowel het aantal zeeschepen dat op de binnenwateren kwam als de aan- of afgevoerde vracht namen toe. In het eerste semester werden op het Albertkanaal 182 geladen schepen geteld. Ze vervoerden 260.484 ton, een toename met 22.813 ton tegenover dezelfde periode van vorig jaar en een trendbreuk met de afgelopen jaren. Op het Zeekanaal verschenen 188 schepen, twee meer dan in het eerste semester van 2005. Deze schepen zorgden voor 548.511 ton SSS-vracht, een toename met 29.328 ton tegenover vorig jaar. Op semesterbasis wordt nu op het Zeekanaal opnieuw meer vracht vervoerd dan vijf jaar geleden en reeds 192.204 ton vracht meer dan op het dieptepunt in het eerste semester van 2003.

Aandacht redacties:
Voor bijkomende inlichtingen en gedetailleerde cijfers: Willy De Decker
Tel.: +32 3 20 20 521
E-mail: willy.de.decker@shortsea.be