Algemene Vereniging Van Beroepsjournalisten in België
Nieuwsoverzicht
Meer news, minder paper
Wie een krant nog altijd vereenzelvigt met gedrukt papier is niet meer
van deze tijd. Dat beweert de zakenkrant De Tijd op haar website. En
ze heeft wellicht gelijk, blijkt uit het proefschrift De krant van
morgen: nog steeds op papier?, waarmee Hans Beyers onlangs promoveerde
tot doctor in de politieke en sociale wetenschappen aan de
Universiteit Antwerpen. Het product van een uitgever is inhoud, hij
mag zich niet blindstaren op papier, aldus Beyers.
Beyers (28) heeft een inhoudsanalyse gemaakt van negen Vlaamse
onlinekranten, in de periode 2003-2005. Gratis kranten, type Metro,
zijn daar niet bij betrokken. Daarnaast heeft hij nog een onderzoek
gevoerd naar de gebruikers van onlinekranten, via enquêtes in
april-augustus 2001 en in december 2004-februari 2005.
In zijn proefschrift komt Beyers tot de conclusie dat de papieren
krant wellicht zal overleven op middellange termijn. Van de huidige
onlinekrantenlezers leest immers nog altijd 75 procent ook een
papieren krant.
Maar als wordt gefocust op de jongeren (
Een belangrijk gegeven voor uitgevers is dat generaties hun
leesgewoonten die al vastligt op de leeftijd van 25 jaar behouden als
ze ouder worden. Dat betekent dat de jonge generatie die nu minder
kranten leest, daar niet aan zal beginnen als ze ouder wordt.
Die vaststelling zal uitgevers er toe drijven zich steeds meer als
multimediaal informatieleverancier te profileren. We zien nu al een
terugval van de papieren krant: in België is de totale oplage gedaald
van 2,6 miljoen (1958) naar 1,95 miljoen (2005). Het lezersbereik
bedroeg aan het begin van de jaren 80 nog 60,4%, terwijl het in
2004-2005 maar 51% meer was (gratis kranten niet meegeteld).
De uitgever heeft voorts te kampen met stijgende papierkosten,
teruglopende advertentie-inkomsten en maatschappelijk-culturele
veranderingen die mensen ertoe aanzetten minder tijd te besteden aan
het lezen van een papieren krant.
Daar staat tegenover dat de populariteit van het internet enorm is
toegenomen: in juni 2001 waren er ruim 29 miljoen actieve websites, in
maart 2005 waren er dat al ruim 59 miljoen, leert ons de studie van
Beyers. Wereldwijd zijn al ruim 5000 kranten op het net te vinden. En
in België gaat 57% van de bevolking geregeld op internet.
Een gevolg daarvan is, aldus Beyers, een vervaging van de grenzen
tussen massacommunicatie en interpersoonlijke communicatie. Ook ziet
hij een machtsverschuiving in de richting van de
communicatiegebruiker. De dominantie van traditionele media, zoals
kranten, radio en tv, brokkelt af.
Vier kenmerken
Gebruikelijk in studies over onlinekranten is het opnemen van drie
specifieke kenmerken: multimedialiteit (diverse soorten signalen via
het internet), interactiviteit (de gebruiker speelt mee), en
hypertekstualiteit (diverse teksten kunnen met elkaar worden gelinkt).
Beyers heeft daar in zijn studie een vierde kenmerk aan toegevoegd,
permanente actualiteit: er is geen deadline meer, geen 'zaktijd' in
het oude jargon. Of misschien juist wel een permanente deadline.
In zijn SWOT-analyse van de onlinekrant geeft Beyers een overzicht
waar we graag even in grasduinen:
- sterke punten: mogelijkheid tot multimediale presentatie van het
nieuws, voortdurende updates, onbeperkt aanbod van achtergrondtekst
via hyperlinks, wereldwijd beschikbaar, interactie mogelijk met (en
tussen) lezers;
- zwakke punten: laag gebruiksgemak (schermlezen), vragen bij
rentabiliteit, onduidelijk businessmodel, journalistiek wordt
bureauwerk;
- kansen: het e-papier (dat nu wordt uitgetest), mobiele diensten,
verdere personalisering van het nieuws (het bereiken van specifieke
doelgroepen), mogelijkheden voor een zoekertjesmarkt;
- bedreigingen: onnauwkeurigheid van informatie door snelheid van
publiceren, schrik voor kannibalisatie van de papieren krant kan
leiden tot terughoudendheid, een teveel aan informatie, discussie over
copyrights.
