| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |11556/06 (Presse 216) | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: | |PERSMEDEDELING | |2746e zitting van de Raad | |Justitie en Binnenlandse Zaken | |Brussel, 24 juli 2006 | |Voorzitter Mevrouw Leena LUHTANEN | |Minister van Justitie | |De heer Kari RAJAMÄKI | |Minister van Binnenlandse Zaken van Finland | | |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting | |Het voorzitterschap heeft de Raad op de hoogte gebracht van zijn programma | |voor aangelegenheden inzake Justitie en Binnenlandse Zaken voor de komende | |zes maanden. | |De Raad heeft uitvoerig gesproken over de uitvoering van de algehele aanpak| |van de migratie. Vice-voorzitter Franco Frattini van de Commissie en de | |directeur van Frontex, Ilkka Laitinen, hebben verslag uitgebracht over de | |uitvoering ervan, in het bijzonder wat betreft maatregelen in het | |Middellandse-Zeegebied en het Atlantische gebied. Ook benadrukte de Raad | |dat de EU zich volledig inzet voor meer samenwerking met haar Afrikaanse | |partners op dit gebied. | |Tijdens de lunch hebben de ministers gesproken over de situatie in Libanon,| |in verband met de in eigen land ontheemden en over het tijdschema voor de | |installatie van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie | |(SIS II). | |Tot slot heeft de Raad ingestemd met een machtiging voor het | |voorzitterschap om met het Europees Parlement te onderhandelen over de | |juridische instrumenten voor SIS II en er de laatste hand aan te leggen, | |zodat deze instrumenten zo spoedig mogelijk kunnen worden aangenomen. |INHOUD1
DEELNEMERS 5
BESPROKEN PUNTEN
TOETSING VAN HET HAAGS PROGRAMMA 7
ALGEHELE AANPAK VAN MIGRATIE 10
BEHEERSING VAN MIGRATIESTROMEN 11
MOLDAVIË: VISUMFACILITERINGS- EN OVERNAMEOVEREENKOMSTEN 12
GEMENGD COMITE 13
- SIS II 13
- Snelle grensinterventieteams 14
- Ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid 15
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Politieke samenwerking 16
EU-agentschap voor samenwerking aan de buitengrenzen - Jaarverslag 16
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad 16
Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken 16
SCHENGEN
Schengeninformatiesysteem - Toepassing van nieuwe functies 17
EUROPOL
Benoeming van een adjunct-directeur 17
EXTERNE BETREKKINGEN
Montenegro en Servië - Stabilisatie- en associatieovereenkomsten 17
Rusland - Bijeenkomst over vervoer 17
Liberia - Uitzonderingen op het wapenembargo - Verlenging van het verbod op de invoer van diamanten 18
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
ACS-landen - Toetsing van de onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten 18
HANDELSBELEID
Anti-dumping - Hefboommechanismen - China 19
BELASTINGEN
Rationalisering van BTW-afwijkingen* 19
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten 20
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
Jan DE BOCK permanent vertegenwoordiger
Tsjechische Republiek:
Franti?ek BUBLAN minister van Binnenlandse Zaken Roman POLA?EK vice-minister van Justitie
Denemarken:
Clause GRUBE permanent vertegenwoordiger
Duitsland:
Peter ALTMAIER staatssecretaris bij de minister van Binnenlandse Zaken
Lutz DIWELL staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken Günter BECKSTEIN minister van Binnenlandse Zaken van de Vrijstaat Beieren
Estland:
Rein LANG minister van Justitie
Griekenland:
Anastasis PAPALIGOURAS minister van Justitie Vyron POLYDORAS minister van Openbare Orde
Spanje:
Antonio CAMACHO VIZCAÍNO staatssecretaris van Veiligheid Mevrouw María Consuelo RUMÍ IBÁÑEZ staatssecretaris Immigratie en Emigratie Mevrouw Ana María DE MIGUEL LANGA secretaris-generaal, ministerie van Justitie
Frankrijk:
Pascal CLÉMENT grootzegelbewaarder, minister van Justitie Christian ESTROSI toegevoegd minister van Ruimtelijke Ordening
Ierland:
