Gemeente Hilversum

Vragen van de PvdA inzake overlast rondom Lorentzschool


1 augustus 2006
Geacht college van burgemeester en wethouders,

Hierbij wil ik u namens de gemeenteraadsfractie van de Partij van de Arbeid in Hilversum in het kader van artikel 41 van het Reglement van Orde enige vragen stellen.

Kort geleden is ons onder de aandacht gekomen dat de bewoners rondom de Lorentzschool al een tijdje ernstige overlast ondervinden van jongeren die 's avonds op en rond het plein achter de school 'rondhangen'.
Volgens de verklaringen van bewoners gaat het om de wat oudere jeugd, die vanaf een uur of 7 bij het plein voetbalt en 'hangt'. Helaas blijft het echter niet alleen daarbij. Onder het genot van een biertje en een joint wordt de jeugd naarmate de avond vordert steeds luidruchtiger en agressiever. Bierflesjes worden kapot gegooid op het schoolplein, de daken van het schoolgebouw worden beklommen, er worden kleine brandjes gestoken en andere vernielingen aangericht. Bewoners durven de jeugd hier zelf niet meer op aan te spreken uit angst voor bedreigingen en andere agressieve uitingen.

De politie en de wijkagent hebben op aandringen van de bewoners beloofd actie te ondernemen en strenger te controleren. De fractie van de PvdA is hier natuurlijk blij om, maar vreest dat dit, zonder een structurele aanpak, alleen maar tot een verplaatsing van het probleem zal leiden. We hopen daarom dat u bereid bent ons verheldering te geven op de volgende vragen:


1. Waarom is dit probleem niet eerder door bijvoorbeeld de wijkagent geconstateerd, aangezien het al enige tijd lijkt te spelen in de buurt?

2. Gebeurt het vaker dat de politie pas na herhaaldelijk aandringen van de bewoners actie onderneemt? Zo ja, wat is het college van plan om deze manier van handelen te verbeteren?
3. Deelt het college onze opvatting dat er, naast controle en handhaving, ook een structurele aanpak gewenst is om deze jongeren een alternatief te geven voor het 'rondhangen'? Zo ja, wat voor ideeën heeft het college over deze structurele aanpak?
4. Sinds het college in april is aangesteld, bestaat er een nieuwe portefeuille 'Jeugdzaken'. Redelijkerwijs valt te verwachten dat de wethouder Jeugdzaken zich zal inzetten voor het verbeteren van het jeugdbeleid. Is het college c.q. de wethouder van plan, de bovenstaande problematiek mee te nemen in de ontwikkeling van dit jeugdbeleid?

5. Wanneer kan de raad verwachten inzicht te krijgen in de eerste beeldvorming van de ontwikkeling naar een beter jeugdbeleid?

In afwachting van uw antwoord,
Teken ik met vriendelijke groet,
Femke van Drooge
Namens de fractie van de Partij van de Arbeid.

Antwoorden van burgemeester en wethouders
In zijn algemeenheid willen wij opmerken dat in de zomer het aantal klachten en meldingen van overlast altijd toeneemt. Klagers en overlastveroorzakers zijn door het mooie weer meer buiten; allerlei gedragingen zijn daardoor wat meer hoor- en zichtbaar.

Beantwoording van de vragen:


