Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake Conflict Israël/Libanon/Gaza

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, een brief aan over de ontwikkelingen in de crises in het Midden-Oosten sinds het Algemeen Overleg met uw Kamer op 21 juli 2006. Tevens is in deze brief opgenomen het verslag van de buitengewone vergadering van de Raad voor Algemene Zaken en Externe Betrekkingen die op 1 augustus 2006 plaatsvond.

Als bijlagen bij deze brief treft u aan de RAZEB-conclusies inzake het Midden-Oosten, de EU-voorzitterschapsverklaring over Kana van 30 juli alsmede de verklaring van de co-voorzitter van de bijeenkomst van de Lebanon Core Group in Rome op 26 juli jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Libanon

Recente ontwikkelingen
Het geweld in Noord-Israël en in Libanon is de afgelopen periode onverminderd door gegaan. Aanvallen van Hezbollah en Israëlische militaire operaties kostten vele slachtoffers en richtten omvangrijke schade aan civiele infrastructuur aan. In Libanon zijn tot nu toe ruim 550 doden gevallen (waaronder vele burgerslachtoffers) en aan Israëlische zijde ruim 50 (waaronder 19 burgers). Het aantal gewonden aan beide kanten is vele malen hoger.

Naast het vele dagelijkse wederzijdse geweld hebben zich de afgelopen periode twee bijzonder ernstige incidenten voorgedaan: de Israëlische aanval op 25 juli jl. op een post van de VN waarnemersmissie UNTSO waarbij 4 internationale waarnemers om het leven kwamen en de aanval op het Libanese dorp Kana waarbij meer dan 50 burgers (waaronder veel kinderen) omkwamen. De Nederlandse regering heeft haar afschuw uitgesproken over de beschieting van de waarnemersmissie en over de aanval op Kana. Zij heeft haar medeleven uitgesproken met de slachtoffers en hun nabestaanden en het vele menselijke leed ten zeerste betreurd. Het EU-voorzitterschap heeft direkt na de aanval op Kana een verklaring doen uitgaan, waarin het aangeeft geschokt en bedroefd te zijn over deze gebeurtenis. Tijdens de RAZEB op 1 augustus veroordeelden de ministers de raketaanvallen van Hezbollah op Israël, alsmede de Israëlische aanval op Kana. Ministers verklaarden verder dat alle aanvallen tegen VN-personeel onaanvaardbaar waren en betreurden de tragische dood van 4 militaire waarnemers van de VN.

De diplomatieke inspanningen om het geweld in de regio te beëindigen zijn de afgelopen periode onverminderd doorgegaan. In het weekeinde van 28-30 juli jl. bezochten de Finse Raadsvoorzitter Tuomioja - met wie ik in nauw contact sta, EU Speciaal Vertegenwoordiger Otte en Commissaris Ferrerro-Waldner de regio voor gesprekken in Israël, Libanon en de Palestijnse Gebieden in een poging bij te dragen aan de totstandkoming van een staakt-het-vuren. Aan de Israëlische regering werd de ernstige bezorgdheid van de EU overgebracht over het Israëlische optreden in Libanon en werd met klem aangedrongen op een diplomatieke oplossing. Tevens werd gesproken over de humanitaire gevolgen van het Israëlische optreden. In Libanon werd benadrukt dat Libanon diende na te denken over de stappen die naast een staakt-het-vuren gezet dienen te worden om een terugkeer naar de status quo ante te vermijden. Verder werd benadrukt dat het van het grootste belang was dat de raketaanvallen op Israel stopten. De Libanese premier Siniora presenteerde aan de EU een plan voor de beëindiging van de huidige crisis. Dit plan voorziet in een onmiddellijk staakt-het-vuren en zeven actiepunten, te weten: 1) uitwisseling van gevangenen met bemiddeling van het Internationale Rode Kruis, 2) terugtrekking van het Israëlische leger achter de Blue Line alsmede terugkeer van vluchtelingen, 3) naleving van de wapenstilstandovereenkomst van 1949, 4) uitoefening van de soevereiniteit van de Libanese staat over het zuiden van Libanon, overeenkomstig het bepaalde in het akkoord van Taef , 5) Israëlische terugtrekking uit het Shebaa Farms gebied, dat onder jurisdictie van de VN moet worden gesteld. Toegang van Libanese eigenaren tot hun eigendommen aldaar en overhandiging door Israël van de kaarten waarop landmijnen in Zuid-Libanon staan vermeld, 6) versterking van het mandaat van Unifil om de stabiliteit en veiligheid van Zuid-Libanon te garanderen en 7) betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de wederopbouw van Libanon.

Ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleeza Rice, deed de regio aan in een poging een oplossing dichterbij te brengen. Het resultaat van haar besprekingen was dat Israël op 31 juli jl. aankondigde de luchtacties 48 uur op te schorten om een onderzoek naar de aanval op Kana mogelijk te maken en dat gedurende 24 uur een veilige doorgang zou worden gegeven aan burgers die het zuiden van Libanon wilden verlaten. Sindsdien hebben niettemin Israëlische luchtacties plaatsgevonden. Tevens gaf mevrouw Rice aan dat het deze week mogelijk zou moeten zijn in de VN Veiligheidsraad vooruitgang te boeken met een alomvattende regeling die de volgende elementen bevat: 1) staakt-het-vuren, 2) de politieke uitgangspunten op grond waarvan een lange termijnoplossing van de problemen in Libanon bereikt kan worden en 3) een internationale troepenmacht in Zuid-Libanon ter ondersteuning van het Libanese leger. In reactie op de uitspraken van minister Rice over een staakt-het-vuren reageerden zowel Israël als Hezbollah terughoudend. Zoals bekend is de Libanese premier Siniora voorstander van een onmiddellijk staakt-het-vuren, conform zijn bovengenoemde zevenpunten-plan.

Bijeenkomst in Rome
Op 26 juli jl. vond in Rome een bijeenkomst plaats van de Lebanon Core Group. In de verklaring van de Italiaanse co-voorzitter is een aantal thema's opgenomen die voor een duurzame oplossing van de crisis van belang zijn: de wenselijkheid van de instelling van een internationale troepenmacht onder VN-mandaat, een donorconferentie voor de economische wederopbouw van Libanon, de noodzaak van een regionale oplossing en een internationale bijeenkomst met het oog op assistentie voor het Libanese leger. De bijeenkomst in Rome heeft bijgedragen aan de verdere diplomatieke en politieke inspanningen om tot een einde van de crisis te komen. De slotverklaring van de bijeenkomst in Rome treft u als bijlage bij deze brief aan.

VN-Veiligheidsraad

De VN-Veiligheidsraad is sinds het uitbreken van de crisis een aantal maal bijeengekomen. Naar aanleiding van de Israëlische aanval op de waarnemingsmissie UNTSO bereikte de Veiligheidsraad op 27 juli jl. overeenstemming over een voorzitterschapverklaring waarin geschokt kennis werd genomen van de aanval op de VN-post en Israël werd opgeroepen een onderzoek naar de toedracht uit te voeren. Op 30 juli jl. kwam de Veiligheidsraad in een spoedzitting bijeen naar aanleiding van het Israëlische bombardement op het Libanese dorp Kana. In een voorzitterschapverklaring werd onder meer afschuw uitgesproken over het grote aantal burgerslachtoffers van de aanval en werden alle partijen opgeroepen humanitaire hulp ongehinderde toegang te verlenen. De verwachting is dat de VN-veiligheidsraad deze week bijeen zal komen om te spreken over een resolutie die beoogt een einde te maken aan de vijandelijkheden, de context schept voor een bredere politieke regeling en de basis legt voor een internationale troepenmacht.

Europese Unie
Tijdens de RAZEB is uitgebreid gesproken over de jongste gebeurtenissen. In de besprekingen heb ik ingebracht dat de EU een rol kan spelen bij de beëindiging van de crises als vertrouwenwekkende partner. Voor een geloofwaardige bijdrage is een evenwichtige benadering van de EU van belang. Dit houdt niet alleen een weloverwogen strategie in ten aanzien van de betrokken partijen, maar ook een samengaan van de militaire, politiek-diplomatieke en humanitaire elementen, alsmede een oplossing die tot een duurzaam resultaat leidt. Vanzelfsprekend is de EU voorstander van een staakt-het-vuren, maar dat dient zijn onderbouwing te vinden in een VN-resolutie waarin tevens een internationale troepenmacht wordt voorzien met een robuust en helder mandaat. Overeenstemming in de VN-Veiligheidsraad over een politiek raamwerk voor een duurzame oplossing, waarmee alle partijen instemmen, is een voorwaarde voor de ontplooiing van een dergelijke troepenmacht.

