· Ik wil de WRR allereerst danken voor dit rapport. De timing van het
rapport komt zeer goed uit. De klimaatconferentie in Nairobi wordt nu
voorbereid en de Europese Commissie en het IBO komen eind van dit jaar
met een visie over het toekomstige klimaatbeleid. Ik hoop dat het
rapport bijdraagt aan discussie. De effecten van klimaatverandering
worden steeds duidelijker. En daarmee ook de sense of urgency.
Internationaal is de discussie over een effectief klimaatbeleid in
volle gang. Niet alleen onder de paraplu van VN, maar ook daar buiten.
· Het WRR rapport bevat niet veel nieuws. Veel opmerkingen uit het
rapport zie ik als een aanmoediging en niet als startpunt. Met de
meeste aanbevelingen uit het rapport is het kabinet al hard bezig. Het
rapport heeft weinig aandacht voor wat er internationaal gebeurd
· Het rapport is bijzonder kritisch over Kyoto. Natuurlijk, ik ben ook
kritisch en tegelijk realist. Ook ik weet dat Kyoto een bescheiden
bijdrage levert aan de wereldwijde emissiereductie. Kyoto lost het
klimaatprobleem niet op. Iedereen weet dat. En ik weet ook dat de
explosief toenemende energievraag in landen als China en India de
problematiek eerder vergroot dan verkleint. Maar Kyoto is een eerste
stap op een lange weg. Om de finish te halen moet de marathonloper
toch eerst van start gaan. En juist als eerste stap durf ik Kyoto een
succes te noemen. Kostenefficiënte instrumenten als emissiehandel,
Joint Implementation en het Clean Development Mechanism die zonder
Kyoto niet tot stand waren gebracht zijn in veel gevallen tot
milieusuccessen hebben geleid. Met dit laatste instrument zorgen de
Kyoto-landen tot 2012 nu al voor een miljard ton aan CO reductie.
Dat staat gelijk aan de totale emissie van Duitsland in één jaar [of
vijfmaal de hoeveelheid die Nederland per jaar uitstoot].
· U en ik weten dat Kyoto niet perfect is. Maar ik vind het protocol
een noodzakelijke eerste stap. Kyoto is een hoeksteen voor het
wereldklimaatbeleid. Het is belangrijk dat de EU gemaakte afspraken
nakomt. De EU wil harde afrekenbare doelen en andere landen daarbij
betrekken. Als we dat niet doen brokkelt het draagvlak af.
· De EU schaakt op meerdere borden tegelijk om internationale
coalities te vormen. Vorige week nam ik bijvoorbeeld op initiatief van
Zuid-Afrika deel aan een klimaattop met 22 ministers uit diverse
sleutellanden. Op die top werden álle mogelijke richtingen besproken
voor het oplossen van het klimaatprobleem. Ook werd door alle
deelnemende ministers de noodzaak uitgesproken dat het probleem van
ons allen is dat we dus met zijn allen moeten werken aan oplossingen.
Het gaat erom dat we bruggen slaan. Dat is een realistische en
ambitieuze klimaatstrategie.
* In het rapport van de WRR komt verder een uitgebreid palet van
onderwerpen aan bod:
* adaptatie aan de gevolgen van klimaatverandering;
* technologische innovatie om emissiereductiekosten te verlagen, en
* internationale coördinatie om ervoor te zorgen dat het probleem
efficiënt en effectief wordt aangepakt. Juist allemaal onderwerpen
die hoog op de politieke agenda van Nederland en de Europese Unie
staan.
Over de inhoud van een aantal aanbevelingen van de Raad is
ongetwijfeld veel discussie mogelijk. Zonder te veel op het
kabinetsstandpunt vooruit te willen lopen, wil ik daar het volgende op
zeggen.
De Raad wijst terecht op het belang van aanpassen aan
klimaatverandering. Klimaatverandering is al volop aan de gang.
Effecten kunnen met welke internationale afspraken dan ook niet meer
in zijn geheel voorkomen worden. Voor ons land zijn de gevolgen heel
complex. Het KNMI heeft onlangs een viertal klimaatscenario's
gepresenteerd. Die bevestigen dat onze winters gemiddeld natter, de
zomers gemiddeld droger worden en dat ook de extreme
neerslaghoeveelheden toenemen. Dat patroon was al langer duidelijk.
