Ten Esschen - Heerlen, 1 juli 2006
Open brief
Aan de leden van de gemeenteraad van Heerlen
Betreft: mogelijke vestiging van ROC Arcus - college in Coriopolis / Nieuw Eyckholt / Terworm
Geachte leden van de raad,
Vanwege mijn betrokkenheid bij het onderwerp neem ik de vrijheid om u ongevraagd mijn mening te geven over de mogelijke vestiging van het ROC Arcus - college onder andere in het gebied Coriopolis / Nieuw Eyckholt / Terworm. Ik baseer mij daarbij op de door het college van B&W gegeven informatie, aangevuld met het gestelde tijdens de behandeling in de gezamenlijke commissievergadering op donderdag 22 juni jl. Ik ga daarbij in verhouding meer in op de politieke aspecten en slechts beperkt op de inhoudelijke. Die laatste zijn al meerdere malen min of meer uitvoerig aan de orde geweest. En gezien de breedte van het onderwerp pretendeer ik ook niet volledig te zijn.
Ik hoop dat u zich kunt herkennen in het onderstaande betoog (dat vanzelfsprekend ook deels een samenvatting is van door u en anderen ingebrachte argumenten). Daarbij zal ik het zeer waarderen als u zich bij het innemen van uw definitieve standpunt door het onderstaande zou laten leiden.
1. Voor de raad de definitieve keuze.
In het voorliggende voorstel is er formeel geen sprake van definitieve besluitvorming. Maar voor de gemeenteraad en het college van B&W zijn deze besluiten richtinggevend. Dat is op zich heel vergaand. Niet alleen zullen de meeste formele besluiten in het vervolgtraject door het college van B&W worden genomen. Bij de nog door de gemeenteraad te nemen besluiten (o.a. eventueel voorbereidingsbesluit, vaststellen reparatiebestemmingsplan ex art 30 Wet Ruimtelijke Ordening, kredietverlening) is de raad in hoge mate gebonden aan het nu te nemen beginselbesluit (zie ook onder 6.). Nu worden naar de partners / initiatiefnemers duidelijke verwachtingen gewekt dat de gemeenteraad in beginsel akkoord is met het voorliggende compromis. In dat besluit worden alle nu bekende aspecten meegenomen en afgewogen. Het mag worden gekenschetst als onbehoorlijk bestuur (en daar zal men ook ongetwijfeld op worden aangesproken door Arcus cs.) als uw raad later een afwijkend besluit neemt op basis van min of meer dezelfde argumenten als nu al bekend zijn. Alleen bij zwaarwegende, nog niet meegewogen of sterk afwijkende redenen, kan men het fundamentele besluit teniet doen.
2. De voorgelegde keuze.
Kort samengevat is de keuze die aan uw raad wordt voorgelegd de volgende: u accepteert het voorstel van het college van B&W of niet. Indien niet dan dient u volgens het college als mogelijke consequentie te aanvaarden dat er twee topstudies van het Arcus waarschijnlijk verhuizen naar Maastricht (horeca) en Sittard - Geleen (techniek).
Iedereen kan wel inschatten, dat hier sprake is van een keuze van ongelijke grootheden. Waar eigenlijk een afweging dient plaats te vinden op basis van argumenten van ruimtelijke ordening (in de brede zin), wordt als tegenargument druk uitgeoefend op basis van (positief benoemd) onderwijskundige aspecten. De gemeenteraad dreigt hiermee in een spagaat te worden geplaatst. Naar mijn mening is deze keuze echter oneigenlijk. Een oprechte gemeenteraad zou zich dan ook niet moeten laten dwingen tot deze keuze. Dat zou kunnen door de keuze te blijven maken op basis van een ruimtelijke afweging. Een keuze voor Stadspark Oranje Nassau / Zeswegen. De onderwijskundige argumenten dienen daarbij op hun eigen merites te worden beoordeeld (hier ligt de primaire verantwoordelijkheid bij Arcus). En daarbij biedt SON aan Arcus alle mogelijkheden om samen te werken met al zijn partners dichtbij en wat verder weg.
