Strafzaak tegen Commissaris van de Koningin Utrecht geseponeerd
Utrecht, 28 juni 2006
Het openbaar ministerie Utrecht heeft besloten geen verdere vervolging
in te stellen tegen de Commissaris van de Koningin te Utrecht naar
aanleiding van een aangifte van smaad. De grond voor deze
sepotbeslissing is dat uit het onderzoek onvoldoende bewijs voor een
strafbaar feit naar voren komt.
Volgens de aangifte zou de CvK zich in uitzendingen van RTV Utrecht op
30 en 31 augustus smadelijk hebben uitgelaten over bewoners van het
woonwagenkamp in Driebergen. Uit onderzoek door de KLPD, waarbij
materiaal is bekeken en betrokkenen zijn gehoord, en na bestudering
van het rapport door het openbaar ministerie is geconcludeerd dat de
CdK geen concrete of rechtstreekse beschuldiging heeft geuit. De
conclusie is dan ook dat niet bewezen kan worden dat de CdK de
gewraakte relatie tussen de gepleegde misdrijven en de
woonwagenbewoners heeft gelegd en evenmin dat hij de opzet heeft gehad
smadelijke uitlatingen in hun richting te maken. Met deze
sepotbeslissing is het onderzoek afgerond en de zaak afgedaan. De CDK
is dan ook niet langer verdachte.
De aanleiding tot het televisie-interview was het ingooien van ruiten
op 16 februari 2005 en het in brand steken van de auto op 26 augustus
2005 van de burgemeester van Driebergen-Rijsenburg, H.L.M.Bloemen. Het
onderzoek in deze zaken heeft tot nu toe niet tot een concrete
verdachte geleid en is inmiddels gesloten.
Openbaar Ministerie