Evacuatie Nederlanders
Ten behoeve van het verlenen van consulaire bijstand aan Nederlanders in de getroffen regio is terstond een crisisteam ingericht met als doelstelling de vrijwillige repatriëring van Nederlanders uit Libanon uit te voeren. Op 17 juli jl. is de eerste groep van ca. 290 personen vanuit Libanon naar Nederland teruggekeerd. In totaal zijn tot en met het weekeinde van 23 juli jl. ca. 540 Nederlanders naar Nederland gevlogen. Vanaf het moment van aankomst op de luchthavens in Nederland is in overeenstemming met afspraken hierover de nazorg voor de evacuees overgenomen door het Nationaal Crisis Centrum. Op dit moment bevinden zich nog enkele tientallen Nederlanders in Libanon van wie een deel heeft aangegeven nog niet te willen vertrekken. De resterende evacuatiebehoefte wordt permanent geïnventariseerd, maar is beperkt. In verband met de veiligheidssituatie is verdere georganiseerde evacuatie vanuit (Zuid) Libanon momenteel uiterst moeilijk. De Nederlandse ambassade in Beiroet heeft geregeld contact met de bij de ambassade bekende Nederlanders in Libanon en blijft zich inspannen om Nederlanders die alsnog aangeven terug te willen naar Nederland daarbij te assisteren.

Palestijnse Gebieden

Recente ontwikkelingen Gazastrook
Voorkomen moet worden dat door de ruime internationale aandacht voor de situatie in Libanon en Noord-Israël de crisis in Gaza naar de achtergrond verdwijnt. Bij de pogingen de regio te stabiliseren is een oplossing van deze crisis (en in het verlengde daarvan het Israëlisch-Palestijns conflict) cruciaal.

De afgelopen periode zijn de Israëlische militaire operaties in de Gazastrook doorgegaan. Daarbij vallen met grote regelmaat dodelijke slachtoffers. In totaal zijn in de strijd in de Gazastrook ruim 140 Palestijnse doden gevallen (waarvan ongeveer de helft burgers) en is één Israëlische militair omgekomen. Ook de Palestijnse aanvallen op Israël met Qassam-raketten gingen voort. Deze veroorzaken met name materiële schade. De situatie op de Westelijke Jordaanoever blijft relatief rustig.

In gesprekken met de Israëlische regering sprak de EU afgelopen weekeinde zorg uit over de humanitaire situatie in de Gazastrook en uitte onbegrip over de verwoesting van de enige elektriciteitscentrale in de Gazastrook. Voorts drong de EU aan op vrijlating van de gevangen Palestijnse parlementsleden en ministers. Premier Olmert gaf aan bereid te zijn op elk gewenst ogenblik met president Abbas te spreken, maar dat deze daartoe op dit moment niet bereid zou zijn. Politieke gesprekken vonden niet plaats in de Palestijnse gebieden omdat president Abbas niet in de regio was tijdens het bezoek.

In zijn conclusies heeft de RAZEB nogmaals benadrukt, dat teruggekeerd moet worden naar het onderhandelingsproces, waarvoor de zogeheten Roadmap de basis blijft vormen.

Ondanks het aanhoudende geweld lijkt er enig perspectief op een oplossing van de Gaza-crisis. Mede via Egyptische bemiddeling wordt gewerkt aan een overeenkomst die de volgende elementen zou omvatten: vrijlating van de ontvoerde Israëlische militair, beëindiging van alle Israëlische operaties in de Gaza-strook, stopzetting door de Palestijnse terreurgroepen van de beschieting van Israël en vrijlating (op termijn) door Israël van een aantal Palestijnse gevangenen. Daarnaast zou er interne Palestijnse overeenstemming zijn over een herziene samenstelling van de regering, hoogstwaarschijnlijk leidend tot een regering van nationale eenheid. Gelet op de drie voorwaarden van het Kwartet (erkenning Israël, afzweren geweld en aanvaarding bestaande verplichtingen en overeenkomsten) is de vraag van belang met welk programma een dergelijke regering zou aantreden.

Humanitaire hulp
Sinds het uitbreken van de crisis heeft de regering in totaal E 6,3 mln ten behoeve van humanitaire hulp in de regio ter beschikking gesteld. Daarbij is voorrang gegeven aan het verstrekken van humanitaire hulp via het Rode Kruis en de VN.

