Productschap Margarine
18.07.2006
Scholingsbehoefte MVO-sector in kaart gebracht
In het voorjaar van 2005 is onder bedrijven in de oliën- en
vettensector een scholingsenquête uitgevoerd, met als doel de
scholingsbehoefte van medewerkers in de sector in kaart te brengen.
De resultaten van deze schriftelijke enquête zijn verwerkt in een
rapportage die in het najaar van 2005 beschikbaar is gekomen. Teneinde
een beter beeld te krijgen van de feitelijke scholingsbehoefte is een
viertal bedrijven - elk afkomstig uit een ander deel van de sector -
nader geïnterviewd. Naar aanleiding van deze interviews en de
resultaten van de scholingsenquête zijn enkele suggesties voor
vervolgacties opgesteld, die in dit artikel aan de orde komen.
Resultaten
De totale respons was 76% oftewel 24 bedrijven van de in totaal 30
bedrijven hebben de enquête geretourneerd. Bij de bedrijven die hebben
gereageerd, zijn in totaal 2.647 werknemers werkzaam.
Uit de resultaten blijkt dat in de MVO-sector relatief veel mensen
werken die basisonderwijs dan wel VMBO of MBO als hoogste opleiding
hebben (resp.17%, 35% en 34%). Volgens een ruime meerderheid van de
bedrijven sluit het feitelijke opleidingsniveau aan bij het gewenste
opleidingsniveau. Wel ondervindt bijna de helft van de bedrijven, met
name de middelgrote bedrijven, knelpunten bij de werving van nieuw
personeel.
Zo'n 78% van de bedrijven heeft een bedrijfsopleidingsplan. Alle
bedrijven hebben in 2004 een interne en/of externe opleiding
georganiseerd. In 2005 hebben vrijwel alle bedrijven cursussen in de
planning opgenomen.
Meer dan 40% geeft aan een scholingsbehoefte te hebben voor wettelijk
verplichte zaken (heftruckchauffeur, bedrijfshulpverlening). Eveneens
ruim 40% heeft een scholingsbehoefte met betrekking tot kennis over
het productieproces en de kwaliteitszorg (kwaliteit en
voedselveiligheid) en kennis van grondstoffen.
Via diepte-interviews is meer inzicht verkregen in de
scholingsbehoefte bij die bedrijven die hebben aangegeven dat hun
werknemers een scholingsbehoefte hebben en/of dat het gewenste
opleidingsniveau niet aansluit bij het feitelijke opleidingsniveau.
In deze interviews wordt aangegeven dat bedrijven veelal zelf een
systeem van interne (bedrijfs)opleiding hebben of gebruik maken van
externe instituten. Waar mogelijk wordt dit afgerond met een officieel
erkend certificaat of diploma. Wel blijkt dat bestaande cursussen op
het gebied van vetten en oliën veelal op de food- en feed-sector
gericht zijn, terwijl de technische toepassingen de komende tijd
steeds belangrijker worden (biodiesel, energieopwekking).
Uit scholingsenquête en diepte-interviews blijkt dat er met name
behoefte is aan een specifieke cursus waarin kennis over producten,
productieprocessen, ketens, toepassingen van oliën en vetten en
kwaliteitssystemen centraal staat.
Het bestuur van het productschap heeft in mei 2006 ingestemd met het
voorstel lesmateriaal te ontwikkelen dat in de genoemde
scholingsbehoefte voorziet. Een projectgroep zal deze ontwikkeling de
komende maanden ter hand nemen. Hierbij zal uiteraard nauw worden
samengewerkt met deskundigen die ervaring hebben met het ontwikkelen
van leermiddelen en met bedrijven in de oliën- en vettensector.
Het streven is om aan het eind van dit jaar een basispakket
leermiddelen gereed te hebben.