Nee, niet alle iraniËrs willen een bom
"De democratische verandering is het enige middel om de Mullahs te verhinderen om zich van het nucleaire vuur te voorzien"PARIJS, 20060630 -- Eén jaar na de komst van Ahmadinejad aan de macht, wordt de wereld door de dolle loop van gebeurtenissen ingehaald. Enerzijds blijft het Iraanse regime zijn inspanningen voor het verkrijgen van een atoomwapen en zijn inmenging in Irak voorzetten, anderzijds neemt de ontevredenheid in Iran toe.
In mei hebben massale opstanden de grote steden van de vier westerse provincies van het land, in meerderheid Azeri's, getroffen; daarbij vielen 10 doden in Naghadeh. Een massa van driehonderdduizend mensen is door Tabriz gegaan. Tegelijk werd het land getroffen door een golf van studentenprotesten.
Gedurende de staking van de buschauffeurs van Teheran, in maart, werden meer dan 1.000 mensen opgepakt. De stakers werd de tong doorgesneden. In het zuidwesten van het land, in Ahvaz, werden verschillende demonstranten aangehouden en publiek opgehangen. In het zuidoosten heeft het regime verschillende dorpen gebombardeerd. Sinds de komst van Ahmadinejad telt men 4.000 protestbewegingen. Deze bewegingen spreken klare taal en zijn bereid er de prijs voor te betalen.
Onder deze omstandigheden profiteert het regime van de situatie om zijn invloed in Irak uit te breiden, met als doel dit land als een springplank te gebruiken voor zijn dominantie in de regio. Bovendien versnelt het zijn wedloop om de atoombom te verkrijgen. Het officiële standpunt van de nationale inzet voor de kernenergie is slechts een leugen. De Iraniërs zijn niet onnozel! Zij zijn met 69% in een confidentiële peiling van het regime om te zeggen dat het in strijd is met de belangen van het volk. De bevolking weet dat zij het eerste slachtoffer zal zijn van een dictatuur versterkt met de bom. Op 1 mei, in een zeer officiële optocht van de arbeiders zijn er slogans gelanceerd tegen het nucleaire programma en is er werkzekerheid geëist. In Teheran hebben onlangs studenten van het polytechnisch onderwijs geroepen: "Geef het nucleaire op, denk aan ons!". De omvang van de crisis vandaag overschrijdt verreweg het feit dat een land nucleair wordt of niet. Het is van belang om te weten of een religieuze dictatuur die zijn volk onderdrukt en een fundamentalistisch imperium wil instellen, zich al of niet mag bewapenen met een atoombom.
Terwijl het Iraanse volk elke dag bij manifestaties aantoont dat het klaar is voor veranderingen, verkiest het Westen liever het regime gunstmaatregelen aan te bieden en het verzet beperkingen op te leggen. Laten we bedenken dat achter de concessies gedaan aan de mullahs, het etiket van terrorisme schuilgaat, dat ten onrechte de organisatie van de Mojahedin van het Volk van Iran, de voornaamste oppositiekracht, wordt opgeplakt.
In deze situatie dan, prijzen sommigen een militaire tussenkomst aan. Maar men mag vooral het lijden van het Iraanse volk niet verergeren. Wij zijn tegen een dergelijke militaire interventie. Toch moet men vermijden om in de val van de mullahs te trappen. Onder het voorwendsel een oorlog te vermijden geven bepaalde landen altijd meer toe aan het regime. Maar elke onderhandelingsdag brengt de mullahs dichter bij de atoombom en de wereld dichter bij de oorlog.
Rechtstreekse onderhandelingen met de Verenigde Staten zouden hetzelfde resultaat hebben als die met de Europese troika: een laaiende mislukking. Nochtans, gezien de stellingnames van het regime, hebben zij weinig kans ooit te starten. De verzoeningspolitiek met de mullahs die in de tijd van Rafsanjani en Khatami niet is geslaagd, zal een ramp veroorzaken onder Ahmadinejad. Men zal de oorlog niet vermijden met een verzoeningsbeleid.
Terwijl het regime de eisen van de Iraniërs gewelddadig onderdrukt, speelt het met succes het onschuldige slachtoffer van de internationale gemeenschap. Het misbruikt hierbij de dramatische gevolgen van het conflict in Irak en maakt van de legitieme gevoelens van de publieke opinie en de pacifistische verenigingen tegen de oorlog misbruik om ze in zijn gelederen binnen te halen. Men moet deze valstrik vermijden. Zich beperken tot de slogan "Neen tegen oorlog" zonder alternatieven aan te bieden, in net wat de mullahs wensen.
De wereld ontbreekt het werkelijk aan een strategie. In plaats van na te denken over mooie woorden die honderd keer verloochend werden, zou men de werkelijkheid onder ogen moeten zien. De internationale gemeenschap moet kiezen tussen de oorlog en de democratische verandering in Iran. Deze verandering is het enige middel om een oorlog te vermijden en te verhinderen dat de mullahs zich met de atoombom bewapenen.
De democratische verandering kan slecht door de Iraniërs en hun Verzet verwezenlijkt worden. Een Verzet dat bekwaam is om die verandering op gang te brengen. De grote bezorgdheid die de mullahs vanwege het verzet verontrust, is het beste bewijs van wat het kan.
Mevr Maryam Rajavi, Presidente van de Nationale Raad van het Iraans Verzet (NCRI)
Iraanse vzw voor Cultuur, Kunst en Mensenrechten