Direct na het uitbreken van het geweld heeft Nederland E 3 mln ter beschikking gesteld: E 1 mln voor noodhulp via het Internationale Rode Kruis (ICRC) in Libanon, E 1 mln voor de Palestijnse Gebieden via UNICEF en via het noodhulp coördinatiebureau van de VN (OCHA) en E 1 mln via het Nederlandse Rode Kruis naar zusterverenigingen in Syrië, Libanon en de Palestijnse Gebieden. Voor het TIM heeft Nederland een bijdrage van E 5 mln toegezegd. Nederland gaf in 2006 reeds E 11,8 mln aan UNRWA voor hulpverlening aan Palestijnse vluchtelingen.

Naar aanleiding van eind vorige week naar boven bijgestelde noodhulpverzoeken van het Internationale Rode Kruis en de VN voor Libanon, heeft Nederland besloten tot additionele bijdragen. Een extra bijdrage van E 1,5 mln is toegezegd aan het Internationale Rode Kruis (ICRC). Deze bijdrage is bestemd voor noodhulp aan slachtoffers van het geweld. Het gaat om medische zorg, opvang van ontheemden, voedsel, dekens, schoon water, hygiëne kits en keukensets. Het ICRC heeft momenteel toegang tot gebieden die voor andere hulporganisaties niet meer veilig zijn.

Daarnaast is er een bedrag van E 1,5 mln toegezegd aan het Wereld Voedsel Programma (WFP). De bijdrage aan het WFP wordt vooral gebruikt voor logistieke ondersteuning van de hulpverlening van de VN, hulporganisaties en de Libanese overheid. Tenslotte is E 300.000 aan OCHA in Libanon toegezegd ter versterking van de coördinatie van de hulpverleningsactiviteiten. De totale noodhulpbijdrage aan Libanon komt hiermee op ruim E 4,5 mln.

Nederland heeft voorts toestemming verleend voor de aanschaf van 50 vrachtauto's door het WFP voor Libanon. Het betreft gebruikte niet-militaire vrachtauto's van het Nederlandse ministerie van Defensie. Deze vrachtauto's zijn speciaal geschikt voor moeilijk begaanbaar terrein en zullen worden ingezet voor het vervoer van voedsel en noodgoederen.

De Europese Commissie heeft via ECHO E 20 mln voor Libanon en E 50 mln voor de Palestijnse Gebieden ter beschikking gesteld. Afhankelijk van de ontwikkeling van de crisis, kan het totaalbedrag dat ECHO ter beschikking stelt voor humanitaire hulp in Libanon uiteindelijk oplopen tot maximaal E 50 mln. Voorts stelt de EU via het Rapid Reaction Mechanism E 11 mln beschikbaar voor de Internationale Organisatie voor Migratie voor de repatriëring van uit Libanon gevluchte burgers uit ontwikkelingslanden.

Zoals in de bijgevoegde Raadsconclusies staat vermeld, is door de Commissie en de Lidstaten reeds ruim E 100 mln voorzien aan hulp. Tevens zal de EU bijdragen aan de voorziene donorconferentie voor wederopbouw.

Appreciatie
De regering is ernstig bezorgd over het voortdurende geweld in de regio, waarbij grote aantallen (burger)slachtoffers vallen en civiele infrastructuur op grote schaal wordt verwoest. De humanitaire gevolgen van de crisis zijn enorm. De regering veroordeelt ten stelligste geweld tegen burgers. De vreselijke aanvallen op Noord-Israël en op Kana onderstrepen de noodzaak te komen tot een duurzaam staakt-het-vuren op basis van een politiek akkoord, mede om verder humanitair leed te voorkomen. De regering roept hiertoe alle bij het conflict betrokken partijen nadrukkelijk op. De VN-Veiligheidsraad dient op de kortst mogelijke termijn te komen tot een resolutie die daarvoor de grondslag biedt.

Israël is in staat Hezbollah (militair) te verzwakken, maar kan de organisatie niet uitschakelen. Hezbollah is nauw verbonden met een aanzienlijk deel van de Libanese bevolking. Voor het bereiken van zowel een houdbaar staakt-het-vuren als een duurzame oplossing van de problemen in Libanon is een akkoord nodig waaraan alle partijen hun medewerking verlenen. Dit politieke akkoord zal mede gericht moeten zijn op implementatie van VN-VR resoluties 1559 en 1680. Wil een dergelijk akkoord tot stand komen, dan acht de regering een bredere, regionale aanpak noodzakelijk. Alle lidstaten onderschreven deze benadering tijdens de RAZEB, hetgeen tevens opgenomen werd in de Raadsconclusies.

