Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nlPostbus 90801 2513AA22XA
2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Contactpersoon Uw brief 2050614730 Doorkiesnummer Ons kenmerk UB/K/06/51333 Datum 3 juli 2006 Onderwerp Kamervragen van het lid De Wit

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid De Wit (SP) over het uitvoeren van verzekeringsgeneeskundig onderzoek door niet-bevoegden.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Ons kenmerk UB/K/06/51333

2050615070

Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het uitvoeren van verzekeringsgeneeskundig onderzoek door niet-bevoegden. (Ingezonden 13 juni 2006)


1
Welke conclusies verbindt het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dat verzekeringsgeneeskundig onderzoek in het kader van arbeidsongeschiktheidswetten uitsluitend plaats dient te vinden door een verzekeringsarts? 1)

Antwoord 1
UWV heeft aan deze uitspraak, maar ook reeds aan een eerdere uitspraak van de CRvB van 29 september 2005 (LJN: AU3603, gepubliceerd in USZ 2005/362) de conclusie verbonden dat het spreekuurcontact, het onderzoek en de dossierstudie alsmede de selectie van relevante gegevens, kortom het gehele verzekeringsgeneeskundig onderzoek, door de (verzekerings)arts zelf moet worden uitgevoerd en gerapporteerd. Uiteraard wordt de verzekeringsarts daarbij ondersteund door andere functionarissen binnen UWV.

Ik ondersteun deze opvatting van het UWV. Ook ik lees in de genoemde uitspraken van de CRvB niet dat de Raad van oordeel is dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek uitsluitend door een geregistreerd verzekeringsarts zou kunnen plaatsvinden. Ingegeven door de eisen die op grond van het Schattingsbesluit aan het verzekeringsgeneeskundig onderzoek worden gesteld, heeft de Raad in deze uitspraken naar mijn mening enkel de tegenstelling tussen de niet-arts (medisch medewerker) en de wél-arts willen aangeven. Net als in de toelichting bij het Schattingsbesluit, wordt de aanduiding van de functionaris die geacht wordt het verzekeringsgeneeskundig onderzoek uit te voeren, in de genoemde uitspraken afgewisseld tussen `verzekeringsarts' en `arts'.

Er is naar mijn mening geen enkele belemmering het verzekeringsgeneeskundig onderzoek door een arts te laten verrichten, die (nog) niet de beroepstitel verzekeringsarts mag voeren. Het gaat hierbij onder meer om artsen met een ruime ervaring in verzekeringsgeneeskundig werk die niet aan alle eisen van de registratie voldoen dan wel om artsen in opleiding die onder begeleiding van een mentor hun werk verrichten. Dat een arts nog niet is geregistreerd betekent uiteraard niet dat er geen kwalitatieve eisen aan zijn beoordeling worden gesteld. Integendeel, alle Standaarden en Protocollen die een kwalitatief goede beoordeling moeten borgen, zijn van toepassing op deze arts. Ook is op hem het Professioneel Statuut Verzekeringsartsen van toepassing, waarin kwaliteitseisen worden gesteld, ook ten aanzien van na- en bijscholing.


---

Ons kenmerk UB/K/06/51333

2
Zijn alle artsen in dienst van het UWV gespecialiseerd in de verzekeringsgeneeskunde? Zo neen, hoeveel niet?

Antwoord 2
Neen, niet alle artsen in dienst van UWV zijn geregistreerd als verzekeringsarts. Er zijn ruim 200 artsen in opleiding tot verzekeringsarts onder supervisie van een mentor. Daarnaast zijn er ca. 100 artsen niet-geregistreerd als verzekeringsarts en niet in opleiding tot verzekeringsarts. Zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven gelden voor deze artsen de reguliere kwaliteitseisen.


3
Komt het nog steeds voor dat verzekeringsgeneeskundig onderzoek wordt uitgevoerd door anderen dan verzekeringsartsen?

Antwoord 3
Ja.


4
Wilt u onderzoeken hoe vaak anderen dan verzekeringsartsen verzekeringsgeneeskundig onderzoek geheel of ten dele hebben uitgevoerd? Wilt u het UWV opdracht geven om ook in die zaken de genomen besluiten te vernietigen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Nee. Voor een toelichting op mijn standpunt verwijs ik naar mijn antwoord bij de vragen 1 en 2.


1) LJN: AW4311, Centrale Raad van Beroep, 04/1204 WAZ.


---