Gemeente Amsterdam



Gemeente geeft onderzoeksopdracht Commissie de Boer.

21 juli 2006
-
Bestuursvoorlichting gemeente Amsterdam

De gemeente geeft de opdracht tot een onafhankelijk onderzoek door Commissie de Boer.Onder leiding van Margreet de Boer zullen de heren Priemus van de TU Delft en Michiels van de Universiteit van Tilburg een onderzoek starten naar de gang van zaken rond de voorbereiding van en de daadwerkelijke bouw van het complex Bos en Lommerplein.

Het doel van het onderzoek is tweeledig. Ten eerste zal gekeken worden naar de daadwerkelijke feiten, ten tweede zal men, op basis van die feiten, kijken naar de rol van de gemeente Amsterdam.

Inleiding

De burgemeester van Amsterdam, Dhr. J. Cohen en de stadsdeelvoorzitter van Bos en Lommer, dhr. J. Broeders, geven opdracht tot een onafhankelijk onderzoek, o.l.v. Margreet de Boer, naar de gang van zaken rond de voorbereiding van en de daadwerkelijke bouw van het complex Bos en Lommerplein. De heer Hugo Priemus, decaan van de Delftse faculteit Techniek, Bestuur en Management en benoemd tot onderzoekscoördinator van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten en de heer Lex Michiels, hoogleraar Bestuursrecht, in het bijzonder handhavingsrecht bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Tilburg, zijn als extern deskundigen toegevoegd aan de commissie.

Het complex aan het Bos en Lommerplein, dat in 2001 door het ministerie van VROM als voorbeeldproject werd beschouwd voor meervoudig en intensief ruimtegebruik, is op last van de burgmeester geëvacueerd op 11 juli '06 omdat de veiligheid van het complex niet gegarandeerd kon worden. Dit naar aanleiding van een door de eigenaar van het complex geëntameerd technisch onderzoek waaruit bleek dat er constructiefouten c.q. afwijkingen zijn in de constructie ten opzichte van het bestek. De gevolgen van de evacuatie van het complex zijn groot. Het gaat concreet om het tijdelijke verlies van het gebruik van: 96 woningen, 27 winkels, kantoren, het stadsdeelkantoor, het dienstencentrum, de openbare bibliotheek en het marktplein. Met de sluiting van het complex vallen belangrijke voorzieningen voor burgers weg.

Doelstellingen van het onderzoek

Het onderzoek en de rapportage zouden kunnen bestaan uit twee delen. In het eerste deel verzamelt de commissie feiten. In het tweede deel zalop basis van dit feitenmateriaal en de deskundigheid van de commissie een oordeel worden gegeven en aanbevelingen worden gedaan. Het oordeel stelt de gemeente in staat verantwoording af te leggen en de aanbevelingen kunnen leiden tot de bijstelling van beleid en de begeleiding van soortgelijke toekomstige projecten. Dit leidt tot de volgende doelstellingen van het onderzoek:

* Het beschrijven van de feiten
De eerste doelstelling van het onderzoek is het verzamelen en vaststellen van feiten en deze in de juiste samenhang beschrijven. Daarbij is het van belang op basis van feitenmateriaal ook inzicht te geven in de diverse rollen van de betrokken partijen in relatie tot de veiligheid van het complex. Hierbij zijn de wettelijke normen voor veiligheid het uitgangspunt. In het kader van het onderzoek kan dit complexe bouwproces worden opgevat als een keten waarin verschillende partijen verschillende rollen vervullen op basis van hun verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Die rollen kunnen per fase van het project worden onderscheiden: van de initiatieffase tot en met het daadwerkelijke gebruik van het complex. Door een beschrijving per fase ontstaat een overzichtelijke feitenreconstructie die de diverse bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen ten opzichte van elkaar in de juiste context plaatst.

* De mogelijkheid verantwoording af te leggen over de rol van de gemeente Amsterdam
Op basis van de feitenreconstructie kan door de commissie een oordeel worden gevormd over de rol van de gemeente Amsterdam. In het bijzonder wordt hierbij aandacht besteed aan de wijze waarop door de gemeente Amsterdam invulling is gegeven aan de wettelijke taken zoals die bijvoorbeeld zijn neergelegd in het Bouwbesluit. Het feitenrelaas stelt de gemeente Amsterdam in staat om helder verantwoording af te kunnen leggen over de wijze waarop haar rol is ingevuld. De commissie zal in haar oordeelsvorming ook de al afgegeven openbare rapporten meenemen die over de casus Bos en Lommerplein zijn verschenen, waaronder het VROM-onderzoek naar de rol van de gemeente ten tijde van de bouw van het complex.

De mogelijkheid lering te trekken voor de toekomst In deel twee van het onderzoek worden door de commissie op basis van de feiten en haar oordeel en deskundigheid aanbevelingen geformuleerd over de wijze waarop toekomstige soortgelijke projecten in Amsterdam moeten verlopen. De commissie verzamelt en analyseert hiertoe onder meer informatie over de situatie elders en vergelijkt deze met de situatie van het complex Bos en Lommerplein. De commissie richt zich echter in de eerste plaats op Bos en Lommer en zal geen diepgaand onderzoek uitvoeren naar andere projecten.