Ten aanzien van de crisis in Gaza is het meer dan ooit van belang dat, na het sluiten van een overeenkomst waardoor de huidige geweldsronde wordt beëindigd, de positie van president Abbas wordt versterkt. Belangrijke aanknopingspunten in dit verband zijn onder meer duidelijke verbetering van de humanitaire situatie van de Palestijnen, alsmede het vrijgeven door Israël van de achtergehouden belastinginkomsten. Ook de implementatie van de agreement on movement and access (AMA) zou een belangrijke steun voor president Abbas zijn. De regering en de EU zullen hierop bij de Israëlische autoriteiten blijven aandringen. Daarnaast is het van groot belang dat, op basis van de Roadmap, zo snel mogelijk directe onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen op gang komen. Daarbij is, naar het oordeel van de regering, een belangrijke rol weggelegd voor het Kwartet.


-----------------------
Het bezoek van de EU aan Israel vond plaats vóór de aanval op Kana Dit Libanese nationale akkoord uit 1989 bevat onder meer een verplichting tot ontwapening van alle milities in Libanon.


---- --
Conflict Israël/Libanon/Gaza - bijlage 1
Conflict Israël/Libanon/Gaza

International Conference for Lebanon

Rome, July 26

Co-Chairmen Statement

Representatives of Italy and the United States, the United Nations, Canada, Cyprus, Egypt, France, Germany, Greece, Jordan, Russia, Saudi Arabia, Spain, Turkey, the United Kingdom, the European Union (High Representative, Finnish Presidency, Commission), and the World Bank met today in Rome along with representatives of Lebanon. Building on the September 19, 2005 ministerial-level Lebanon Core Group meeting in New York, the Lebanon Core Group and other countries concerned for the fate of Lebanon met today to express the international community's deep concern about the situation in Lebanon and the violence in the Middle East, to enjoin urgent and substantial humanitarian assistance, and to discuss concrete steps that would allow a free, independent, and democratic Lebanon to exercise effective control over all of its territory. The Lebanon Core Group and the other participants to the Rome Conference are committed to helping the Lebanese government to address the political, economic, and security challenges that it faces.

The participants pledged their united determination to work in partnership with the international community to provide immediate humanitarian relief to the people of Lebanon, expressing deep concern for civilian casualties and suffering, the destruction of civil infrastructures and the rising number of internally displaced people. Calling Israel to exercise its utmost restraint, they welcomed Israel's announcement of humanitarian corridors to Lebanon, including for humanitarian flights into Beirut International Airport, and within Lebanon that can allow for the rapid delivery of relief aid, and called for their immediate operation.

The Rome Conference participants expressed their determination to work immediately to reach with the utmost urgency a cease-fire that put an end to the current violence and hostilities. That cease-fire must be lasting, permanent and sustainable.

The Rome Conference affirmed that the fundamental condition for lasting security in Lebanon is the Government's full ability to exercise its authority over all its territory. The participants noted that a framework of international decisions, including the G-8 statement of July 16, United Nations Security Council Resolutions 425, 1559 and 1680, the Lebanese national framework embodied in the Taif Accords, and 1949 Armistice Agreement represent the principles that govern the international community's efforts and responsibilities to help support the Government and people of Lebanon.

The participants called for the full implementation of these relevant UN Security Council Resolutions and the Taif Accords, which provide for the deployment of Lebanese Armed Forces to all parts of the country and the disarming of all militias.

An International Force in Lebanon should urgently be authorized under a UN mandate to support the Lebanese Armed Forces in providing a secure environment. The Rome Conference pledged its support for Lebanon's revival and reconstruction. The participants today agreed to the convening of an international donor conference to assist with the revival of Lebanon's economy and called for the provision of reconstruction assistance to the Lebanese Government, with special emphasis on the southern part of the country. In addition, the need for a meeting of partner countries to discuss a joint approach to security assistance for the Lebanese Armed Forces and security services was widely supported.

Participants agreed that any lasting solution to Middle East tensions must be regional. They expressed their full commitment to the people of Lebanon, Israel and throughout the region to act immediately with the international community toward the goal of a comprehensive and sustainable peace.