Michael McDOWELL minister van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht
Italië:
Giuliano AMATO minister van Binnenlandse Zaken
Cyprus:
Sofoklis SOFOKLEOUS minister van Justitie en Openbare Orde
Letland:
Dzintars JAUND?EIKARS minister van Binnenlandse Zaken Guntars GRÍNVALDS minister van Justitie
Litouwen:
Raimondas ?UKYS minister van Binnenlandse Zaken Paulius KOVEROVAS staatssecretaris, ministerie van Justitie
Luxemburg:
Luc FRIEDEN minister van Justitie, minister van de Schatkist en van Begroting Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
mevrouw Judit FAZEKAS LÉVAYNÉ onderstaatssecretaris, ministerie van justitie Ferenc KONDOROSI staatssecretaris, ministerie van Justitie
Malta:
Tonio BORG vice-minister- president, minister van Justitie en Binnenlandse Zaken
Nederland:
Tom de BRUIJN permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
mevrouw Liese PROKOP minister van Binnenlandse Zaken
Polen:
Grzegorz BLI?NIUK onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken Wies?aw TARKA onderstaatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken en Bestuurszaken
Portugal:
Alberto COSTA minister van Justitie José MAGALHÃES staatssecretaris Binnenlandse Zaken, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken
Slovenië:
Dragutin MATE minister van Binnenlandse Zaken Lovro ?TURM minister van Justitie
Slowakije:
Stefan HARABIN minister van Justitie
Finland:
mevrouw Leena LUHTANEN minister van Justitie Kari RAJAMÄKI minister van Binnenlandse Zaken
Zweden:
mevrouw Barbro HOLMBERG minister, ministerie van Buitenlandse Zaken, belast met Migratiebeleid
Verenigd Koninkrijk:
Mevrouw Joan RYAN staatssecretaris, ministerie van Binnenlandse Zaken
Commissie:
Franco FRATTINI vice- voorzitter
De regeringen van de toetredende staten waren als volgt vertegenwoordigd:
Bulgarije
Vesselin VALKANOV raad
Roemenië:
Lazar COMANESCU permanent vertegenwoordiger
Andere deelnemers
Ilkka LAITINEN uitvoerend directeur van het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de EU (Frontex)
BESPROKEN PUNTEN
TOETSING VAN HET HAAGS PROGRAMMA
Het voorzitterschap heeft zijn programma gepresenteerd inzake aangelegenheden van Justitie en Binnenlandse Zaken voor de komende zes maanden.
Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie, heeft onderstaande Mededelingen van de Commissie aan de Raad gepresenteerd:
1. Rapport over de uitvoering van het Haags Programma in 2005 ("Scoreboard +") (11228/06 + ADD1 + ADD2);
2. Evaluatie van het EU-beleid inzake vrijheid, veiligheid en recht (11223/06);
3. Uitvoering van het Haags programma: koersbepaling (11222/06), en
4. Uitbreiding van de bevoegdheid van het Hof van Justitie als bepaald in artikel 67, lid 2, VEG (11356/06).
De toetsing van het Haags Programma zal uitvoerig worden besproken tijdens de informele ministersvergadering in Tampere in september 2006.
* * *
Rapport over de uitvoering van het Haags Programma in 2005 ("Scoreboard +")
Deze mededeling vloeit voort uit het verzoek van de Raad aan de Commissie om jaarlijks een verslag op te stellen over de uitvoering van het Haags programma en het actieplan ter uitvoering daarvan ("scorebord") ; het verslag over 2005 vormt het eerste concrete antwoord op dat verzoek. Voor de verslagen over de komende vier jaar zal dezelfde methode worden gevolgd als voor dit verslag.
Naar analogie met het scorebord voor het programma van Tampere wordt in eerste instantie gevolgd in hoeverre de maatregelen die werden aangekondigd in het Haags programma zijn genomen volgens het vastgestelde tijdschema, waarbij ook wordt gekeken naar de maatregelen in het kader van het drugsactieplan, de strategie voor de externe aspecten van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en het actieplan ter bestrijding van terrorisme, die een aanvulling vormen op het actieplan ter uitvoering van het Haags programma. In deze mededeling passeren dus alle maatregelen die voor 2005 waren gepland de revue.