3. De standpunten van Arcus
Uit de geschiedenis van dit onderwerp blijkt, dat Arcus alleen standvastig is in de beweegredenen wat betreft de vestiging op Stadspark Oranje Nassau / Zeswegen. Deze locatie is "onbespreekbaar en zal nimmer als optie worden aanvaard". Dit wordt in het gemeenteblad niet nader toegelicht. Dat bevreemdt des te meer omdat SON een uitstekende locatie is, waar veel van de hierna genoemde nadelen niet aan de orde zijn en waar het campusmodel goed uitvoerbaar is.
Het college stelde dat het standpunt van Arcus was gebaseerd op onderwijskundige argumenten. Echter die wisselen naar believen. In eerste instantie was er sprake van doorslaggevende voordelen van één unilocatie volgens het campusmodel. Vervolgens was het belangrijker dat opleidingen dicht bij collega - opleidingen worden gehuisvest. Maar het kan net zo goed dat opleidingen worden gehuisvest in de nabijheid van enkele grote gerelateerde werkgevers.
Duidelijk is in ieder geval dat Arcus steeds andere argumenten laat prevaleren. Alleen het argument van hun belangrijkste bestaansgrond, de leerlingen, hun wensen en hun herkomst, heb ik nog niet gehoord. Daarbij mag men het niet-netjes vinden dat Arcus zijn belang voor samenleving afzet tegen het huidige aantal van ± 9.000 leerlingen (en de bijbehorende werkgelegenheid) en dat bij de nieuwe vestigingen (terecht) wordt uitgegaan van een fors lager aantal. Maar dat wordt bij de gemeenteraad al lang als bekend verondersteld. Echter het argument van dalende leerlingenaantallen is geen specifiek probleem voor Parkstad Limburg. Ook Maastricht en Sittard - Geleen krijgen hiermee te maken. Het dalende leerlingaantal is dus geen vestigingsargument op zich.
4. Kiezen voor de stad.
Het college is gezwicht voor het dreigement van Arcus om bij weigering van het nu voorliggende compromis (maar ook bij afwijzing van het oorspronkelijke voorstel) enkele opleidingen te verplaatsen. Wethouder Riet de Wit zegt daarbij te kiezen voor Heerlen en zo de opleidingen veilig te willen stellen. Deze keuze kan, maar het is wel een erg eenzijdige keuze met een aantal aspecten die ronduit negatief uitpakken voor de stad. Een voorbeeld. Luchtvervuiling kost de Nederlandse samenleving jaarlijks ± E 4 miljard. Er sterven jaarlijks zo'n 20.000 mensen voortijdig aan de luchtvervuiling. Heerlen heeft daar zijn deel van. Kiezen voor het compromis boven vestiging van Arcus in een unilocatie in Stadspark Oranje Nassau van betekent dat de luchtvervuiling door de vele extra verplaatsingskilometers zal toenemen. Men kan dus ook anders voor de stad kiezen! Ook de keuze voor het verlies aan natuur en open landschap, wat toch ook een economisch belangrijk visitekaartje is van onze Parkstad, is mijns inziens geen keuze voor Heerlen.
Daarbij wordt slechts in kwalitatieve bewoordingen vermeld hoe ernstig dat verhuizen daadwerkelijk is. Door de Hogeschool Zuyd worden regelmatig delen van opleidingen verplaatst binnen Zuid-Limburg. Daar wordt het economisch klimaat van Zuid-Limburg niet slechter van en dat is ook anderszins geen overwegend probleem zolang er maar een evenwichtige spreiding blijft van opleidingen over de regio.
Dat zou ook voor de twee genoemde topopleidingen van Arcus kunnen gelden. Het is te gemakkelijk om zonder onderbouwing te beweren dat het economisch vestigingsklimaat in Parkstad Limburg ernstig zou verslechteren. Duidelijker zou moeten worden wat de objectief vast te stellen effecten van deze verplaatsing zouden zijn, bijvoorbeeld in werkgelegenheid, vervoersbewegingen, stageplaatsen en relaties met het gehele bedrijfsleven.
Dan kan men ook beter afwegen of deze consequenties daadwerkelijk opwegen tegen de negatieve aspecten die het compromis (maar ook het oorspronkelijke voorstel Valkenburgerweg) voor Heerlen dreigt te veroorzaken.