Afbakening onderzoek en onderzoeksvragen

Het onderzoek richt zich op de zorg voor de veiligheid van het complex Bos en Lommerplein en de rol van de overheid daarin. Dat thema wordtbeschreven in de bredere context van het gehele bouwproject Bos en Lommerplein en de bestaande structuren en het beleid in Amsterdam met betrekking tot veiligheid bij bouwwerken. In de loop van de tijd wordt het onderzoek afgebakend door de eerder genoemde fases van bouwwerken: initiatief en programma van eisen/ontwerp/bouw/gebruik.

Dit leidt tot de volgende onderzoeksvragen:
* Op welke wijze is de gemeente Amsterdam betrokken bij de veiligheid van een groot bouwwerk in de volgende fases: initiatief en programma van eisen/ontwerp/bouw/gebruik?. + Formele (wettelijke) verantwoordelijkheid en bevoegdheid, inclusief de relatie tot private partijen en andere overheidsinstanties
+ Organisatorische invulling (actoren publiek- privaat, procesbeschrijving)
+ Beleidsmatige invulling; inclusief normstelling + Operationele invulling: vergunningverlening, toezicht en handhaving

* Op welke wijze hebben de Amsterdamse gemeentelijke organisatie en de overige betrokken partijen hun rollen, bevoegd- en verantwoordelijkheden ingevuld in relatie tot de veiligheid van het complex Bos en Lommerplein?
+ Organisatorische invulling, inclusief de relatie tot private partijen en andere overheidsinstanties + Beleidsmatige invulling; inclusief normstelling + Operationele invulling: vergunningverlening, toezicht en handhaving

* Wat is het oordeel over de de invulling van de rol van centraalstedelijke diensten en stadsdelen van de gemeente Amsterdam en de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de betrokken partijen? Welke lessen voor de toekomst kunnen worden getrokken over de wijze waarop de gemeentelijke overheid betrokken is bij de veiligheid van bouwwerken?

De commissie kan bovendien zelf aanvullende onderzoeksvragen stellen, voor zover deze binnen de onderzoeksopdracht passen.

Een feitelijk onderzoek

De eerste doelstelling van het onderzoek is het vaststellen van de feiten; de andere doelstellingen zijn daaraan volgend. Het is denkbaar dat er op onderdelen geen eenduidigheid over de feiten bestaat of dat er elkaar tegensprekende feiten bestaan. Deze verschillen zullen in het onderzoek zichtbaar worden gemaakt.

De keuze voor een feitelijk onderzoek betekent dat een degelijk onderzoeksprotocol moet worden opgesteld in overleg met de commissie. In dat protocol moet beschreven worden hoe omgegaan zal worden met bronnenmateriaal; inclusief te bevragen medewerkers van de gemeente. Voor de beantwoording van de onderzoeksvragen zal het daarnaast nodig zijn om private partijen en ondernemers te vragen om mee te werken aan het onderzoek. Zij kunnen mogelijk informatie leveren die inzicht geeft in wat er feitelijk is gebeurd in de relatie tussen de overheid en de desbetreffende private partij met het oog op de veiligheid van het complex. De commissie heeft niet primair tot doel een oordeel te geven over de rol van private partijen maar zal wel, indien beschikbaar, de feiten over deze partijen rapporteren voor zover deze relevant zijn voor het oordeel over de rol van de overheid. Ook andere betrokkenen als bewoners en ondernemers, kunnen bevraagd worden.

De commissie stemt haar onderzoeksactiviteiten voor zover mogelijk af met die van andere partijen die zich met het complex Bos en Lommerplein bezighouden.

Begeleiding onderzoek

Ter begeleiding van het onderzoek stelt de gemeente Amsterdam een secretaris aan die het dagelijkse aanspreekpunt is voor de commissie; in het bijzonder ten behoeve van het verzamelen van materiaal en het eventueel bevragen van mensen. Ten aanzien van de eventuele begeleiding van conceptteksten en de bespreking daarvan met de opdrachtgever worden nader afspraken gemaakt. De onderzoekscommissie kan naar eigen inzicht en zonder tussenkomst van de gemeente onafhankelijke experts inschakelen bij het uitvoeren van het onderzoek.

Doorlooptijd van het onderzoek en eindproduct:

Het streven is gericht op het afronden van het onderzoek voor eind december 2006. Het onderzoeksresultaat is een schriftelijke rapportage aan de opdrachtgevers, de burgemeester van Amsterdam en de stadsdeelvoorzitter van het stadsdeel Bos en Lommer. Daarbij worden deel één (feiten) als twee (oordeel en aanbevelingen) gelijk opgeleverd en gepresenteerd.

Eventueel tussentijds contact met de bewoners of de pers verloopt via de voorzitter van de commissie. Er zijn, behalve rondom het eindrapport van de commissie, geen vaste momenten waarop het publiek wordt geïnformeerd over de bevindingen van de commissie.