Knelpunten AWBZ
Kamerstuk, 21-7-2006
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ/KZ-U-2702602
21 juli 2006
Tijdens het AO over de modernisering AWBZ op 22 juni 2006 heb ik met u
gesproken over zorgelijke berichten die u en ik ontvingen over
mogelijke knelpunten in de AWBZ. Ik heb destijds en in antwoord op
Kamervragen van mevrouw Vietsch (DBO-K-U-2698773) aangegeven dat ik
allereerst precies wil weten wat de werkelijke omvang van het probleem
is en wat de achtergronden zijn.
Met deze brief licht ik toe welke stappen ik heb gezet om zo goed
mogelijk inzicht te krijgen in de omvang en achtergronden van de
signalen over mogelijke knelpunten in de AWBZ.
Wat is er aan de hand?
In de AWBZ maken zorgkantoren en zorgaanbieders productieafspraken
over de te leveren zorg. In 2005 bedroeg de contracteerruimte een
bedrag van EUR 17,55 miljard. Hiervan was 1,7% beschikbaar voor
volumegroei. In 2006 is dit bedrag toegenomen tot EUR 17,85 miljard,
waarvan 1,5% ruimte voor volumegroei. Daarnaast is in het convenant
AWBZ afgesproken dat in de jaren 2005 en 2006 additioneel 1,25% meer
cliënten van zorg worden voorzien. In totaal is bijna 3% beschikbaar
voor volumegroei per jaar. Afgezet tegen de demografische groei van de
zorgvraag van ruim 1% per jaar, resteert een ruimte van een kleine 2%
voor additionele groei van het zorgvolume.
In 2005 was er sprake van een evenwichtssituatie in de AWBZ. De
benodigde zorg kon geleverd worden uit het daarvoor beschikbare
budget. Gezien de ook voor 2006 beschikbare groeiruimte is het
opmerkelijk dat reeds medio 2006 knelpunten worden gesignaleerd. Ik
wil zo snel mogelijk inzicht krijgen in de onderliggende
achtergronden. Daarbij maak ik gebruik van de resultaten van
onderstaande stappen.
Het Centrum Indicatiestelling Zorg onderzoekt of er afwijkende trends
zichtbaar zijn bij het vaststellen van indicatiebesluiten. Daarbij zal
ook worden gekeken naar de effecten van het gebruik van de standaard
indicatieprotocollen (SIP's).
Het CAK bekijkt aan de hand van de meest recente gegevens (2005 en
2006) over de geïnde eigen bijdrage voor de functies huishoudelijke
verzorging, persoonlijke verzorging en verpleging of er inderdaad
sprake is van een bijzondere ontwikkeling.
Aanpak knelpunten
De verantwoordelijkheid voor het inkopen en leveren van zorg in de
AWBZ ligt zoals gezegd bij zorgkantoren en zorgaanbieders. Daarvoor
bestaan er drie contracteerrondes: in maart, juli en oktober. Na de
eerste contracteerronde in 2006 bleek er EUR 197 miljoen niet
gecontracteerd. De tweede contracteerronde is 15 juli gesloten. Rond
15 augustus is definitief bekend welke zorg er in de tweede
contracteerronde is gecontracteerd. Ik verwacht dat door deze tweede
contracteerronde een aantal knelpunten is opgelost. Daarnaast hebben
zorgkantoren de mogelijkheid om binnen hun regio maar ook tussen hun
regio's geld te herverdelen. Dat houdt in dat budget van een aanbieder
met onderproductie kan worden overgeheveld naar een aanbieder die
tekort komt.
Inmiddels hebben zorgaanbieders een brief ontvangen van het Ctg/ZAio
over de wijze waarop zij de knelpunten aan het Ctg/ZAio kunnen melden.
Zoals u weet heb ik het Ctg/ZAio gevraagd te komen tot een analyse van
de aangeleverde knelpunten. Op mijn verzoek komt het Ctg/ZAio rond 15
augustus met een reactie. Op basis van mijn analyse, waarover nauw
overleg met de brancheorganisaties van zorgaanbieders, ZN en het
Ctg/ZAio plaatsvindt, beslis ik hoe de knelpunten op doelmatige wijze
kunnen worden opgelost. Deze beslissing wordt uiterlijk 1 september
genomen.
Van meerdere kanten bereiken mij signalen over cliëntenstops in
bepaalde regio's en bij bepaalde aanbieders. Deze cliëntenstops vind
ik maatschappelijk zeer onwenselijk. Aangezien veel van de signalen de
zorg thuis betreffen, is er overleg geweest met ActiZ. Het bestuur van
de brancheorganisatie - in voortdurend contact met de leden - heeft
het vertrouwen dat zorgaanbieders in hun deskundigheid en
verantwoordelijkheid adequaat zullen omgaan met acute en schrijnende
situaties. Ik ga er van uit dat aanbieders en zorgkantoren op
regionaal niveau de komende weken oplossingen kunnen vinden voor deze
cliënten.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport