MINLNV: Maatregelen lage variant vogelgriep
Ministerie lnv
http://www.minlnv.nl
1 augustus 2006
MAATREGELEN LAGE VARIANT VOGELGRIEP
Op een bedrijf in Voorthuizen bestaat een ernstige verdenking op aanwezigheid van
laagpathogene Aviaire Influenza. Het onderzoek volgens de officiële methodieken op
aanwezigheid van Aviaire Influenza dient echter nog afgerond te worden. Teneinde elk
risico te vermijden is een gebied van circa drie kilometer rond het besmette bedrijf
ingesteld, waarbinnen per direct de volgende maatregelen van kracht worden.
Elk vervoer van pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels, broed- en
consumptie-eieren, gebruikt strooisel en mest vanuit, naar en binnen het gebied, waarvan
de begrenzing is aangegeven in bijlage I bij onderhavige regeling, is verboden.
Het vervoer van gedomesticeerde zoogdieren (waaronder in ieder geval wordt begrepen
runderen, varkens, schapen, geiten en paarden) is verboden voor zover deze dieren
afkomstig zijn van bedrijven waar pluimvee aanwezig is. Dit geldt overigens niet voor de
huisdieren die niet in aanraking komen met het pluimvee of de andere in gevangenschap
levende vogels.
Op verzoek van een bedrijf kan de Voedsel en Waren Autoriteit individuele ontheffingen
verlenen van de beperkingen. Hierbij wordt met name gedacht aan broederijen, pakstations,
eierverwerkende bedrijven en dergelijke die door de beperkingen in deze regeling in
ernstige bedrijfsproblemen zouden kunnen komen en aan bedrijven met eendagskuikens, waar
welzijnsproblemen zouden kunnen ontstaan.
Onder het begrip (pluimvee)bedrijf in deze regeling wordt verstaan zowel verstaan een
commercieel bedrijf als een bedrijf waar hobbymatige pluimvee of andere in gevangschap
levende vogels worden gehouden.
Het verplaatsen van vervoermiddelen kennelijk gebruikt of bestemd voor het vervoer van
bovengenoemde dieren, producten of mest is niet toegestaan, tenzij de bestuurder van het
vervoermiddel kan aantonen dat het een andersoortig vervoer betreft. Kan de bestuurder
dit niet aantonen dan mag het vervoermiddel pas binnen het gebied verplaatst worden nadat
het vervoermiddel een dubbele reiniging en ontsmetting heeft ondergaan en na de dubbele
reiniging en ontsmetting drie dagen heeft stilgestaan voordat het vervoermiddel
verplaatst wordt.
Jaarbeurzen, markten, tentoonstellingen en andere evenementen waarbij pluimvee of andere
in gevangenschap levende vogels bijeengebracht worden zijn verboden. De uitzondering
opgenomen in de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza, te weten het
toestaan van bepaalde wedvluchten met postduiven, en de mogelijkheid om met ontheffing
van de VWA wel dergelijke evenementen te mogen organiseren, gelden ook in het gebied
zoals opgenomen in bijlage I.
Pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels die bestemd zijn om in het wild te
worden uitgezet, mogen niet worden vrijgelaten.
Tevens wordt voor commerciële bedrijven de bezoekersregeling van kracht. Deze
regeling houdt in dat de houder van pluimvee verplicht is maatregelen te nemen zodat elk
contact tussen bezoekers en pluimvee is uitgesloten. Hij dient al het noodzakelijke te
doen, dan wel na te laten om te voorkomen dat besmetting met of verspreiding van LPAI
zich voordoet, zoals het aanbrengen van fysieke afscheidingen tussen het pluimvee en de
overige op het bedrijf aanwezige dieren. Enkele met name genoemde personen, zoals
politie, dierenartsen en toezichtshouders mogen in contact treden met het pluimvee, mits
deze personen bij het binnenkomen en het verlaten van het bedrijf een afdoende
reinigings- en ontsmettingsbehandeling hebben ondergaan. Op andere bedrijven, waar
hobbymatig pluimvee wordt of anderen in gevangschap levende vogels worden gehouden, zorgt
de houder ervoor dat een bezoeker voordat deze een bedrijfsgebouw betreedt, of voordat hij
het bezochte bedrijf verlaat, de nodige hygiënemaatregelen in acht neemt om het
risico van verspreiding van LPAI zo veel mogelijk te beperken.