De mededeling schetst de stand van zaken voor elk van de voor 2005 geplande, regelmatig terugkerende of permanente maatregelen van het actieplan ter uitvoering van het Haags programma. De balans die op basis daarvan kan worden opgemaakt en die is terug te vinden in de onderstaande overzichten, is over het geheel genomen positief, hoewel niet op alle terreinen evenveel succes is geboekt.
Evaluatie van het EU-beleid inzake vrijheid, veiligheid en recht
In het Haags Programma (2004) staat: "De evaluatie van zowel de uitvoering als de gevolgen van de maatregelen is volgens de Europese Raad essentieel, voor de doeltreffendheid van het optreden van de Unie.". Het actieplan ter uitvoering van het Haags Programma (2005) , waarin een beleidskader wordt opgezet voor de Europese activiteiten op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht voor de komende vijf jaar, voorziet in de aanneming in 2006 van een algemene Mededeling van de Commissie over de vraag hoe op dit gebied een evaluatiemechanisme op EU-niveau moet worden ontwikkeld .
De Europese Raad beschouwde de evaluatie van de uitvoering als een belangrijk instrument om te garanderen dat de aanzienlijke resultaten die door de Unie en haar lidstaten bij de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zijn bereikt, correct ten uitvoer worden gelegd en, waar nodig, permanent worden getoetst.
Uitvoering van het Haags programma: koersbepaling
Het constitutioneel verdrag is nog niet in werking getreden, maar er moet toch een eerste politieke toetsing plaatsvinden van de vorderingen bij de uitvoering van het Haags programma zodat de nodige aanpassingen kunnen worden voorgesteld. Deze mededeling en bovengenoemde mededelingen vormen het antwoord op de oproep van de Europese Raad van december 2004.
Dit pakket is dus niet bedoeld om nieuwe prioriteiten te stellen die nog niet in het Haags programma waren genoemd, maar om 1) een overzicht te schetsen van de gemaakte vorderingen, 2) te toetsen in welke mate de maatregelen op EU-niveau en op nationaal niveau zijn uitgevoerd en 3) een grondige evaluatie van de resultaten voor te stellen.
Uitbreiding van de bevoegdheid van het Hof van Justitie als bepaald in artikel 67, lid 2, VEG
In het Verdrag van Amsterdam is de doelstelling neergelegd om geleidelijk een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen. Daartoe is een aantal aangelegenheden dat voorheen onder titelVI van het Verdrag betreffende de Europese Unie viel ("derde pijler") onder bepaalde voorwaarden in het EG-Verdrag opgenomen. Intussen is de totstandbrenging van deze ruimte voor de Unie een prioriteit geworden, die met name door de politieke impulsen van de Europese Raad van 1999 (Tampere) en 2004 (Haags programma) en de goede samenwerking tussen alle instellingen concreet vorm heeft gekregen.
Deze mededeling heeft tot doel bij te dragen aan de aanpassing van de bijzondere bepalingen van artikel 68 van het EG-Verdrag betreffende de bevoegdheden van het Hof van Justitie op de onder titel IV vallende gebieden. Volgens de Commissie moet deze aanpassing inhouden dat deze bevoegdheden op één lijn worden gebracht met de algemene regeling van het Verdrag.
ALGEHELE AANPAK VAN MIGRATIE
De Raad heeft uitvoerig gesproken over de uitvoering van de algehele aanpak van de migratie, die in december 2005 is aangenomen.
Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie en Ilkka Laitinen, uitvoerend directeur van het Europees agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de lidstaten van de EU (Frontex), hebben verslag uitgebracht over de huidige stand van zaken betreffende de uitvoering van de algehele aanpak, in het bijzonder in verband met maatregelen in het Middellandse-Zeegebied en het Atlantisch gebied betreffende patrouilles langs de kust, opsporing van illegale- migratieroutes en bewaking van zeegrenzen.
De Raad juichte deze maatregelen toe en benadrukte dat de operationale samenwerking moet worden opgevoerd, in het bijzonder door middel van het opzetten van gezamenlijke operaties.
Tevens benadrukte de Raad dat de EU zich volledig inzet om haar samenwerking met haar Afrikaanse partners te versterken, in het bijzonder met het oog op de organisatie van een Europees-Afrikaanse ministeriële conferentie, en benadrukte de rol van ontwikkeling in dit verband.
