Vragen van Leefbaar Hilversum inzake firma Geurtsen
2 augustus 2006
Geacht College,
Leefbaar Hilversum heeft kennis genomen van de rechterlijke uitspraak
betreffende de eis tot schadevergoeding, ingediend door de firma
Geurtsen betreffende de handelwijze van de gemeente bij de behandeling
van een aanvraag voor een bouwvergunning op het terrein van Geurtsen
aan het Achterom.
In essentie wordt hierin uitspraak vastgesteld, dat de gemeente
aansprakelijk is voor de schade welke door de firma Geurtsen is
geleden in de periode 2 januari 1998 tot 30 augustus 2005 ten gevolge
van het ten onrechte weigeren van de afgifte van de door de firma
Geurtsen gevraagde bouwvergunning. De omvang van de schade zal nog
nader door de rechter worden vastgesteld, maar de verwachting is
gerechtvaardigd dat deze, gelet op de periode waarover de schade is
ontstaan, zeer aanzienlijk zal zijn.
Terzelfder tijd diende het college van B&W een voorstel in bij de raad
tot vaststelling van een plan van eisen voor het Achterom, teneinde
dit gebied tot ontwikkeling te brengen met woningbouw.
Het vorige college had deze ontwikkeling voorzien en heeft daarom
intensief beleid gevoerd, dat gericht was op het treffen van een
vergelijk met de firma Geurtsen teneinde:
a. het terrein van de firma Geurtsen te verwerven ten behoeve van een
integrale ontwikkeling van het Achterom;
b. de bedrijvigheid van de firma Geurtsen te verplaatsen naar het
Havenkwartier;
c. met de firma Geurtsen een bedrag aan schadeloosstelling overeen te
komen teneinde a en b mogelijk te maken en onder voorwaarde van finale
kwijting van lopende schadeprocedures.
Het huidige college heeft het wijzer geoordeeld niet tot een dergelijk
vergelijk met de firma te komen en de schadeprocedure op zijn beloop
te laten en intussen een plan van eisen voor het Achterom op te
stellen zonder zich te verzekeren van de medewerking van de firma
Geurtsen.
Deze gang van zaken geeft LH aanleiding tot de navolgende vragen:
1. Is het college met LH van mening, dat de voorgenomen ontwikkeling
van het gebied Achterom integraal dient te zijn en derhalve met
inbegrip van het terrein Geurtsen?
2. Indien dit het geval is op welke wijze denkt het college het
terrein Geurtsen in de nabije toekomst bij de ontwikkeling van het
Achterom te betrekken en tegen welke condities nu de positie van
Geurtsen zo sterk is geworden t.g.v. de rechterlijke uitspraak.
3. Waarom heeft uw college het beleid van het vorige college niet
gecontinueerd en tot een vergelijk met de firma Geurtsen besloten,
zodanig dat de gemeente in het bezit zou zijn gekomen van het
terrein Geurtsen tegen een redelijke vergoeding en onder
voorwaarde van het stopzetten van schadeprocedures?
Met vriendelijk groet,
Namens de fractie van Leefbaar Hilversum,
Dick Klees
Gemeente Hilversum