Boeiend is de inhoudsanalyse van negen Vlaamse onlinekranten, op het
vlak van de hierboven genoemde vier kenmerken:
- multimedialiteit: die is veeleer beperkt, het gaat vooral om gewone
tekst. Fotos komen vaker voor op de homepage dan op een lager niveau
van de site. Er is wel een tendens om video toe te voegen. Maar in
vergelijking met Amerikaanse onlinekranten wordt hier weinig gebruik
gemaakt van geanimeerde infografieken.
- interactiviteit: er is wel een ruim aanbod aan nieuwsberichten en
diensten, maar de interactiviteit is vaak beperkt tot fora en polls.
Zelden wordt het e-mailadres van de journalisten vermeld.
- hypertekstualiteit: het gebruik van hyperlinks is nog vrij beperkt.
Het lijkt of men bang is de lezer weg te leiden naar een andere site.
Positief is dat meestal degelijke archieven worden aangeboden.
- permanente actualiteit: hier scoren de Vlaamse onlinekranten het
sterkst. Er zijn veel updates en er wordt gewerkt met alerts via
e-mail, sms en RSS.
Beyers concludeert dat de oorspronkelijke beloften van het internet na
ruim tien jaar Vlaamse onlinekranten nog maar beperkt zijn
geïmplementeerd.
Dat juist het door hem toegevoegde vierde kenmerk het beste scoort,
wijt hij aan het feit dat dit het makkelijkst te automatiseren is.
Interactiviteit is al een stuk moeilijker: discussieplatformen
ontaarden soms in scheldpartijen (denk maar aan de lezersinbreng op de
Knackwebsite over de thesis van Freya Van den Bossche). Er is een
investering aan personeelskosten vereist om dat te controleren en te
stroomlijnen.
De gebruiker
Uit Beyers studie van de gebruikers van onlinekranten blijkt dat ze
meestal trouw blijven aan hun papieren krant.
De redenen die ze opgeven om online te lezen zijn vooral: snel actuele
informatie hebben, de mogelijkheid om in het archief oude berichten op
te halen en het beter kunnen selecteren van het soort artikels dat ze
willen lezen. De kans om via een onlinekrant makkelijker een eigen
mening te kunnen spuien (communicatie-interactiviteit) haalt de
laagste score.
Opmerkelijk is dat het gebruik van onlinekranten vooral ten koste gaat
van de tijd die wordt besteed aan tv kijken. Slechts 25 à 30 procent
van de onlinekrantenlezers zegt minder papieren kranten te kopen.
Sterker nog: als de onlinekrantenlezer voor eenzelfde prijs moet
kiezen tussen papier en online, dan gaat 2/3 voor papier en slechts
1/3 voor online.
De papieren krant geniet dus nog waardering, de onlinekrant is een
extra. Onlinekrantenlezers zijn vaak nieuwsjunkies, zegt onderzoeker
Beyers.
Hij ziet wel een trend bij papieren kranten om zich aan te passen aan
het internettijdperk: ze worden interactief (verwijzingen naar
websites, tiplijnen).
In Chili gaat de krant Las Últimas Noticias zelfs zo ver om het aantal
kliks op artikels in de onlinekrant de inhoud te laten bepalen van de
papieren krant van de volgende dag.
In de elektronische nieuwsverspreiding holt de evolutie uiteraard ook
door: RSS-feeds, podcasts, hotspots voor draadloos internetten,
toenemend aantal weblogs, dayparting (de inhoud van een website wordt
aangepast aan het tijdstip van de dag: hard nieuws s morgens, meer
achtergrond en zelfs ontspanning naarmate de dag vordert).
Beyers komt in zijn proefschrift tot de conclusie dat de nieuwe media
de oude niet helemaal vervangen, maar dat de traditionele media zich
wel aanpassen aan de nieuwe omgeving.
Hij ziet krantenbedrijven evolueren tot multimediale ondernemingen. En
hij denkt dat de papieren krant nog zeker op korte tot middellange
termijn (20-30 jaar) zal overleven. Maar dat werd twintig jaar geleden
ook al gezegd, voegt hij er relativerend aan toe.
En Beyers besluit met een stelling: De krant moet zich in eerste
instantie richten op informatie, duiding en achtergrond, en minder op
ontspanning of dienstverlening.