5. Kiest de raad voor een bestuurlijk compromis?
Het college van B&W heeft uitdrukkelijk gekozen voor een bestuurlijke oplossing voor de vestiging van Arcus. Voorop mag men constateren dat de gedaantewisseling van enkele leden van het college nagenoeg volledig is ten opzichte van voor de verkiezingen. Maar men mag ook waardering hebben voor het herstellen van de onderlinge verhoudingen en het weer met elkaar in gesprek zijn. De verhoudingen waren zeker verstoord. Echter, moest dit herstelde contact leiden tot het vergaande tegemoet komen aan Arcus? Was dat de prijs? In een samenleving kunnen verschillende belangen goed naast elkaar voorkomen, kunnen er forse verschillen van mening bestaan en heeft men toch een redelijk werkbare relatie.
Waarom koos het college voor het schoolbestuur en indirect voor de projectontwikkelaar, boven de gemeenteraad? De tegemoetkoming van het college aan Arcus heeft namelijk wel tot gevolg dat er een grotere afstand is ontstaan tussen het college en de gemeenteraad. De bestuurlijke toegeeflijkheid is strijdig met de eerder door de gemeenteraad ingenomen standpunten. Met haar keuze voor Arcus heeft het college feitelijk de gemeenteraad genegeerd. En dat terwijl de gemeenteraad door het bepalen van richtinggevend beleid toch dé opdrachtgever is van het college.
De eerdere standpunten van de raad hadden meer richtinggevend moeten zijn voor het college. Eigenlijk is dit college richting Arcus nog meegaander geweest dan het vorige. Het vorige college heeft naar aanleiding van de gevoelens van de gemeenteraad nog opdracht gegeven tot het verrichten van een "massastudie" voor het gebied Zeswegen. Zo'n massastudie zou de argumenten van de gemeenteraad duidelijk kracht bijzetten. Het nieuwe college ontnam de raad dit argument.
6. Nieuwe argumenten kunnen leiden tot een heroverweging
Als de gemeenteraad met het collegevoorstel instemt, dan ontstaat plots een grote kloof met de burgers / kiezers van deze stad. Natuurlijk kunnen partijen nu een andere afweging maken dan voor de verkiezingen. Maar naar mijn mening kan dat alleen op basis van nieuwe argumenten en inzichten. Het college heeft bij de behandeling in de gezamenlijke commissievergadering daar een schuchtere poging toe gedaan. Maar de "nieuwe onderwijskundige" argumenten zijn echt een herhaling van eerder door Arcus aangedragen argumenten, vooral gelegen in de betoogde en beoogde synergie. Wellicht heeft wethouder Riet de Wit ze in haar vorige rol niet zo zwaar meegewogen, maar het college mag er niet vanuit gaan dat ze nieuw zijn voor de raad als geheel.
De tot nu toe naar voren gebrachte argumenten van Arcus waren ook bekend in februari en hebben toen ook over de volle breedte meegewogen bij het innemen van een standpunt door de politieke partijen in het raadsdebat van februari en nadien nog bij de verkiezingen.
Dat er eigenlijk alleen nieuwe argumenten kunnen leiden tot een heroverweging is dan ook een zeer verdedigbaar standpunt. Fractievoorzitter Nico Aarts van de Stadspartij Heerlen bracht dit dan ook terecht naar voren. Voor de Stadspartij in het bijzonder, maar voor een ieder ook toepasbaar, hier het volgend citaat uit de stemwijzer voor Heerlen, gepubliceerd in de regionale dagbladen van 4 maart jl. op de vraag of Heerlen alles moet doen om Arcus voor de gemeente te behouden: "Ja inderdaad. Heerlen heeft de beste locatie voor Arcus in huis, en wel Stadspark Oranje Nassau". Ook de uitspraken van de andere partijen zouden mijns inziens nu nog leidend moeten zijn voor hun standpuntinname aanstaande woensdag.
Het verweer van SP - fractievoorzitter Ron Meyer is ronduit schamel: "De SP was voor de verkiezingen tegen een unilocatie en die komt er nu ook niet". Ten eerste doet dit ernstig tekort aan het goed onderbouwde standpunt van de SP zoals dat werd ingenomen in februari. Maar daarnaast was de SP ook niet tegen een unilocatie. De unilocatie was ook door de SP gewenst in Stadspark Oranje Nassau / Zeswegen.