In artikel 10 is voor de duidelijkheid bepaald dat de onderhavige regeling niet afdoet aan
de beperkingen die gelden op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren. Op grond van die bepaling geldt voor verdacht verklaarde bedrijven dat geen enkel
vervoer van dieren of dierlijke producten is toegestaan. Ook doet de onderhavige regeling
niet af aan de beperkingen en voorschriften die gelden op grond van de Tijdelijke
regeling ter wering van Aviaire Influenza II. Op grond van deze regeling gelden, ter
voorkoming van insleep van hoogpathogene Aviaire Influenza, nog regels ten aanzien van de
voedering van dieren, contacten tussen verschillende dieren en voorschriften inzake de
reiniging en ontsmetting van vervoermiddelen die in derde landen of lidstaten waar een
uitbraak van hoogpathogene Aviaire Influenza is bevestigd, zijn geweest.
Regeling van 1 augustus 2006
van de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, houdende
de instelling van een beperkings-
gebied in verband met laagpathogene
Aviaire Influenza 2006
Directie Juridische Zaken
TRCJZ/2006/2463
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,
Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het
intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het
vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);
Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire
maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40
(PbEU L10);
Gelet op de artikelen 17, 18, eerste en tweede lid, 30, eerste en derde lid, 31 en 107 van
de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. richtlijn nr. 2005/94/EG: richtlijn nr. 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005
betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot
intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L10);
b. laagpathogene aviaire influenza (LPAI): een besmetting van pluimvee of andere in
gevangenschap levende vogels als omschreven in bijlage I, onderdeel 3, van richtlijn nr.
2005/94/EG;
c. pluimvee: pluimvee als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van richtlijn nr. 2005/94/EG;
d. andere in gevangenschap levende vogels: andere in gevangenschap levende vogels als
bedoeld in artikel 2, onderdeel 6, van richtlijn nr. 2005/94/EG;
e. zoogdier: een tot de klasse Mammalia behorend dier, met uitzondering van de mens;
f. bedrijf: bedrijf als bedoeld in artikel 2, onderdeel 8, van richtlijn nr. 2005/94/EG;
g. gebied: in bijlage I aangewezen beperkingsgebied;
h. minister: minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
i. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;
j. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met
één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of
containers.
Artikel 2
Het is in een gebied verboden te handelen in strijd met de in bijlage I bij de
onderscheiden aangewezen gebieden telkens van toepassing verklaarde artikelen of
artikelonderdelen van deze regeling.
Artikel 3
1. Het vervoer, met inbegrip van verplaatsing over de openbare weg zonder vervoermiddel,
van
a. pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels,
b. gedomesticeerde zoogdieren,
c. gebruikt strooisel, mest of drijfmest,
d. broed- en consumptie-eieren,
uit, naar of binnen het gebied, is verboden.
2. Het aanwenden van gebruikt strooisel, mest of drijfmest binnen het gebied is verboden.
3. Het verbod bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing:
a. voor het aanvoeren op of van een bedrijf afvoeren van gedomesticeerde zoogdieren die
alleen toegang hebben tot voor mensen bestemde leefruimten waar zij
- niet in contact komen met het pluimvee van het bedrijf of andere in gevangenschap
levende vogels, en
- geen toegang hebben tot de kooien of zones waar het pluimvee van het bedrijf of andere
in gevangenschap levende vogels worden gehouden;
b. ten aanzien van het vervoer van consumptie-eieren afkomstig van bedrijven, anders dan
bedrijven zoals pakstations en soortgelijke inrichtingen, en bedrijven waar zich pluimvee
bevindt.
Artikel 4
1. In afwijking van artikel 3, eerste lid, is het toegestaan om de in artikel 3, eerste
lid, onderdeel b, bedoelde dieren die zich op een bedrijf bevinden waar geen pluimvee
aanwezig is, rechtstreeks te vervoeren van en naar een bedrijf gelegen in het gebied.
