KPMG
Beursondernemingen bekennen langzaam kleur over verantwoord ondernemen
12 juli 2006
Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen geven beleggers in hun
directieverslag langzaam aan meer informatie over maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
Uit onderzoek van KPMG onder de Nederlandse beursfondsen blijkt dat
ruim een derde van de bedrijven vorig jaar meer informatie in haar
jaarverslag heeft opgenomen over milieu en sociale onderwerpen en dat
een kwart van de ondernemingen hieraan ook meer aandacht besteedt in
het directieverslag. De informatie die de bedrijven over
maatschappelijk verantwoord ondernemen geven, is echter vooralsnog
vooral beschrijvend. Slechts 15% heeft ook daadwerkelijk indicatoren
opgenomen die informatie geven over de geleverde prestaties. De
toenemende aandacht voor het milieu en sociale onderwerpen is volgens
Wim Bartels, partner bij KPMG Sustainability, in lijn met de
toenemende aandacht van beleggers voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen. Bartels: De informatie sluit echter nog onvoldoende aan
bij de veranderde eisen die op grond van de EU Moderniseringsrichtlijn
aan directieverslagen worden gesteld. De bedrijven zullen dan ook nog
grote stappen moeten maken om de informatie aan beleggers te
verbeteren. Zo moeten beleggers worden geïnformeerd over de risicos en
prestaties van de ondernemingen waarin zij beleggen. De regelgeving
vraagt bedrijven te rapporteren over specifieke prestatie-indicatoren
op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen die van
belang zijn voor de positie of de ontwikkeling van de onderneming.
Uit het onderzoek blijkt dat de bedrijven maatschappelijk verantwoord
ondernemen als een belangrijk risico beschouwen. De helft van de
bedrijven beschouwt het expliciet als een risico of als een onderdeel
van mogelijke reputatieschade. Bartels: Nu de bedrijven dat zelf
aangeven, pleit dat er eens te meer voor om te rapporteren over de
daadwerkelijke milieu- en sociale prestaties. Als een onderneming het
als een dusdanig groot risico ziet dat het vermelding verdient in het
jaarverslag, dan zal het bedrijf het vanuit het principe van goed
ondernemingsbestuur ook moeten beheersen. In die zin moet het
onderwerp ook hoger op de agenda van commissarissen komen te staan.
Van belang hierbij is wat de materiële issues zijn. Op dit moment
constateer ik dat te veel indicatoren worden bedacht en gerapporteerd
in duurzaamheidsverslagen die in feite geen onderdeel zijn van het
managementproces.
Van de onderzochte bedrijven verwijst 35% voor informatie over
maatschappelijk verantwoord ondernemen naar het duurzaamheidsverslag.
Bartels: In die verslagen moet de belegger zelf uitvinden wat relevant
voor hem zou kunnen zijn. De relevante informatie voor financiële
beslissingen moet dan ook veel helderder gemaakt worden. Het is
weliswaar positief dat bedrijven in ieder geval rapporteren over
milieu en sociale onderwerpen in een duurzaamheidsverslag en deze
informatie veelal laten beoordelen door een onafhankelijke derde. Van
beleggers kan echter niet worden gevraagd dat zij uit de vaak
omvangrijke verslagen die informatie destilleren die belangrijk is.
Zij zullen door middel van een diepgaande analyse door de onderneming
zelf moeten worden geïnformeerd over de belangrijke themas.
Initiatieven zoals de recente adoptie van de Principles for
Responsible Investment door grote institutionele beleggers zullen
moeten bijdragen aan de groei tot volwassenheid van de informatie aan
beleggers, anders dan alleen maar cijfers over winst en vermogen.
Voor nadere informatie: Andy Bellm, telefoon (020) 656 7039
© 2006 KPMG Holding N.V., a member firm of the KPMG network of
independent member firms affiliated with KPMG International, a Swiss
cooperative. All rights reserved.