Ministerie van Buitenlandse Zaken

DVB/NN-440/06 1 augustus 2006

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ormel en Brinkel over een Amerikaans anti-raketschild voor Europa. Deze vragen werden ingezonden op 23 juni 2006 met kenmerk 2050615670.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Defensie,

Dr. B.R. Bot H.G.J. Kamp
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van de leden Ormel en Brinkel (beiden CDA) over een Amerikaans anti-raketschild voor Europa.

Vraag 1
Hoe beoordeelt u de mogelijke proeflancering van een intercontinentale raket door Noord-Korea en de uitlatingen van Noord-Koreaanse zijde dat Noord-Korea als soevereine staat het recht heeft om dergelijke raketten "te ontwikkelen, te gebruiken en te exporteren"? 1)

Antwoord
Noord-Korea is inmiddels overgaan tot de lancering van één langeafstandsraket, de Taepo Dong 2, en een aantal kleinere raketten op 5 juli jl., lokale tijd. Zowel door de NAVO als door de EU zijn de lanceringen in krachtige termen veroordeeld. Ook de regering betreurt de rakettesten ten zeerste, omdat deze de stabiliteit in de regio niet bevorderen. Ook gaat Noord-Korea hiermee in tegen de geest van de Gezamenlijke Verklaring van het Zes Partijen Overleg (ZPO) uit september 2005. Het vooruitzicht op spoedige hervatting van het ZPO is hiermee ernstig verminderd. De regering roept Noord-Korea dan ook op af te zien van verdere testlanceringen en de besprekingen met de andere deelnemers aan het ZPO zo spoedig mogelijk te hervatten.

De uitlatingen van Noord-Korea dat het land als soevereine staat het recht heeft om dergelijke raketten 'te ontwikkelen, te gebruiken en te exporteren' gaan voorbij aan het feit, dat Noord-Korea een clandestien kernwapenprogramma heeft ontwikkeld, en dat de ontwikkelde raketten als verklaard doel hebben ondermeer het Amerikaanse vasteland te kunnen bereiken. Ook heeft Noord-Korea zich herhaaldelijk in dreigende termen uitgelaten in de richting van naburige landen. De export van rakettechnologie door Noord-Korea gaat naar landen waarvan vast staat danwel wordt vermoed dat zij programma's hebben die zijn gericht op de verwerving van massavernietigingswapens.

Hoewel Noord Korea strikt genomen niet handelt in strijd met zijn internationale verplichtingen, gaat het land met zijn raketprogramma in tegen de internationale norm die is vastgelegd in de Haagse Gedragscode tegen de verspreiding van ballistische raketten (HCOC), die door 124 landen is ondertekend. Deze stelt dat terughoudendheid dient te worden betracht bij de ontwikkeling, het testen en de export van ballistische raketten. Noord-Korea heeft zich overigens niet bij de HCOC aangesloten.

Vraag 2
Bent u bekend met het bericht dat de Verenigde Staten voorstellen een nieuw anti-raketschild op te stellen in Europa? 2)

Antwoord
Ja.

Vraag 3
Wat is het standpunt van de Nederlandse regering ten aanzien van de mogelijkheid van verdediging tegen raketten als bijdrage aan de bescherming van de Nederlandse samenleving tegen terrorisme?

Vraag 5
Onderschrijft u de conclusies uit de in vraag 4 genoemde studie van de NAVO, waarin gesteld wordt dat er een groeiende dreiging bestaat van ballistische raketten tegen het NAVO-grondgebied?

Antwoord
Het scenario dat terroristen de hand zouden weten te leggen op ballistische raketten wordt onwaarschijnlijk geacht. De bijdrage die de verdediging tegen raketten kan leveren aan de bescherming van de Nederlandse samenleving tegen terrorisme wordt derhalve gering geacht.

De dreiging van ballistische raketten tegen het NAVO-grondgebied neemt toe door proliferatie van ballistische raketten en het toenemend aantal landen dat over ballistische raketcapaciteit beschikt. Ook de toenemende reikwijdte en modernisering van raketsystemen in landen als Noord-Korea en Iran dragen hieraan bij.

Vraag 4
Hoe verhouden de Amerikaanse plannen zich tot de NAVO-studie naar de haalbaarheid van een raketschild? 3)

Antwoord
De Verenigde Staten hebben de wens het Amerikaanse Ballistic Missile Defense System (BDMS) uit te breiden naar friends and allies. De plannen om Europa uit te rusten met een raketschild maken hier deel van uit. De plannen van de NAVO beperken zich tot de verdediging van het NAVO-grondgebied.

De Amerikaanse plannen voor een Global Missile Defense Third Interceptor Site in Europa zijn verdergaand dan de NAVO-studie. Deze studie heeft weliswaar de technische haalbaarheid van een raketschild voor Europa aangetoond, maar bevat nog openstaande punten. De Noord Atlantische Raad heeft zich nog niet uitgesproken over de resultaten van de studie.

Vraag 6
Welke bijdrage is de Nederlandse regering bereid te leveren aan raketverdediging, naast de Patriot-systemen van de Koninklijke Luchtmacht?

Antwoord
Raketverdediging richt zich op de bescherming van uitgezonden Nederlandse en bondgenootschappelijke eenheden in het buitenland (Theatre Missile Defense) en de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke territorium (Missile Defense).

Op het gebied van Theater Missile Defence levert Nederland een hoogwaardige bijdrage met Patriot PAC-3 systemen. Thans worden proeven gedaan om de geschiktheid van aangepaste scheepssensoren op de LCF vast te stellen voor de tijdige detectie van ballistische raketten. Ook steunt Nederland het NAVO Active Layered Theatre Ballistic Missile Defense (ALTBMD) programma en heeft het zich bereid verklaard om hiervoor een testfaciliteit te leveren.


1) "Noord-Korea wil met VS praten over raketproef, ANP, 21 juni 2006
2) NRC Handelsblad, 22 mei 2006
3) Jane's Defence Weekly, 24 mei 2006


---- --