Dus starten we het project Ruimte voor de Rivier dat inmiddels door de
Kamer is aangenomen. Dit is een concreet voorbeeld van beleid dat
anticipeert op klimaatveranderingen. We leven nu eenmaal in een delta
dus nemen we geen enkel risico. Maar ook op andere beleidsterreinen
zoals de energiesector, de natuur, en landbouw is het nodig om ver
vooruit te kijken. Om op deze terreinen in te spelen op
klimaatveranderingen is het Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en
Klimaat opgezet, zeer toepasselijk afgekort tot ARK . In
dit programma werken de ministeries van Verkeer en Waterstaat, VROM,
Economische Zaken en LNV samen met provincies, gemeenten en
waterschappen aan het klimaatbestendig maken van de ruimtelijke
inrichting van Nederland.
Hoe belangrijk ook voor Nederland, aanpassen aan klimaatverandering
is nog belangrijker voor ontwikkelingslanden. Nederland heeft de
welvaart en kennis om zich adequaat te kunnen voorbereiden op de
mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Ontwikkelingslanden hebben
dat vaak niet en zijn daardoor kwetsbaarder. Het is daarom
noodzakelijk de armste landen een helpende hand te bieden bij het
voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De WRR kijkt
alleen naar Nederland. Terwijl Nederland ook internationaal een rol
moet spelen.
In alle nationale en internationale plannen vinden we
energiebesparing, hernieuwbare energiebronnen en schoner gebruik van
fossiele bronnen terug. De WRR is kritisch over de bijdragen van
duurzame energiebronnen aan emissiereductie. Ik vind dat vooralsnog te
kort door de bocht. Bijvoorbeeld de winst die de inzet van duurzame
energie voor lucht - en fijnstofbeleid heeft, wordt niet meegewogen in
het rapport.
In het Energierapport 2005 heeft het kabinet schoon fossiel
waaronder ook CO2-opslag als een nieuw thema in de energietransitie
aangewezen. In de tussentijd krijgen alternatieve bronnen dan de tijd
zich te ontwikkelen tot een interessante commerciële toepassing. De
WRR noemt terecht het belang van CO2-opslag.
CO2 -opslag is een overbruggingsmaatregel in de lange weg naar een
duurzame energiehuishouding. Deze zomer wordt een tenderregeling
schoon fossiel met 80 miljoen euro van kracht. Gericht op realiseren
drie of vier demo-projecten. Doel is reductie maar vooral ervaring
opdoen met afvang en opslag. Uiteindelijke doel is grootschalige
toepassing bijvoorbeeld bij kolencentrales. Termijn is dat regeling
begin 2007 van start gaat.
Tot slot en ten vierde legt de Raad terecht veel nadruk op het
belang van technologie ontwikkelen, overdragen en toepassen Met name
naar ontwikkelingslanden en de rol van het Clean Development Mechanism
krijgen aandacht. Ik wil in dit verband de internationale conferentie
Make Markets Work for Climate noemen, die mijn ministerie organiseert.
Deze conferentie zal in oktober in Amsterdam plaatsvinden. Centrale
vraag die aan de orde komt is: hoe kunnen we de markt effectiever
inzetten voor terugdringen van het klimaatprobleem? Kortom, met meer
markt meer milieu voor minder euro's.
Doel van de bijeenkomst is om met alle partijen uit de publieke-,
private en kennissector - de investeringskansen voor het tegengaan van
klimaatverandering te bespreken. Milieu als kans
De WRR wil een wereld klimaat organisatie op richten. Ik verwacht
niet dat daarmee de belangentegenstelling minder wordt. Het is
belangrijk om coalities te sluiten en dat doe je eerder met zo'n
informele bijeenkomst, zoals in Zuid-Afrika.
Nogmaals, dank voor dit interessante WRR-rapport. Uw voorzitter
sprak in het NRC van afgelopen zaterdag de verwachting uit dat dit
rapport 'weer' voor opwarming zou zorgen in de Hofvijver. Ik beschouw
deze opwarming alleen maar als aangenaam. Ik hoop dat het rapport
bijdraagt aan discussie. Een kritische discussie brengt ons juist
dichter bij oplossingen. Het kabinetsstandpunt is de volgende stap.
Kortom, u hoort nog van ons.
· Dank u wel.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer