11 juli 2006
Srebrenica: Rode Kruis helpt bij zoektocht naar vermisten
Rode Kruis-vrijwilligers
interviewen nabestaanden.
Met de gegevens worden
lichamen uit massagraven
geïdentificeerd.
Het is gebeurd toen hij naar de bus liep, de laatste bus die uit
Srebrenica vertrok. Alle mannen werden uit de rij gehaald. Alleen
vrouwen mochten mee. Mijn moeder is op de bus gestapt, mijn vader
mocht niet mee. Sindsdien heb ik niets meer van hem gehoord. Al elf
jaar niet meer. Waarschijnlijk is hij dood, maar dat weet ik niet. Ik
ben op zoek naar bewijs daarvoor, naar bevestiging. Pas dan kan ik
deze periode afsluiten.
Een decennium op zoek
Het is het verhaal van een jonge Bosnische vrouw, die al een decennium
lang op zoek is naar haar vader. Net als duizenden andere mensen uit
voormalig Joegoslavië is haar een van de ergst denkbare dingen
overkomen: hun vader, man of kind is vermist vanwege oorlogsgeweld.
Bijna 11 jaar na het beëindigen van de Balkan-oorlog worden nog altijd
15.275 mensen vermist. De meesten van deze vermisten liggen
vermoedelijk in één van de vele massagraven in dit gebied. Het Rode
Kruis verzamelt gedetailleerde informatie over de vermisten personen,
de zogenoemde ante mortem data. Daarmee helpt het Rode Kruis
nabestaanden om hun dierbaren te identificeren.
Alles komt weer boven
De vrijwilligers verzamelen allerlei
gegevens van het slachtoffer zoals
gebitskenmerken: de zg
ante mortem data
Rode Kruis-vrijwilligers interviewen in 14 Europese landen
familieleden van vermisten. In Nederland zijn inmiddels 61
nabestaanden geïnterviewd door Rode Kruis-vrijwilligers. Beppie Klasen
is één van die vrijwilligers. Zon interview is heel emotioneel. Je
vraagt naar omstandigheden waaronder de persoon verdwenen is. We
vragen naar fysieke kenmerken zoals botbreuken of gebitskenmerken,
kleding, persoonlijke bezittingen. Door dat gesprek komt alles weer
boven. Ik maak mee dat mensen me huilend vastpakken omdat ze zo blij
zijn dat er eindelijk iemand naar hen luistert.
Dan kan ik het afsluiten
Alle gegevens uit die interviews worden opgeslagen in een databank.
Die ante mortem data zijn zo belangrijk omdat ze vaak de sleutel tot
identificatie zijn. Want alleen met DNA lukt het veelal niet. En
kleding, sieraden, brillen en andere voorwerpen vergaan veel minder
snel dan een lichaam. Wanneer mensen geïdentificeerd zijn, kunnen
nabestaanden hun dierbare herbegraven en aan het rouwproces beginnen.
Beppie Klasen: Een Bosnische vrouw vertelde: ik hoop dat ik ook ooit
mijn man kan begraven. Dan kan ik het een plaats geven, dan kan ik het
afsluiten.
Er zijn nu 6855 mensen geïdentificeerd, waarvan ruim 1000 dankzij dit
ante mortem data project. Zij zijn overgedragen aan nabestaanden voor
een herbegrafenis.
Meer informatie:
* Als een dierbare van u vermist is in het voormalig Joegoslavië en
u heeft nog geen ante mortem data gegeven, kunt u contact opnemen
met de afdeling Opsporing en ondersteuning van het Nederlandse
Rode Kruis, tel 070-44 55 822, email: tracing@redcross.nl
* Het Rode Kruis spoort mensen op
Het Nederlandse Rode Kruis