De rolwisseling van de SP van oppositie naar coalitie is uitermate groot. Dat de SP, zoals uitgesproken door Ron Meyer, een grote fractiediscipline kent, mag bekend worden verondersteld. Maar als coalitiepartij lijkt het erop dat men ook een enorm strakke partijdiscipline kent. Hoe zelfstandig is de fractie van de SP?
Sleept het college de coalitie mee in zijn onterechte toegeeflijkheid. Of achten de partijen zich wel nog gebonden aan de beloften aan de kiezers. Het zijn de kiezers die de SP en de PvdA zo groot hebben gemaakt. De kiezer heeft zijn vertrouwen uitgesproken. Naar de kiezer toe heeft men ook verwachtingen gecreëerd. Wordt het nu nog zeer broze vertrouwen van de kiezer in de politiek een beetje versterkt, of krijgen de burgers van onze stad er weer een reden bij om de politiek en het bestuur te wantrouwen?
7. Regionale samenwerking is noodzakelijk
Het college kiest daarbij bij voorbaat niet voor regionale samenwerking op de schaal van Zuid-Limburg of Tripool. Het met de rug naar de regio toe staan is mijns inziens een kwalijke zaak. Van aller wegen wordt betoogd dat Zuid-Limburg / Tripool pas echt kansen heeft om de noodzakelijke stappen vooruit te zetten, als er eenduidig wordt samengewerkt en niet onderling geconcurreerd.
Nu heerst er wantrouwen en dat wordt extra gevoed door de opstelling van het college (en versterkt door de fractievoorzitter van de SP, Ron Meyer: "De Tripoolgemeenten zullen de delen van Arcus met open armen ontvangen").
Het gelijk of ongelijk van deze stelling is alleen te bewijzen door goede afspraken te maken over een evenwichtige verdeling van ROC - opleidingen over Zuid-Limburg. Als men geen afspraken maakt, biedt dat Maastricht en Sittard - Geleen ook eenvoudig de gelegenheid om delen van Arcus binnen te halen. En als de collega Tripoolsteden geen afspraken hierover willen maken of ze naderhand schenden, dan zou dat veel ernstigere consequenties hebben. Het zou, ondanks de vele bestuurlijke uitspraken, het vertrouwen in de totale samenwerking binnen Tripool schaden en veel gezichtverlies opleveren omdat men dan anders zou handelen dan men zegt.
Goede afspraken bieden wel degelijk draagvlak voor een sturend overheidsoptreden richting Arcus. En daarvoor is het zeker nog niet te laat als de gemeenteraad ten opzichte van de collega Tripoolsteden een wijzere opstelling kiest dan het college en het voorgestelde compromis afwijst.
8. Het zwaartepunt van ROC - opleidingen in Heerlen
Terecht heeft het college van B&W geconstateerd dat in Heerlen bijna alle ROC - opleidingen zijn gehuisvest. Maar dit is niet alleen verklaarbaar vanuit het mijnverleden. Deze verdeling is ook in de tegenwoordige tijd zeer gerechtvaardigd. In onze omgeving wonen ook veruit de meeste leerlingen. Het aantal inwoners van Parkstad Limburg is ongeveer even groot als Maastricht en Sittard - Geleen samen. Als de herkomst van de leerlingen een zwaarder belang zouden inbrengen (en als Arcus dit niet doet, dan is dit wellicht een taak van de gemeenteraad) dan zou vanzelfsprekend het brede palet aan opleidingen in Heerlen blijven gehuisvest. Tijdens hun opleiding gaan leerlingen nu eenmaal meer naar school dan dat zij stage lopen.
Daarbij legt Arcus nu wel heel sterk de nadruk op enkele werkgevers met hun aanbod van stageplaatsen. Zo hebben bijvoorbeeld Zuid-Limburg en ook Parkstad Limburg voor wat betreft technische bedrijven wel heel wat meer te bieden dan enkel DSM / Sabic. En deze spreiding geldt in nog veel duidelijkere mate voor de horecaopleidingen.
9. De onduidelijke rol van de intentieovereenkomst
Het college hanteert volgens het raadsvoorstel o.a. de intentieovereenkomst van 14 oktober 2005 als leidraad. Wethouder Riet de Wit stelde echter in de commissie dat de intentieovereenkomst sinds 31 december 2005 niet meer geldt. Niet duidelijk is dan ook in hoeverre het college zich hier nog steeds aan geboden voelt?
Volgens het raadsvoorstel lijkt het erop dat het huidige college ook nog steeds de bepaling nummer 4 (blz. 2 van de intentieovereenkomst) accepteert dat er zo veel mogelijk medewerking wordt verleend aan de toekomstige projectontwikkelaar voor een maximaal profijtelijke nieuwe bebouwing / ontwikkeling van de terreinen van de huidige schoolgebouwen. Hiermee bindt de gemeente zich (ouderwets) ongewenst sterk aan een projectontwikkelaar (Grouwels Daelmans / VOC). Dat deze oude politiek blijft voortleven onder een coalitie die wordt gedragen door SP en PvdA, acht ik bijna onvoorstelbaar.
10. Voor natuur en milieu is het compromis zeker niet beter.
Omdat een belangrijk deel van de weerstand tegen het oorspronkelijk voorstel was gericht tegen de negatieve gevolgen voor natuur en milieu, zou men mogen verwachten dat het nu gepresenteerde compromis ook hiervoor een verbetering zou inhouden. Nu moet worden geconcludeerd dat dit niet het geval is, in tegendeel. De nu beoogde gebieden zullen overigens ook nog moeilijker voor Arcus beschikbaar komen. Procedures zullen extra veel tijd vergen, met ook voor Arcus een ongewisse uitkomt. Het lijkt erop dat het college dit onderschat. Heeft het college als goede overheid Arcus wel voldoende gewaarschuwd voor de planologische hindernissen en valkuilen van deze locatiekeuzes? Of legt het college zijn verantwoordelijkheid deels bij het eigenwijze Arcus onder het motto: "Als ze niet horen willen, dan moeten ze maar voelen"? Een paar zal ik hieronder nog toelichten.
11. De vakken 1a en 2 behoren nu al toe aan de natuur.
Voor het gebied Terworm is de balans negatief tussen het volledig bebouwen van het perceel Valkenburgerweg (voorstel college februari 2006) en het nu voorliggende voorstel om het perceel Valkenburgerweg slechts ten dele te bebouwen en daarvoor tevens twee aan het broekbos van Terworm grenzende percelen (1a en 2 van het bestemmingsplan Geleendal - Eyckholt).
Deze percelen 1a en 2 maken deel uit van een natuurlijke omgeving die zeldzaam is in Zuid-Limburg vanwege de relatief laaggelegen overgang van semi-vochtig naar natte bodemomstandigheden en ondiepe grondwaterstanden, in het voorstel eufemistisch "slechtere bodemgesteldheid" genoemd. De potentiële natuurwaarden van deze percelen zijn hoger dan het achterste deel van het perceel Valkenburgerweg.
Op deze percelen 1a en 2 maar ook de percelen 3, 4 en 5 is geen bedrijfsbestemming van toepassing conform het bestemmingsplan Geleendal / Eyckholt. De betreffende delen van dit bestemmingsplan zijn door de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd. Ze hebben een oude bestemming waarmee ze eigelijk al planologisch tot Terworm behoren. Nu de percelen 3 en 4 te willen teruggeven aan de natuur, zoals het college voorstelt, is eigenlijk een fopspeen.
Ik verwijs iedereen graag naar de betreffende uitspraak van de Raad van State. In de Leeswijzer onder "kantekeningen" wordt kort samengevat gesteld dat "de bufferzone tussen het bedrijvenpark en het beekdal niet afdoende beschermd was". Deze bufferzone van Terworm omvatte de betreffende percelen 1a tot en met 5. Als deze percelen worden bebouwd, is er geen sprake meer van een afdoende beschermde bufferzone en daarmee ook onvoldoende bufferzone voor Terworm meer. Deze bufferzone kan alleen goed functioneren als deze als zodanig is ingericht. Deze inrichting is onmogelijk te combineren met hoofdzakelijk gebouwen, parkeerplaatsen e.d. Niet voor niets heeft de gemeenteraad vorig jaar besloten dat de tijdelijke parkeerplaats op vak 1a weer wordt opgeheven na de realisatie van de parkeergarage op Coriopolis (bij Cadaq).