De Raad was verheugd over de resultaten van de Europees-Afrikaanse ministeriële conferentie over migratie en ontwikkeling die op 10 en 11 juli 2006 in Rabat is gehouden en die heeft geleid tot een politieke verklaring en een actieplan waarover overeenstemming bestaat.
Voorts herhaalde de Raad het standpunt van de EU, waarover op 17 juli 2006 overeenstemming is bereikt, betreffende de VN-dialoog op hoog niveau over internationale migratie en ontwikkeling, die op 14 en 15 september 2006 in New York zal worden gehouden.
Tot slot heeft de Raad zijn voorbereidende instanties gevraagd om de ontwikkelingsituatie in het Middellandse-Zeegebied en Afrika nauwlettend in de gaten te houden teneinde te beoordelen wat er moet worden gedaan en op passende wijze te reageren.
BEHEERSING VAN MIGRATIESTROMEN
De Raad heeft gesproken over een Mededeling van de Commissie over het beleidsplan op het gebied van legale migratie en over een Mededeling over illegale immigratie. De Raad heeft zich lovend uitgelaten over beide mededelingen, die gaan over de twee dimensies van het verschijnsel migratie, en heeft zijn voorbereidende instanties verzocht de besprekingen erover voort te zetten.
De Mededeling van de Commissie over een beleidsplan over legale migratie is op 21 december 2005 gepresenteerd, na een oproep in het Haags Programma. Dit plan is een vervolg op de dialoog die op EU-niveau op gang is gebracht over economische migratie. Ook staat er een lijst wetgevingsvoorstellen in die de Commissie in de periode 2007-2009 aan de Raad denkt voor te leggen op het gebied van legale migratie.
De Mededeling over een gemeenschappelijk beleid inzake illegale migratie is op 19 juli 2006 door de Commissie gepresenteerd. Doel ervan is het bepalen van een algemene aanpak ten aanzien van illegale immigratie. Er wordt een reeks prioritaire gebieden in genoemd: samenwerking met derde landen, verdere versterking van de buitengrenzen, bestrijding van mensenhandel, tegengaan van illegale indienstneming, regularisatie van illegale immigranten, terugkeerbeleid en een betere informatie-uitwisseling.
MOLDAVIË: VISUMFACILITERINGS- EN OVERNAMEOVEREENKOMSTEN
De Raad heeft de Commissie verzocht met de lidstaten te overleggen over de mogelijkheid om onderhandelingen te openen over visumfaciliterings- en een overnameovereenkomsten met Moldavië, een en ander in de in punt 11 van de gemeenschappelijke aanpak inzake visumfacilitering bedoelde voorbereidende instanties van de Raad.
De Commissie wordt verzocht om nog voor de Raad van oktober een evaluatieverslag in te dienen.
*
* *
Tijdens de lunch hebben de ministers gesproken over de situatie in Libanon, in verband met de in eigen land ontheemden en over het tijdschema voor de installatie van het Schengen Informatiesysteem van de tweede generatie (SIS II).
GEMENGD COMITE
SIS II
Het Gemengd Comité (EU + Noorwegen, IJsland en Zwitserland) heeft overeenstemming bereikt over een aantal nog openstaande vraagstukken betreffende de juridische instrumenten van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II), in het bijzonder:
1. het operationele beheer op de lange termijn van SIS II;
2. het gebruik van biometrische gegevens, en
3. de overgangsperiode die geldt voor de inhoud van de oude signaleringen.
Wat betreft signaleringen in verband met overleveringsprocedures heeft het Gemengd Comité de voorbereidende instanties van de Raad verzocht een compromistekst op te stellen.
Op die basis zal het voorzitterschap van de Raad met het Europees Parlement onderhandelen zodat de juridische instrumenten voor SIS II zo spoedig mogelijk kunnen worden aangenomen.
Het Schengen Informatiesysteem is een essentieel instrument voor de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis. Om ervoor te zorgen dat SIS II zo spoedig mogelijk operationeel is en om vervolgens de binnengrenscontroles voor de nieuwe lidstaten af te schaffen, dienen de wetgevingsinstrumenten met spoed door de Raad en het Europees Parlement te worden aangenomen. De wetgevingsinstrumenten die de rechtsgrondslag zullen vormen voor SIS II zijn twee verordeningen die middels de medebeslissingsprocedure moeten worden aangenomen (Europees Parlement en de Raad) en één besluit van de Raad.