2. Op verzoek van een bedrijf kan de VWA ontheffing onder voorwaarden verlenen van het
bepaalde in artikel 3, eerste en tweede lid.
Artikel 5
1. Het is verboden vervoermiddelen, gebruikt of kennelijk bestemd voor het vervoer van:
a. levend pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels;
b. gedomesticeerde zoogdieren afkomstig van een bedrijf waar tevens pluimvee aanwezig is;
c. gebruikt strooisel of mest;
d. broed- en consumptie-eieren;
te verplaatsen binnen het gebied.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de toepassing van artikel 3,
derde lid, of artikel 4, mits de vervoermiddelen bij het verlaten van het bedrijf worden
gereinigd en ontsmet overeenkomstig een door de VWA goedgekeurd hygiëneprotocol dat
in overeenstemming is met de eisen voor reiniging en ontsmetting vermeld in bijlage VI
bij richtlijn nr. 2005/94/EG.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien:
a. de bestuurder van het vervoermiddel kan aantonen dat het vervoer betreft anders dan het
vervoer als bedoeld in het eerste lid, of
b. het vervoermiddel aantoonbaar een dubbele reiniging en ontsmetting heeft ondergaan en
na de dubbele reiniging en ontsmetting drie dagen stil heeft gestaan voordat het
vervoermiddel verplaatst wordt binnen het gebied.
Artikel 6
1. In afwijking van de artikelen 44 tot en met 46 van de Regeling preventie, bestrijding
en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE.s is het verboden
pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels tijdelijk te verzamelen binnen het
gebied.
2. Artikel 4b, tweede tot en met vijfde lid, van de Tijdelijke regeling ter wering van
Aviaire Influenza II is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7
1. Op een bedrijf waar voor commerciële doeleinden pluimvee wordt gehouden, is de
houder van dat pluimvee verplicht maatregelen te nemen zodat elk contact tussen bezoekers
en pluimvee is uitgesloten en al het noodzakelijke te doen, dan wel na te laten om te
voorkomen dat besmetting met of verspreiding van LPAI zich voordoet. Onder al het
noodzakelijke wordt tenminste verstaan het aanbrengen van fysieke afscheidingen tussen
het pluimvee en de overige op het bedrijf aanwezige dieren.
2. Het is de houder, bedoeld in het eerste lid, toegestaan:
a. politiebeambten, huisartsen, ambulancepersoneel, brandweerlieden, psychosociale
hulpverleners en andere soortgelijke noodhulpdiensten en hun materieel;
b. monteurs, loonwerkers, dierenartsen en bedrijfsverzorgers met inbegrip van
pluimveeservicebedrijven, indien er een acuut gevaar voor de gezondheid van pluimvee
aanwezig is en werkzaamheden van deze personen noodzakelijk zijn om deze situatie op te
heffen;
c. toezichthouders;
in contact te laten treden met pluimvee, mits de in de onderdelen a, b en c bedoelde
personen bij het betreden en het verlaten van een bedrijfsgebouw de nodige
hygiënemaatregelen in acht nemen om elk risico van verspreiding van LPAI zo veel
mogelijk te beperken en de kleding en het materieel van deze personen bij het betreden en
het verlaten van een bedrijfsgebouw is gereinigd en ontsmet om te voorkomen dat besmetting
met of verspreiding van LPAI zich voordoet.
Artikel 8
Op een bedrijf, niet zijnde een bedrijf als bedoeld in artikel 7, zorgt de houder van het
op dit bedrijf aanwezige pluimvee ervoor dat een bezoeker voordat deze een bedrijfsgebouw
betreedt, of voordat hij het bezochte bedrijfsgebouw verlaat, de nodige
hygiënemaatregelen in acht neemt om elk risico van verspreiding van LPAI zo veel
mogelijk te beperken.
Artikel 9
Het is verboden pluimvee en andere in gevangenschap levende vogels die bestemd zijn om in
het wild te worden uitgezet, vrij te laten.
Artikel 10
Deze regeling laat het bepaalde op grond van artikel 25 van de Gezondheids- en welzijnswet
voor dieren en de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza II, onverlet.