Conflict Israël/Libanon/Gaza - bijlage 2

Verklaring EU-voorzitterschap over Kana
30 juli 2006

The Presidency of the European Union is shocked and dismayed by the Israeli air strikes on the southern Lebanese town of Qana. There is no justification for attacks causing casualties among innocent civilians, most of whom were women and children.

The fact that the residents had been warned and called upon to leave the area does not justify this tragic event as Israel had rejected the 72-hour cessation of hostilities called for by the UN to open the way for safe evacuation of civilians from southern Lebanon.

The Presidency reiterates its call for an immediate cessation of hostilities.

The Council of the European Union will address at its extraordinary meeting on 1 August all the steps necessary to put an end to the conflict, including a political settlement and the international forces to be deployed to support a permanent cease-fire.

Conflict Israël/Libanon/Gaza - bijlage 3

COUNCIL OF

THE EUROPEAN UNION EN Council Conclusions

EXTRAORDINARY GENERAL AFFAIRS AND EXTERNAL RELATIONS Council meeting - Brussels, 1 August 2006)

The Council adopted the following conclusions:

"The Council expresses its utmost concern at the Lebanese and Israeli civilian casualties and human suffering, the widespread destruction of civilian infrastructure, and the increased number of internally displaced persons following the escalation of violence.

The Council condemns the rocket attacks by Hezbollah on Israel. The Council condemns the death of innocent civilians, mostly women and children, in an Israeli air strike on the Lebanese village of Qana. The Council also states that all attacks against UN personnel are unacceptable and deplores the tragic deaths of four UN military observers.

The Council deplores the loss of innocent civilian life. All parties must do everything possible to protect civilian populations and to refrain from actions in violation of international humanitarian law.

The Council calls for an immediate cessation of hostilities to be followed by a sustainable cease-fire.

In this context, the Council fully supports the efforts of the UN Secretary General and the Security Council to be rapidly convened to define a political framework for a lasting solution agreed by all parties, which is a necessary precondition for deployment of an international force. Such a force requires a strong mandate from the UN to act in support of a political settlement and the Lebanese armed forces. Once this framework has been established, EU Member States have indicated their readiness to contribute to such an operation together with international partners.

The Council underlines the EU's commitment to Lebanon, to its full sovereignty, and to its long term political and economic partnership with Europe. The EU is ready to contribute to rebuilding a Lebanese state able to exercise full sovereignty on its territory and to protect its people. P R E S S R u e d e la Lo i 1 7 5 B ­ 1 04 8 B R U S SE LS Te l. : + 3 2 ( 0 )2 2 8 1 8 2 3 9 / 6 3 1 9 Fa x: + 3 2 (0 )2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
---
EN

The Council commends the Lebanese Government for its seven point plan for peace as a good basis for a lasting solution. Any solution must include the return of abducted soldiers and prisoners, a settlement of the international borders of Lebanon, deployment of the Lebanese armed forces through the whole of its territory, backed by an international force and the implementation of the Ta'if Accords and UNSCRs 1559, 1680.

The Council calls on all parties in the region with influence to help bring to an end the violence and the suffering that it brings.

The EU reiterates its determination to work with the wider international community to bring humanitarian relief to the people of Lebanon. The EU calls on all parties to grant secure and efficient passage for the delivery of humanitarian assistance especially in southern Lebanon. So far the Community and EU member states have committed over 56 million euros to the relief efforts, with another 52 million in pledges. The EU stands ready to contribute fully to the planned international conference to assist Lebanon's revival and reconstruction.

The Council deplores the continuing violence in Gaza and the West Bank that has led to an equally distressing humanitarian situation. The Council reiterates its call for the parties to return to the peace process on the basis of the Roadmap. An unequivocal commitment by all parties to a viable independent Palestinian state living side by side in peace and security with Israel and its other neighbours is a key to stability and security in the whole region.

The EU is committed to promote a comprehensive peace plan for the Middle East in close cooperation with partners and the countries in the region. There is no military solution to any of the problems facing the people of the region. The Council asked the High Representative to remain engaged and to remain in contact with all the relevant parties and to be ready to contribute to a political solution and to the peace process."


---

P R E S S R u e d e la Lo i 1 7 5 B ­ 1 04 8 B R U S SE LS Te l. : + 3 2 ( 0 )2 2 8 1 8 2 3 9 / 6 3 1 9 Fa x: + 3 2 (0 )2 2 8 1 8 0 2 6 press.office@consilium.europa.eu http://www.consilium.europa.eu/Newsroom
---
EN


---- --