Snelle grensinterventieteams
Het Gemengd Comité heeft kennis genomen van een voorstel van de Commissie voor een verordening tot instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle grensinterventieteams en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad wat dat mechanisme betreft.
Het Gemengd Comité heeft de voorbereidende instanties van de Raad gevraagd onverwijld besprekingen over dit voorstel te beginnen.
Opgemerkt dient te worden dat de Europese Raad op 15 en 16 december 2005 een algehele aanpak van de migratie heeft aangenomen. Deze algehele aanpak bevat een lijst prioritaire maatregelen die door de Commissie, Frontex en de lidstaten moeten worden uitgevoerd. In het kader van één van deze maatregelen is de Commissie verzocht een voorstel in te dienen over de oprichting van snellereactieteams van nationale deskundigen die ten tijde van grote instroom van migranten snelle technische en operationale bijstand kunnen verlenen.
Het voorstel van de Commissie is op 19 juli 2006 aangenomen en bestaat uit twee delen: één over de instelling van een mechanisme voor de oprichting van snelle grensinterventieteams, hun taken en financiering, en één tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad ten behoeve van de instelling van snelle grensinterventieteams in het kader van Frontex.
Doel ervan is de instelling van een mechanisme waarmee de lidstaten die zeer grote problemen hebben met het beheer van hun buitengrenzen tijdelijk gebruik kunnen maken van de deskundigheid en mankracht van de grenswachten van de andere lidstaten. Om ervoor te zorgen dat de functionarissen van de grenswachten van de andere lidstaten zo efficiënt mogelijk worden ingezet, worden in het voorstel ook de taken omschreven die deze functionarissen tijdens operationale activiteiten in een andere lidstaat moeten uitvoeren.
Daarom wordt de oprichting van teams van nationale deskundigen, snelle grensinterventieteams, die in het kader van Frontex zullen werken, gecombineerd met de invoering van gemeenschappelijke regels voor de taken die uitgevoerd kunnen worden door gastfunctionarissen van grenswachten van andere lidstaten die meedoen aan gezamenlijke operaties of die worden ingezet als leden van een team onder toezicht van Frontex.
Ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid
Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie heeft het Gemengd Comité verteld over een voorstel van de Commissie voor een verordening inzake een communautaire visumcode, die op 19 juli 2006 is aangenomen.
Tevens heeft hij verslag uitgebracht over de plannen van de Commissie voor proefprojecten voor gemeenschappelijke visumaanvraagcentra.
Inzake de visumcode wordt in het Haags Programma "de noodzaak van de verdere ontwikkeling van het gemeenschappelijk visumbeleid door verdere harmonisatie van de nationale wetgeving en van de uitvoeringspraktijken van plaatselijke consulaire vertegenwoordigingen, als onderdeel van een gelaagd systeem dat erop is gericht legaal reizen te vergemakkelijken en illegale immigratie te bestrijden" onderstreept. Daartoe is de Commissie verzocht om, als één van de maatregelen, "de Gemeenschappelijke Visuminstructie te evalueren".
Doel van het Commissievoorstel is het opzetten van een visumcode die alle rechtsbepalingen bevat die gelden voor de behandeling van visumaanvragen.
Inzake de gemeenschappelijke visumaanvraagcentra heeft de Europese Raad de Commissie verzocht een "voorstel in te dienen betreffende de oprichting van gemeenschappelijke aanvraagcentra en zich daarbij onder meer te richten op mogelijke synergieën die verband houden met de ontwikkeling van het VIS". Tijdens de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 1 en 2 juni 2006 heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een verordening tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen (10023/06 VISA).
Tevens heeft de Commissie laten weten voornemens te zijn proefprojecten op te zetten ten behoeve van de gemeenschappelijke visumaanvraagcentra, gebruik makend van mogelijke financiering uit het Argo-programma voor het opzetten van dergelijke projecten.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN
Politieke samenwerking
De Raad heeft een besluit aangenomen tot wijziging van Besluit 2003/170/JBZ betreffende het gezamenlijk gebruik van verbindingsofficieren die gedetacheerd zijn door de rechtshandhavende autoriteiten van de lidstaten (10571/06).