Artikel 11
Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling beperkingen in verband met
laagpathogene Aviaire Influenza 2006.
Artikel 10
Deze regeling wordt aan de media bekendgemaakt en treedt op 1 augustus 2006, om 15.00 uur
in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR
EN VOEDSELKWALITEIT,
overeenkomstig het door de minister genomen besluit,
DE DIRECTEUR-GENERAAL
mr. R.M. Bergkamp
Bijlage I
Beperkingsgebied Voorthuizen
1. De artikelen 1 tot en met 10 zijn op dit gebied van toepassing.
2. Het gebied is begrensd als volgt:
1. Vanaf A1/E30 de Rijksweg volgend in noord, noordwestelijk richting overgaand in
Hoevelakenseweg tot aan de Leemweg.
2. De Leemweg volgend noordoostelijke richting tot aan de Diepenrustweg.
3. De Diepenrustweg volgend in noordoostelijke richting tot aan de Zelderseweg.
4. De Zelderseweg volgend in noordelijke richting tot aan de Storkamper en Plassersteeg.
5. De Storkamper en Plassersteeg volgend in oostelijke richting overgaand in Appelstraat
volgend in noordoostelijke richting overgaand in Woudweg tot aan .t Woud.
6. .t Woud volgend in Noordwestelijke richting tot aan de Schoenlapperweg.
7. De Schoenlapperweg volgend in noordwestelijke richting tot aan de Nieuwe
Voorthuizerweg.
8. De Nieuwe Voorthuizerweg volgend in zuidoostelijke richting tot aan de Ridderwal.
9. Ridderwal volgend in noordelijke ricting overgaand in Achterridderweg volgend in
noordoostelijke richting overgaand in Gervenseweg volgend in oostelijke richting
overgaand in Blarinckhorsterweg volgend in noordoostelijke richting tot aan de
Beulekampersteeg.
10. De Beulekampersteeg volgend in oostelijke richting tot aan de Voorthuizerstraat (N303)
11. De Voorthuizerstraat (N303) volgend in zuidelijke richting tot aan de Tolweg.
12. De Tolweg volgend in zuidoostelijke richting tot aan de Drosteweg.
13. De Drosteweg volgend in noordoostelijke richting tot aan de Veenwaterweg.
14. De Veenwaterweg volgend in zuidoostelijke richting overgaand in Traa volgend in
zuidoostelijke richting tot aan de Hunnerweg.
15. De Hunnerweg volgend in zuidelijke richting overgaand in Polleveenseweg volgend in
zuidelijke oostelijke richting tot aan Lange Zuiderweg.
16. Lange Zuiderweg volgend in zuidwestelijke richting tot aan Wolsbergerweg
17. Wolsbergerweg volgend in zuidoostelijke richting tot aan de AI/E30
18. AI/E30 in zuidwestelijke richting tot aan de Garderbroekweg
19. Garderbroekweg volgend in zuidelijke, zuidwestelijke richting overgaand in de
Plaggenweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in de Wencopperweg volgend in
zuidoostelijke richting tot aan de Krollerweg.
20. Krollerweg volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Wencopperweg volgend in
zuidelijke richting tot aan de Wesselseweg.
21. Wesselseweg volgend in zuidwestelijk, westelijke richting overgaand in de Drostendijk
volgend in zuidwestelijke richting tot aan de Barnseweg.
22. Barnseweg volgend in zuidwestelijke richting tot aan Van Zuilen van Nieveltlaan.
23. Van Zuilen van Nieveltlaan volgend in noordwestelijke richting overgaand in
Stationsweg volgend in noordelijke richting tot aan Vliegersveldlaan.
24. Vliegersveldlaan volgend in noordwestelijke richting tot aan Dr Albert Schweizerlaan.
25. Dr Albert Schweizerlaan volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Oostlaan
volgend in zuidwestelijke richting overgaand in Mr. Troelstralaan volgend in
zuidwestelijke richting tot aan Thorbeckelaan
26. Thorbeckelaan in Noordwestelijke richting overgaand in Dronkelaarseweg volgend in
noordwestelijke richting overgaand in Brunesengweg volgend in noordelijke richting tot
aan de A1/E30.