Rechter verbiedt opsparen overuren bij wegenbouwers
Fnv bouw
De bonden hebben het kort geding tegen de drie wegenbouwers Ballast Nedam, BAM Wegen en
KWS gewonnen. De rechter verbiedt deze bedrijven af te wijken van de CAO en eigen
regelingen toe te passen, waarbij werknemers volgens een individueel contract overuren
van de zomer opsparen voor onbetaald verlof in de winter. Per overtreding van dit vonnis
krijgen de drie bedrijven een dwangsom opgelegd van 10.000 euro. De rechter vindt verder
dat de drie bouwbonden imagoschade hebben opgelopen; daarvoor krijgen zij elk een
schadevergoeding van 5000 euro. FNV Bouw voerde het kort geding samen met de Hout- en
Bouwbond CNV en Vakvereniging Het Zwarte Corps.
Voorzieningenrechter mr. S. de Laat uit Utrecht laat in zijn vonnis weinig heel van de
redeneringen van de drie werkgevers. Volgens het Burgerlijk Wetboek is onbetaald verlof
bij te weinig aanbod van werk niet mogelijk, tenzij de CAO daarin voorziet. Nu staat de
CAO voor de bouwnijverheid maximaal 39 overuren per kwartaal toe; die moeten dan wel in
het volgende kwartaal worden ingezet. De regelingen van de drie wegenbouwers gaan
aanzienlijk verder, aldus het vonnis. En dat kan volgens diezelfde CAO alleen als de
werkgever daarover aparte afspraken maakt met de vakbonden. De bouwconcerns wisten dat
wel, aldus het vonnis, want ze hebben aanvankelijk wel degelijk met de vakbonden
onderhandeld. Pas toen die besprekingen stukliepen, zijn ze een andere weg ingeslagen.
Het vonnis noemt dat voor de bonden 'verlies aan prestige tegenover de leden', op grond
waarvan een schadevergoeding op haar plaats is. Het vonnis verklaart de regelingen van de
bedrijven nietig, ook al hebben individuele werknemers ervoor getekend. Gaan de
wegenbouwers ermee door, dan kunnen ze een dwangsom tegemoet zien.
'De rechter willigt al onze eisen in kort geding volledig in', zegt John Kerstens,
CAO-onderhandelaar in de bouwnijverheid van FNV Bouw. 'Het lukt de drie wegenbouwers dus
niet om bij de werknemers het ondernemersrisico neer te leggen dat er 's winters minder
werk wordt aanbesteed.' Tevreden is Kerstens ook dat de rechter geen voorschot neemt op
mogelijke nieuwe besprekingen met de drie bedrijven 'al is het natuurlijk onzin om te
willen onderhandelen met een vooraf vast te stellen uitkomst, zoals de werkgevers
vroegen.' In zijn vonnis wijst de rechter namelijk ook de eis af die de wegenbouwers op
hun beurt hadden ingebracht, namelijk dat zij wisselend aanbod aan werk op dezelfde
manier mogen behandelen als het Heijmansconcern. 'Wij hebben steeds betoogd dat de
werkgevers in de CAO-onderhandelingen 'maatwerk' wilden', aldus Kerstens, 'en dan vallen
afspraken dus per definitie per bedrijf verschillend uit.'
Kerstens viel het tijdens de behandeling van het kort geding op dat de advocaat van BAM
Wegen BV, Koninklijke Wegenbouw Stevin BV en Ballast Nedam Infra BV het probleem van de
'discontinuĂŻteit' sterk bagatelliseerde. 'Het gebrek aan opdrachten zou in de winter
steeds minder een rol spelen. Waarom belden ons dan leden op die te horen hadden gekregen
dat ze het individuele contract over overuren maar beter konden tekenen; anders zouden ze
in de slappe tijd als eerste voor WW worden voorgedragen. Wij zullen dat scherp in de
gaten houden. Onze leden kunnen erop rekenen dat wij bij een mogelijke WW-aanvrage scherp
verweer voeren.' FNV Bouw verwacht echter snel met elk van de drie wegenbouwers aan tafel
te zitten: 'Niets weerhoudt deze bedrijven ervan om met ons een fatsoenlijk
jaarmodel-naar-maat af te sluiten.'
VOOR DE REDACTIE,
FNV Bouw