1. Naar onze mening heeft de politie adequaat ingespeeld op de problemen. Sinds 15 juni jl. is de wijkagent met de overlast bij de Lorentzschool bezig. Pas sinds die datum komen er regelmatig meldingen uit die buurt over overlast op het desbetreffende schoolplein. Het betreft veelal meldingen over overlast van voetballende jonge jeugd (12-13-jarigen); de meldingen komen grotendeels van 1 adres. Daarnaast betreffen de meldingen ook wat oudere hangjeugd op het schoolplein. Voor die tijd was de problematiek bij de politie niet bekend, zo blijkt uit de dagrapporten van de politie. Dit mag ook blijken uit de recente aanpak van locaties waar overlast wordt veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Op verzoek van de politie hebben wij in juni besloten tot het instellen van een alcoholverbod op een groot aantal plekken in Hilversum teneinde hier beter te kunnen optreden. De Lorentzschool staat hier niet bij, omdat het geen 'bekende' overlastplek is en daartoe dus geen aanleiding bestond. Wel is op verzoek van het jongerenopbouwwerk SIS toegevoegd het uitkijkpunt bij de Lorentzvijver, omdat daar bij het SIS klachten over binnenkomen. Deze locatie kent nu dan ook een alcoholverbod op grond van het recente collegebesluit (juni 2006).
2. Een beeld van overlast tekent zich in zijn algemeenheid nog niet af na een enkele melding; dat beeld wordt geleidelijk opgebouwd. Het is gebruikelijk dat 'pas' na enige meldingen, bij voorkeur van meerdere bewoners, een traject om de problematiek aan te pakken wordt gestart door de wijkagent, waar mogelijk en nodig ook in samenwerking met bijvoorbeeld het (jongeren)opbouwwerk SIS, de school e.d. Wij vinden het begrijpelijk dat de politie dat niet reeds doet na een of twee meldingen; er moet wel sprake zijn van enige problematiek die niet door buurtbewoners zelf onder elkaar wordt c.q. kan worden opgelost. Er wordt stevig opgetreden door de wijkagent, die ook de surveillanten en de bikers aanstuurt. Elke avond is er toezicht en er is ook verbaliserend opgetreden. De politie is bij alle meldingen gaan kijken (bikers, motoragenten, surveillanten), op 2 gevallen na, toen dat niet mogelijk was door andere prioriteiten op dat moment. De politie stuurt de jongeren dan weg om zo de overlast, veroorzaakt door voetballen of rondhangen, meer te spreiden.
In overleg met de wijkagent heeft de school reeds artikel 461-bordjes (verboden toegang voor onbevoegden) opgehangen en is de jeugd aangegeven na 21.00 uur naar huis te gaan om de overlast te beperken. De wijkagent heeft naast de jeugd ook contact met een aantal omwonenden. De politie probeert derhalve te komen tot werkbare compromissen tussen de volwassenen en de jeugd in de buurt. De politie heeft overigens nog nooit geconstateerd dat er spuiten of glas liggen en ook blowende jongeren zijn nooit geconstateerd.

3. Dit thema zal zowel in het nieuwe Integraal veiligheidsplan (paragraaf Jeugd en veiligheid) als in het op te stellen integrale jeugdbeleid aan de orde komen.
Een structurele aanpak en alternatief voor rondhangen is in zijn algemeenheid overigens niet eenvoudig en bovendien kostbaar. Rondhangen laat zich maar ten dele sturen; jongeren maken zelf uit waar zij graag 'rondhangen' om te zien en gezien worden. De straat is bovendien een openbare ruimte, ook voor jongeren, en daar verblijven ('rondhangen') is op zichzelf legitiem gedrag. Andere bewoners ervaren dit soms wel als probleem. Er zijn talloze voorbeelden in den lande van speciale kostbare hangplekken en voorzieningen die niet gebruikt worden omdat ze daar zijn geplaatst waar buurtbewoners er geen bezwaar tegen hebben, maar waar de jongeren niet (meer) willen zijn.
Waar het gaat om voetbaloverlast is het ook niet makkelijk; bewoners ervaren al snel overlast van een bal in hun tuin of tegen hun muur, of tegen hun auto als de jeugd op straat voetbalt. En een schoolplein is vaak de enige (verkeersveilige) voorziening in een buurt.
Naast het bieden van een alternatief voor rondhangen, vinden wij het dan ook zinvol om ook iets te doen aan het ervaren van overlast en de onderlinge tolerantie. Wat de één ervaart als jongerenoverlast, vindt de ander acceptabel jongerengedrag en zal daar geen melding van doen. De onderlinge tolerantie tussen volwassenen en jongeren is naar onze mening voor verbetering vatbaar. Het is wellicht ook mogelijk iets te doen aan het elkaar onderling op een effectieve wijze aanspreken op bepaald ongewenst gedrag, zonder agressie of angst.
Inmiddels is er met o.a. SIS en politie een concept-protocol 'spanningen tussen volwassenen en jeugdigen in wijken' (werktitel) opgesteld met als doel zo snel mogelijk te kunnen bemiddelen wanneer er zich spanningen voordoen. Daarbij wordt door SIS gezocht naar oplossingen en samenwerking. Tevens wordt tijdens de vrijetijdsbesteding in de leefomgeving een pedagogisch klimaat gerealiseerd, waardoor de jeugd zich kan ontwikkelen tot verantwoordelijke burgers, leren omgaan met grenzen, leren op een prettige manier met elkaar om te gaan.
4. Ja, dit thema zal worden meegenomen in de ontwikkeling van het integrale jeugdbeleid.

5. In oktober zal een plan van aanpak aan de commissie welzijn worden voorgelegd. Begin 2007 moet in samenwerking met alle betrokkenen het kader voor het integrale jeugdbeleid zijn opgesteld.

Hilversum, 1 augustus 2006
Burgemeester en wethouders van Hilversum
De secretaris de burgemeester
H.P. Janssen, l.s. E.C. Bakker