Gerechtshof Leeuwarden legt levenslange gevangenisstraf op
Leeuwarden, 19 juli 2006 - Het gerechtshof te Leeuwarden heeft een
vijfenveertigjarige man veroordeeld tot een levenslange
gevangenisstraf. Het hof achtte bewezen dat verdachte een ander met
een vuurwapen heeft vermoord en hem vervolgens in een door hemzelf
gemaakte oven heeft verbrand. Van de stoffelijke resten is geen spoor
teruggevonden.
De bewezenverklaring berust behalve op verklaringen van getuigen op
een brief van verdachte waarin hij een ander probeert aan te zetten
tot moord op een van de belangrijkste getuigen van de moord en
verbranding. Deze moord is niet uitgevoerd. Ook voor deze mislukte
uitlokking is de verdachte veroordeeld.
De rechtbank te Groningen had verdachte gestraft met een
gevangenisstraf van twintig jaar. Daarbij heeft zij overwogen dat ook
de daders van de ernstigste misdrijven uitzicht dienen te houden op
een terugkeer in de maatschappij. Het hof is het met dit uitgangspunt
eens, maar is van oordeel dat er uitzonderingen zijn waarin een
vrijlating op termijn onaanvaardbaar is. Dit is zoân uitzondering.
Het hof heeft hierbij gelet op het gruwelijke, mensonterende en
bizarre van de bewezen verklaarde feiten. Verder heeft het hof in
beschouwing genomen dat verdachte de nabestaanden van het slachtoffer
veel leed berokkend heeft. Zij hebben geen afscheid kunnen nemen en
verkeren tot op de dag van vandaag in onzekerheid over de plaats waar
en de wijze waarop de overblijfselen van hun dierbare zijn
gedeponeerd.
Het hof heeft bij de bepaling van de straf voorts overwogen dat
verdachte geweigerd heeft medewerking te verlenen aan een
gedragskundig onderzoek, dat mede gericht zou zijn geweest op
beantwoording van de vraag of de bewezen verklaarde feiten de
verdachte kunnen worden toegerekend. Nu de desbetreffende rapportage
ontbreekt en het hof zelf geen aanknopingspunten heeft kunnen vinden
waaruit kan worden afgeleid dat de daden hem niet kunnen worden
toegerekend, moet verdachte volledig verantwoordelijk voor zijn daden
worden geacht.
Verdachte heeft naar het oordeel van het hof aangetoond gewetenloos te
zijn; hij heeft er geen probleem mee andere mensen uit de weg te
ruimen als ze hem op een of andere wijze in de weg zitten. Hij is
haatdragend en wraakzuchtig. Het hof deelt de opvatting van de
advocaat-generaal dat, in het geval de verdachte vrijkomt, diverse
personen voor hun leven hebben te vrezen. Alles tezamen genomen
oordeelt het hof dat de bescherming van de maatschappij tegen deze
dader de voorrang dient te hebben boven het perspectief op vrijlating
op enige termijn en dat dus terugkeer in de samenleving onaanvaardbaar
is.
LJ Nummer
AY4320
Bron: Gerechtshof Leeuwarden
Datum actualiteit: 19 juli 2006 Naar boven
Gerechtelijke organisatie