MINLNV: Wijziging regeling Voorthuizen

Ministerie lnv

http://www.minlnv.nl

Wijziging regeling Voorthuizen

Deze regeling betreft een wijziging van de Tijdelijke regeling beperkingen in verband met laagpathogene Aviaire Influenza 2006 (hierna: de regeling), teneinde enkele versoepelingen in de beperkingen door te voeren.

Ten eerste wordt artikel 3, derde lid, onderdeel b, zodanig aangepast dat het vervoer van consumptie-eieren naar het gebied toe is toegestaan. Het vervoer van consumptie-eieren naar pakstations en soortgelijke inrichtingen is echter slechts dan toegestaan, indien aan dat pakstation of die inrichting een vrijstelling of ontheffing is verleend om de consumptie-eieren, na verwerking op het bedrijf, weer van het bedrijf af te voeren. Voor het vervoer van consumptie-eieren binnen en uit het gebied blijven de voorschriften hetzelfde.

Aan de uitzonderingen in artikel 3, derde lid, van de regeling wordt tevens een nieuw onderdeel toegevoegd. Doorvoer over de autosnelwegen A1 en A30, en over het spoor is toegestaan, mits er tijdens de doorvoer door het gebied niet gestopt of halt gehouden wordt. Het gaat hier om het vervoer van de dieren, producten en stoffen, waarvan het vervoer ingevolge artikel 3, eerste lid, verboden is.

De tweede wijziging heeft betrekking op het verplaatsen van gebruikt strooisel, mest en drijfmest van gedomesticeerde zoogdieren uit, naar en binnen het gebied. Artikel 4, eerste lid, maakt het mogelijk om gedomesticeerde zoogdieren uit, naar en binnen het gebied te vervoeren onder de voorwaarden dat de zoogdieren niet afkomstig zijn van een bedrijf waar tevens pluimvee wordt gehouden.
Op grond van deze uitzondering kan vee van bedrijven met bijvoorbeeld uitsluitend koeien en varkens worden verplaatst zonder dat het verbod van artikel 3 wordt overtreden. Logischerwijs dient deze uitzondering ook voor het gebruikte strooisel, de mest en de drijfmest afkomstig van deze dieren te gelden. Artikel 4 is daarop aangepast.

Tenslotte wordt artikel 5 zodanig aangepast dat het verbod van het eerste lid niet van toepassing is ten aanzien van de nieuwe uitzondering betreffende de doorvoer. Deze vervoermiddelen hoeven niet extra gereinigd en ontsmet te worden.

Regeling van
van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, houdende
wijziging van de Tijdelijke regeling
beperkingen in verband met laagpathogene
Aviaire Influenza 2006 inzake doorvoer op
de autosnelweg en vervoer van mest.

Directie Juridische Zaken
TRCJZ/2006/2515

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L10);

Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en derde lid, 31 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

BESLUIT:

Artikel I
De Tijdelijke regeling beperkingen in verband met laagpathogene Aviaire Influenza 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

1. Artikel 3, derde lid, onderdeel b komt te luiden:

b. ten aanzien van het vervoer van consumptie-eieren naar het gebied, met dien verstande dat het vervoer naar een binnen het gebied gelegen pakstation of soortgelijke inrichting alleen dan is toegestaan indien aan dat pakstation of die soortgelijke inrichting op grond van deze regeling wat betreft consumptie-eieren vrijstelling danwel ontheffing is verleend van het verbod van artikel 3, eerste lid;


2. Na artikel 3, derde lid, onderdeel b (nieuw) worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

c. ten aanzien van het vervoer binnen en uit het gebied van consumptie-eieren afkomstig van bedrijven anders dan bedrijven waar zich pluimvee bevindt of bedrijven zoals pakstations en soortgelijke inrichtingen;
d. ten aanzien van doorvoer door het gebied over de autosnelwegen A1 en A30 of over het spoor zonder dat er in het gebied gelost of halt gehouden wordt.

B
Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

1. In afwijking van artikel 3, eerste lid, is het toegestaan om de in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, bedoelde dieren, niet afkomstig van bedrijven waar geen pluimvee aanwezig is, en van die dieren afkomstig gebruikt strooisel, mest en drijfmest te vervoeren.

C
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt het zinsdeel .artikel 3, derde lid,. vervangen door: artikel 3, derde lid, onderdeel a, b en c,.

2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:


3. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de toepassing van artikel 3, derde lid, onderdeel d.

Artikel II
Deze regeling wordt aan de media bekendgemaakt en treedt op 3 augustus 2006, om 17:00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit,

DE DIRECTEUR-GENERAAL
mr. R.M. Bergkamp