College van Beroep voor het bedrijfsleven
Slotervaartziekenhuis gedeeltelijk in het gelijk gesteld
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft 28 juli 2006
beslist op beroepen ingesteld door het Slotervaartziekenhuis te
Amsterdam en door zorgverzekeraars tegen een besluit van het College
tarieven gezondheidszorg (Ctg) uit 2005. Het geschil zag op het budget
voor in 2003 door het Slotervaartziekenhuis geleverde zorg. Dit budget
wordt vastgesteld door Ctg. De zorg komt voor rekening van de
zorgverzekeraars.
Het CBb heeft Slotervaartziekenhuis op twee punten in het gelijk
gesteld. Het eerste punt betreft de vraag of Slotervaartziekenhuis in
haar budget voor 2003 (door middel van nacalculatie) de in 2003
geleverde zorgproductie volledig vergoed moet krijgen. Over dit budget
bestond tussen Slotervaartziekenhuis en zorgverzekeraars geen
overeenstemming. Ctg had de vergoeding bepaald als de productie in de
tweede helft van 2002 vermeerderd met 1%. Bij Slotervaartziekenhuis
was sprake van een herstelproces en daardoor was de zorgproductie
toegenomen. Het CBb heeft geoordeeld dat de volledige in 2003
gerealiseerde zorgproductie voor vergoeding in aanmerking moet komen.
Gelet op de rollen die zorgverzekeraars en zorginstellingen bij de
totstandkoming van de tarieven (budget) hebben, hadden
zorgverzekeraars de mogelijkheid om de productie in 2003 van het
Slotervaartziekenhuis te beperken. Zij hadden bij hen verzekerde
patiënten er op kunnen wijzen dat door het Slotervaartziekenhuis
verleende zorg niet zou worden vergoed of het Slotervaartziekenhuis
kunnen bewegen verdere zorgverlening in 2003 te staken. Dit hebben zij
niet gedaan. Omdat het Slotervaartziekenhuis talrijke
meningsverschillen over voorgaande jaren had met zorgverzekeraars vond
het CBb dat van Slotervaartziekenhuis niet kon worden gevergd dat zij
met hen in onderhandeling zou treden om toestemming te krijgen voor de
reeds geleverde meerproductie 2003.
Het tweede punt waarop het College van Beroep voor het bedrijfsleven
het Slotervaartziekenhuis in het gelijk heeft gesteld betreft de voor
vergoeding in aanmerking komende loonkosten voor in dienst zijnde
medische specialisten. Het Ctg heeft naar het oordeel van het CBb
onvoldoende gemotiveerd waarom is uitgegaan van lagere loonkosten dan
die door Slotervaartziekenhuis met een accountantsverklaring zijn
gesteld.
Het beroep van zorgverzekeraars is op een juridisch technisch punt
gegrond verklaard. Bezwaren tegen de afwikkeling van het budget met
betrekking tot 1998 had het Ctg ten onrechte ongegrond verklaard. Deze
bezwaren hadden niet-ontvankelijk moeten worden verklaard omdat over
de afrekening over 1998 nog geen besluit was genomen.
Voor het overige heeft het CBb de beroepen van het
Slotervaartziekenhuis en de zorgverzekeraars ongegrond geoordeeld.
Het Ctg moet nu een nieuw besluit nemen waarbij wordt besloten op de
twee punten die het College van Beroep voor het bedrijfsleven onjuist
heeft geoordeeld.
Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven
Datum actualiteit: 28 juli 2006 Naar boven