EU-agentschap voor samenwerking aan de buitengrenzen - Jaarverslag
De Raad heeft kennis genomen van een verslag over alles wat Frontex in 2005 heeft gedaan.
Het verslag bevat een beschrijving van de taken die zijn uitgevoerd om de operationele activiteiten van het agentschap te kunnen doen beginnen sedert zijn opening op 3 oktober 2005.
FRONTEX is in 2004 opgericht bij Verordening (EG) nr. 2007/2004 van de Raad (bekendgemaakt in Publicatieblad L 349 van 25.11.2004).
Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad
De Raad heeft besluiten aangenomen ter goedkeuring van de sluiting van twee protocollen die een aanvulling vormen op het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, namelijk tegen de smokkel van migranten over land, over zee en door de lucht, en inzake de voorkoming, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel en kinderhandel (11384/06).
Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken
In afwachting van het advies van het Europees Parlement heeft de Raad algemene overeenstemming bereikt over een besluit tot vaststelling van het specifieke programma "Civiel recht" voor de periode 2007-2013 als onderdeel van het algemene programma "Grondrechten en justitie" (10800/1/06).
Dit besluit moet het mogelijk maken een Europese rechtsruimte burgerlijke zaken tot stand te brengen en de hindernissen weg te nemen voor de vlotte werking van grensoverschrijdende burgerlijke zaken in de lidstaten.
SCHENGEN
Schengeninformatiesysteem - Toepassing van nieuwe functies
De Raad heeft twee besluiten aangenomen tot vaststelling van 1 oktober en
1 november als data voor de toepassing van de invoering van enkele nieuwe functies in het Schengeninformatiesysteem, inclusief bij de bestrijding van terrorisme (11336/06 en 11337/06).
EUROPOL
Benoeming van een adjunct-directeur
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij Michel QUILLÉ voor de periode
1 september 2006 tot en met 31 augustus 2010 wordt benoemd tot adjunct- directeur van Europol.
EXTERNE BETREKKINGEN
Montenegro en Servië - Stabilisatie- en associatieovereenkomsten
De Raad heeft besluiten aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd om te onderhandelen over een stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) met Montenegro en waarbij de onderhandelingsrichtsnoeren voor de SAO met Servië worden gewijzigd, dit in verband met de recente onafhankelijkheid van Montenegro.
Naar aanleiding van het referendum in Montenegro van 21 mei en de daaropvolgende onafhankelijkheidsverklaring van het Montenegrijnse parlement op 3 juni, moet het huidige kader van de onderhandelingen van de EU met Servië en Montenegro over een SAO worden aangepast.
Rusland - Bijeenkomst over vervoer
De Raad heeft kennis genomen van de voorbereidingen voor de eerste bijeenkomst van de permanente samenwerkingraad van de EU en Rusland over vervoer, die op 8 september in Lappeenranta, Finland, zal worden gehouden.
Liberia - Uitzonderingen op het wapenembargo - Verlenging van het verbod op de invoer van diamanten
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld tot wijziging van bepaalde beperkende maatregelen tegen Liberia, ter uitvoering van resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (11056/06).
Volgens het gemeenschappelijk standpunt
1. worden de bij Gemeenschappelijk Standpunt 2006/31/GBVB opgelegde beperkende maatregelen onder bepaalde voorwaarden niet toegepast voor wapens die worden gebruikt door de Liberiaanse politie en strijdkrachten, dit ter uitvoering van Resolutie 1683/2006 van de VN- Veiligheidsraad waarbij nieuwe uitzonderingen op het wapenembargo tegen Liberia worden ingevoerd;
2. blijven de bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/137/GBVB opgelegde beperkende maatregelen over het verbod op de invoer uit Liberia van ruwe diamanten tot en met 22 december 2006 van kracht, dit ter uitvoering van Resolutie 1689(2006) van de VN-Veiligheidsraad.
Tevens heeft de Raad een verordening aangenomen tot wijziging van Verordening (EG) nr. 234/2004 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1030/2003, teneinde deze maatregelen op communautair niveau uit te voeren (11489/06).
