Vlaamse Overheid
Nieuwsbericht van de Vlaamse overheid van donderdag 20 juli 2006
Invoering maatregelenpakket voor bestrijding van energiearmoede
Op voorstel van minister Kris PEETERS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, heeft de Vlaamse Regering vandaag zowel een voorontwerp van decreet als een voorontwerp van besluit principieel goedgekeurd. Beide hebben tot doel afsluitingen van elektriciteit of aardgas te voorkomen en aldus bij te dragen tot een menswaardig leven voor gezinnen in armoede. De voorontwerpen worden voor advies overgemaakt aan de SERV, de MiNa-Raad, de VREG, de distributienetbeheerders, de leveranciers, de vzw Samenlevingsopbouw en het Vlaams Netwerk.
Energie is een basisrecht. Om er voor te zorgen dat mensen die problemen hebben met de betaling van de energiefactuur niet zomaar worden afgesloten, werd bij de start van de vrijmaking van de energiemarkt in juli 2003 een aantal sociale energiemaatregelen ingevoerd.
Het voorbije jaar werden deze maatregelen grondig geëvalueerd. Als uitgangspunt voor deze evaluatie, werd het rapport gebruikt van het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het Woord Nemen. Het rapport, dat met de steun van Vlaams minister Kris Peeters is uitgewerkt, bundelt praktijkervaringen van mensen die in armoede leven.
De voorstellen die vertaald werden in het voorontwerp van decreet en in het voorontwerp van besluit, vloeien tevens voort uit rondetafels met vertegenwoordigers van armenverenigingen en opbouwwerk, netbeheerders en leveranciers, VREG en administratie.
De voornaamste ingrepen zijn:
1. De energietoevoer van een huishouden kan niet langer alleen maar worden afgesloten omdat het gezin in armoede leeft.
Momenteel kan afsluiten in geval van onveiligheid, fraude en klaarblijkelijke onwil: dit is het aantoonbaar kunnen maar niet willen betalen. In de laatste twee gevallen is wel een unaniem gunstig advies van de lokale adviescommissie (LAC) vereist. Nochtans stellen armenverenigingen vast dat ook wordt afgesloten zonder (blijk van) onwil. Dit is onaanvaardbaar.
Afsluitingen van elektriciteit en aardgas moeten beperkt blijven tot een aantal noodgevallen zoals onveiligheid, leegstand, fraude of het moedwillig weigeren een contract met een leverancier te ondertekenen.
Pas na een unaniem gunstig advies tot afsluiting van de LAC kan ook worden afgesloten in de volgende vier gevallen:
toegang tot de woning weigeren voor de plaatsing of aanpassing van een budgetmeter of stroombegrenzer
weigeren een afbetalingsplan te sluiten of een gesloten afbetalingsplan na te leven
herhaaldelijk niet verschijnen voor de LAC na behoorlijk opgeroepen te zijn
weigeren een contract met een leverancier te sluiten, na gedurende een jaar door de netbeheerder beleverd te zijn, tenzij kan worden aangetoond dat het niet mogelijk is om een contract te sluiten
In deze gevallen is het de bedoeling dat de LAC een onderzoek uitvoert met als doel na te gaan of de situatie van de betrokken afnemer niet precair wordt als de energietoevoer daadwerkelijk wordt afgesloten.
Tot slot zal de netbeheerder enkel kunnen overgaan tot afsluiting van de energietoevoer of tot het indienen van een verzoek tot afsluiting bij de LAC na het volgen van strikte procedures.
2. Tijdens de maanden december, januari en februari wordt afsluiten van elektriciteit en aardgas verboden. Buiten deze wintermaanden krijgt de minister de mogelijkheid om afsluitingen eveneens te verbieden als de weersomstandigheden dit rechtvaardigen.
3. Het wordt verboden om beschermde afnemers van wie het leveringscontract werd opgezegd, de zogenaamde gedropte klanten, dropkosten aan te rekenen. Beschermde afnemers zijn rechthebbenden op het specifiek sociaal tarief of op een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds, en mensen in collectieve schuldenregeling of in budgetbegeleiding bij het OCMW.
Bovendien wordt de minimale opzegtermijn die een leverancier moet respecteren als hij het leveringscontract opzegt, verlengd tot twee maanden. Dit moet de klanten meer tijd geven om voor het einde van de opzegtermijn een nieuwe leverancier te vinden, zodanig dat zij kunnen blijven genieten van de (prijs)voordelen van de vrije markt.
4. De oplaadmogelijkheden voor de budgetmeters en de mogelijkheden voor betaling van de opladingen van de budgetmeterkaart worden aangepast. Om de verplaatsingen die een klant moet doen om zijn budgetmeter op te laden tot een minimum te beperken, zal in iedere gemeente waar een budgetmeter actief is, minstens één oplaadpunt moeten operationeel zijn. De minister krijgt de mogelijkheid om het aantal oplaadpunten uit te breiden op basis van de reële behoeften. Verder worden ook de mogelijkheden voor de betaling van de opladingen gebruiksvriendelijker gemaakt.
5. De minimale levering van elektriciteit van 6 ampère, die ingevoerd werd in 1997, is niet meer aangepast aan de huidige levensstandaard. Sinds de invoering van de 6 ampère is het huishoudelijke elektriciteitsverbruik, o.a. door het gebruik van meer toestellen, sterk gestegen. Daarom is een verhoging van de minimale levering voorzien tot 8 ampère voor gezinnen zonder kinderen en tot 12 ampère voor gezinnen met kinderen.
6. De statistieken, die door de netbeheerders en de leveranciers jaarlijks aan de minister worden bezorgd zijn momenteel ontoereikend om het beleid ten gronde te kunnen opvolgen, evalueren en bijsturen. Daarom wordt de opvraging van de gegevens volledig aangepast.
Gezinnen afsluiten van levensbelangrijke nutsvoorzieningen zoals stroom of aardgas kan pas in geval van onveiligheid, leegstand, fraude en dergelijke, en dan nog volgens een duidelijke procedure. Het kan niet omdat, en alleen maar omdat mensen in armoede leven en bijgevolg de energiefactuur niet tijdig betaald krijgen' , aldus minister Peeters, die het decreet en het besluit als een geïntegreerd pakket naar voor schuift. ' Een samenleving die zichzelf beschaafd noemt, zorgt voor afdoende beschermingsmaatregelen. Tegelijk dienen de betrokken huishoudens te worden aangespoord om alleszins te proberen hun rekeningen te betalen en hun verplichtingen na te komen.? Volgens minister Peeters ?valt een preventieve aanpak overigens te verkiezen. Dus niet alleen afsluitingen aan regels onderwerpen, maar vooral afsluitingen voorkomen. Terzake is ook belangrijk dat de federale overheid de automatisering van de specifiek sociale tarieven doorvoert'.
Voor meer informatie kunt u terecht bij:
Dhr. Luc De Seranno, woordvoerder van minister Peeters
Tel.: 02 552 66 00
Gsm: 0477 38 23 37
E-mail: persdienst.peeters@vlaanderen.be
Lees meer op: http://www.vlaanderen.be/servlet/Satellite?cid=1153368024714&pagename=nieuwsberichten%2FNB_Nieuwsbericht%2FNieuwsbericht