Ik kan mij niet voorstellen dat de Raad van State een nieuw (reparatie)bestemmingsplan in stand houdt dat niet wezenlijk is aangepast aan de beweegreden bij het eerst door de Raad van State vernietigde bestemmingsplan. Het voor bebouwing aanbieden van de percelen 1a en 2 aan Arcus zal waarschijnlijk een kat in de zak blijken.
12. Bouwen in natuurgebieden is vragen om planologische moeilijkheden
In de "argumenten en kanttekeningen" staat vermeld welke natuurbescherming het perceel aan de Valkenburgerweg heeft en hoe deze eventueel kan worden gewijzigd. Het maakt deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS).
Het bouwen van Arcus met de huidige EHS bescherming mag nagenoeg worden uitgesloten. Zoals aangegeven geldt in EHS gebied nog altijd de "nee, tenzij" benadering. Er mag niet gebouwd worden, tenzij aangetoond wordt dat er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang én dat er geen alternatieve locaties aanwezig zijn. Door iedereen in de gemeenteraad is aangegeven dat Stadspark Oranje Nassau / Zeswegen een betere locatie is dan in Terworm. SON vormt de alternatieve locatie die bouwen in de EHS van Terworm onmogelijk maakt.
Zoals ook terecht staat aangegeven, kan de provincie met goedkeuring van het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit de EHS herbegrenzen. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat de EHS gebieden worden geschrapt vanwege bouwkundige plannen. De natuur moet er zelf beter van worden. Dat houdt in dat er elders een stuk potentieel waardevoller gebied moet worden gevonden dat momenteel nog geen beschermde status heeft. Liefst natuurlijk een beetje in de buurt, want Heerlen levert tenslotte ook in.
Deze transactie van EHS zal moeten zijn voltooid voordat Arcus kan bouwen. Er mag daarbij worden gewezen op een recent verschenen rapport van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, dat erop wijst dat de realisatie van natuur ter compensatie van stedelijke ontwikkeling zeer vaak faalt. Natuur blijft vaak ver achter bij de uitvoering van de plannen die de compensatie noodzakelijk maakten (zie o.a. regionale dagbladen van 21 juni 06). Welke garanties kan het college bieden dat dit in Heerlen niet gebeurt? Ook dienen volgens het compensatiebeleid de middelen hiervoor te worden geleverd door de initiatiefnemer. Het lijkt erop dat in het voorstel / intentieverklaring de provincie zondigt tegen zijn eigen beleidsregels.
Daarnaast kan een recente uitspraak (Apeldoorn 200504036/1) van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de toepassing van de Habitatrichtlijn behoorlijke consequenties hebben voor eventuele procedures tegen de vestiging van delen van Arcus in Terworm. Daarom ook hier een advies richting Arcus: "bezint eer ge begint". Wellicht eens suggereren om een goed gesprek te hebben met de voormalige wethouders Wil Houben en René Seijben over hun ervaringen met het grensoverschrijdend bedrijventerrein Avantis?
Het college stelt en passant voor om het vak 5 van het gebied Geleendal - Eyckholt alsnog te betrekken bij het bedrijventerrein Coriopolis en daarmee bij de grondexploitatie van dit gebied. Gezien de huidige planologische status van dit perceel, is het zeer goed mogelijk dat dit op dezelfde moeilijkheden stuit als de hierboven genoemde percelen 1a - 4. Ik adviseer uw gemeenteraad om dit deelonderwerp vooralsnog buiten uw totaalbeoordeling te laten.
Een vestiging van Arcus is voorzien nabij de Zorgboulevard. Niet bekend is waar deze gebouwen worden gerealiseerd. Als dit zal gebeuren op de terreinen van een van de aldaar gevestigde zorginstellingen, dan zijn er in verhouding minder planologische problemen te verwachten dan als deze eventuele vestiging wordt gerealiseerd in het dal van de Geleenbeek en de daaraan gerelateerde waardevolle natuur- en landschapskwaliteiten. Het zou wijs zijn om als gemeenteraad hier een voorbehoud te maken.