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
ACS-landen - Toetsing van de onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een ontwerp van een gezamenlijke ACS-EU-verklaring betreffende de toetsing van de onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's).
In de partnerschapsovereenkomst van Cotonou staat dat de onderhandelingen voor alle landen en regio's in de loop van 2006 moeten worden getoetst zodat wordt gewaarborgd dat de EPO's op 1 januari 2008 van kracht kunnen worden.
HANDELSBELEID
Anti-dumping - Hefboommechanismen - China
De Raad heeft een verordening aangenomen tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op hefboommechanismen uit China (11286/06).
BELASTINGEN
Rationalisering van BTW-afwijkingen*
De Raad heeft een richtlijn aangenomen die tot doel heeft alle lidstaten de mogelijkheid te bieden de procedure voor BTW-heffing te vereenvoudigen en, alnaar gelang de noodzaak zich voordoet, bepaalde afwijkingen toe te passen ter bestrijding van belastingfraude en -ontwijking, door opneming van bestaande afwijkingen in de zesde BTW-richtlijn (11025/06 en 11400/06 ADD1).
De richtlijn houdt een wijziging in van de zesde BTW-richtlijn (77/388/EEG) betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting, en wel door opneming van bepalingen die
1. waarborgen dat maatregelen inzake de belastingplichtige en de overdracht van een onderneming niet worden gebruikt voor belastingfraude en -ontwijking,
2. de lidstaten ín staat stellen te voorkomen dat zij, doordat via het inschakelen van verbonden partijen een belastingvoordeel wordt behaald, belastinginkomsten derven,
3. de waardebepaling waaborgen van beleggingsgoud wanneer dit goud ingevolge de verwerking niet meer als beleggingsgoud kan worden aangemerkt,
4. de lidstaten de mogelijkheid bieden bepaalde diensten die het karakter van een investeringsgoed hebben, op te nemen in de regeling die voorziet in de herziening van de aftrek voor investeringsgoederen gedurende de levensduur van dat goed,
5. de lidstaten de mogelijkheid bieden de ontvanger van leveringen aan te duiden als de persoon die verantwoordelijk is voor de betaling en voor de BTW, teneinde de regelgeving te vereenvoudigen en belastingfraude en -ontwijking in bepaalde sectoren en bij bepaalde soorten handelingen aan te pakken.
Doordat deze optie wordt uitgebreid tot alle lidstaten, moeten de bepalingen van de richtlijn de werking van het BTW-stelsel in de interne markt verbeteren.
Bepaalde afwijkingen voor soortgelijke problemen zijn door de Raad toegestaan aan afzonderlijke lidstaten en op uiteenlopende voorwaarden, overeenkomstig artikel 27, lid 1 van de zesde BTW-richtlijn. Deze richtlijn vervangt tien van deze afwijkingen.
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten
De Raad heeft aangenomen:
1. het antwoord op confirmatief verzoek nr. 28/c/03/06, waarbij de Zweedse delegatie tegenstemde (10532/06);
2. het antwoord op confirmatief verzoek nr. 29/c/01/06, waarbij de Hongaarse delegatie tegenstemde (10895/06);
3. het antwoord op confirmatief verzoek nr. 30/c/02/06, waarbij de Deense en de Zweedse delegatie tegenstemden (11020/06);
---
Het Haags programma: versterking van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie (PB C 53, 3.3.2005, blz. 1) en Actieplan van de Raad en de Commissie ter uitvoering van het Haags Programma voor de versterking van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht in de Europese Unie (PB C 198, 12.8.2005, blz. 1). Bijlage I bij de Conclusies van de Europese Raad van november 2004.
PB C 198 van 12.8.2005, blz. 1.
In het actieplan wordt ook gevraagd om een Mededeling over de systematische, objectieve en onpartijdige evaluatie van de uitvoering van het EU-beleid op justitieel gebied teneinde het wederzijds vertrouwen te versterken, met volledige inachtneming van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Later dit jaar zal de Commissie een vervolgmededeling presenteren waarin dit punt uitvoerig wordt behandeld, overeenkomstig de algemene beginselen in deze Mededeling.
PB L 67, 12.3.2003, blz. 27.