18 jul 2006
Onderdeel: Wageningen UR
Nummer: 057
De cyanobacterie, beter bekend als de blauwalg, lijkt meer voor te
komen in Nederland dan tot dusverre werd verondersteld. Vooral voor
blauwalgen in het stedelijke oppervlaktewater is tot dusverre weinig
aandacht, terwijl daar op sommige plekken hoge concentraties
voorkomen. Dat blijkt uit de eerste metingen van een inventariserend
onderzoek van Wageningen Universiteit naar de blauwalgen in stedelijk
water. Op sommige plekken hebben onderzoekers concentraties gemeten op
grond waarvan zwemwater gesloten zou moeten worden.
Onderzoekers menen dat dit komt omdat de verantwoordelijkheid voor en
de controle op stedelijk oppervlaktewater niet afdoende is geregeld.
Daarentegen is de controle op zwemwater, in handen van de provincies,
wel goed geregeld. Bovendien denken de onderzoekers dat gemeenten niet
goed bekend zijn met blauwalgenproblematiek en dat ze niet goed op de
hoogte zijn hoe om te gaan met een bloei van cyanobacteriën. Net als
bij zwemwater menen de onderzoekers dat gemeenten bij blauwalgenbloei
met borden bewoners en recreanten zouden moeten waarschuwen.
Giftig
De risicoâs worden veroorzaakt door twee eigenschappen van blauwalgen.
Ten eerste zijn diverse soorten in staat gifstoffen te produceren. Ten
tweede kunnen giftige blauwalgen massaal aan het wateroppervlak een
drijflaag vormen. Een licht briesje kan er vervolgens voor zorgen dat
de drijflaag aan lager wal opeenhoopt.
Contact met of consumptie van deze minuscule drijflaag kan leiden tot
irritaties aan ogen en huid, of tot hoofdpijn, of maag- en
darmklachten veroorzaken of zelfs tot nog grotere gezondheidsproblemen
leiden. In Nederland zijn tot dusver vooral talrijke varianten van de
gifstof microcystine aangetroffen. Deze giffen hopen zich na
consumptie op in de lever, waar ze levercellen ernstig kunnen
beschadigen. Normaliter zou een individu grote hoeveelheden water
moeten drinken om een dodelijke hoeveelheid gif binnen te krijgen,
maar de eigenschap van veel blauwalgen om drijflagen te vormen en zich
op te hopen in zeer hoge dichtheden aan het wateroppervlak en vaak
dichtbij de oever nopen tot voorzichtigheid, vooral voor spelende
kinderen.
Inventarisatie
Wageningen Universiteit is deze zomer begonnen met een inventarisatie
van blauwalgenbloei in stedelijk water. Onderzoekers willen daarbij
weten wat de onderliggende mechanismen en sturende factoren zijn voor
de vorming van toxische blauwalgenbloei. De eerste metingen laten zien
dat het probleem van de blauwalgen weleens wijd verbreid kan zijn.
Inmiddels zijn in drie van de zes geanalyseerde stedelijke wateren
concentraties van giftige stoffen van meer dan 20 microgram per liter
waargenomen. Dit is de adviesnorm om een zwemwater te sluiten. In een
poel zijn waarden variërend tussen 160 en 260 microgram per liter
aangetroffen, terwijl een drijflaag op één van de vijvers honderden
microgram per liter bevatte.
Wageningen Universiteit