13. Definitieve grenzen aan de bebouwing in Terworm?
Het college stelt voor om het perceel Valkenburgerweg slechts ten dele te laten bebouwen door Arcus. Er bestaat echter geen garantie dat het in de toekomt bij deze bebouwingsoppervlakte blijft. Die garantie is pas echt te geven wanneer de huidige eigenaar afstand doet van de rest van het perceel. In de eventuele nieuwe intentieverklaring zou moeten worden afgesproken dat de rest van het perceel de bestemming natuur behoudt en in eigendom wordt overgedragen aan de vereniging Natuurmonumenten. Ook de percelen 2 tot en met 5 van Coriopolis (en tenminste 3 en 4) zouden door de gemeente verkocht moeten worden aan Natuurmonumenten.
14. Verkeer, parkeren en luchtvervuiling
De belangen van verkeer (openbaar vervoer), parkeren en luchtvervuiling hebben op zich al redelijk veel aandacht gekregen. Naar mijn mening zou er wel nog een betere afweging moeten plaatsvinden tussen het voorstel Valkenburgerweg en het compromis.
Hoewel naar mijn mening voor het nemen van richting gevende besluiten eerst via een verkeersstudie duidelijkheid moet worden gecreëerd, biedt het compromis op het eerste gezicht geen grote verbeteringen. Voor de percelen 1a en 2 is er sprake van een iets kortere afstand tot het centrum, maar niet zodanig dat veel mensen van vervoerwijze zullen veranderen. Voor de bus betekent het één halte minder en de rotonde Valkenburgerweg - Nieuw Eyckholt wordt enigszins ontlast door verkeer afkomstig van het noorden. De mogelijke vestiging bij de Zorgboulevard is minder goed bereikbaar. Dit zal altijd extra verkeerskilometers (zowel automobiliteit als busvervoer) tot gevolg hebben. Vestigingen in de nabijheid van het stadscentrum zijn beter bereikbaar met het openbaar vervoer. Dit sluit beter aan bij het beleid dat de gemeente hiervoor heeft.
Van Arcus wordt verwacht dat het de parkeerproblematiek al het "Arcus-gerelateerde" gemotoriseerd én niet-gemotoriseerde verkeer volledig op eigen terrein oplost (dan wel op een andere wijze voor rekening van het Arcus college). Het is niet duidelijk of dit geldt voor alle nieuwe vestigingen van Arcus. Maar deze zinsnede laat ook ruimte voor het toestaan van het maken van (veel) parkeerplaatsen in de open lucht. Dit zou zeker afbreuk doen aan de natuurdoelstellingen op het achterste deel van het perceel Valkenburgerweg en de vakken 1a en 2 en de landschappelijke omgeving van Terworm. Dit dient naar mijn mening ook voorkomen te worden.
Het streven naar vermindering van luchtvervuiling en in het bijzonder fijnstof heeft onlosmakelijke gevolgen voor het nu voorliggende voorstel. Daarin verschilt het eerder voorstel Valkenburgerweg niet wezenlijk van het compromis. Beide hebben een negatief effect op de luchtkwaliteit, al is het maar vanwege de extra vervoerkilometers van het openbaar vervoer.
Het is op dit moment niet helemaal duidelijk wat de eisen zijn die het Besluit Luchtkwaliteit zal stellen aan dit plan. Er vindt momenteel nogal wat juridisch getouwtrek plaats tussen Brussel en Den Haag over wijze waarop de doelstellingen moeten worden bereikt (een voorstel van Den Haag voor versoepeling lijkt door Brussel te worden afgewezen). Hoe dan ook, de doelstellingen blijven in takt en die gaan uit van een forse verbetering van de luchtkwaliteit. Verslechteringen door projecten als de vestiging van Arcus zullen waarschijnlijk onacceptabel zijn, zeker als deze verslechteringen te voorkomen zijn door vestiging van Arcus op Stadspark Oranje Nassau.
Zoals aan het begin van mijn betoog al gezegd, ik hoop dat bovenstaande aanspreekt. U wordt uitdrukkelijk uitgenodigd om er uit de citeren en een en ander bij uw standpuntbepaling te betrekken. Veel succes gewenst met het maken van een zorgvuldige afweging.
In afwachting van uw reactie,
groet ik u vriendelijk,
Harrie Winteraeken
Adres: Esschenweg 65
6412 PW Heerlen
tel.: 045 522 87 20
tel. werk: 046 420 57 66
e-mailadres: hwinteraeken@hotmail.com
---- --