Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Ons kenmerk AV/A&Z/2006/51609 Doorkiesnummer Datum 30 juni 2006

Onderwerp Kamervragen van het lid Bussemaker

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Bussemaker (PvdA) over `het feit dat de levensloopregeling niet aanslaat'.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

Bijlage(n): TK Vragen en Antwoorden 20506135805130

2050615130

Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het feit dat de levensloopregeling niet aanslaat. (Ingezonden 14 juni 2006)


1.
Bent u op de hoogte van het onderzoek van TNS NIPO waaruit blijkt dat de levensloopregeling niet aanslaat? 1)

Antwoord 1.
Ja.


2.
Deelt u de opmerking van banken en verzekeraars dat 2006 als een verloren jaar moet worden beschouwd?

Antwoord 2.
Neen. Elke nieuwe regeling, waar mensen vrijwillig aan deel kunnen nemen heeft een aanloopperiode nodig. Dat geldt dus ook voor de levensloopregeling. Overigens kunnen pas na afloop van dit jaar conclusies worden getrokken over de deelname in 2006.


3.
Beschikt u over gegevens die de resultaten van dit onderzoek ondersteunen dan wel ontkrachten? Zo ja, kunt u deze gegevens naar de Kamer sturen?

Antwoord 3.
Neen.


4.
Wat is naar uw mening de oorzaak van het feit dat slechts 5% van de Nederlandse werknemers gebruik maakt van de levensloopregeling?

Antwoord 4.
Zie de antwoorden op vragen 2 en 3.


5
Welke maatregelen bent u van plan te gaan nemen waardoor de mensen meer vertrouwen in de levensloopregeling krijgen op lange termijn dan tot nu toe het geval is? 2)

Antwoord 5.
Zo kort na de introductie van de levensloopregeling is er geen reden om nadere maatregelen te nemen. In 2006 loopt nog - in vervolg op de campagne om de levensloopregeling bekendheid te geven - een campagne die de voordelen van de levensloopregeling onder de aandacht brengt.


---


6.
Kunt u aangeven, in absolute en relatieve cijfers, welke groepen werknemers tot nu toe wel en welke niet aan de levensloopregeling deelnemen? Kunt u hierbij een onderscheid maken naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau?

Antwoord 6.
Neen.


7.
Hoe komt het dat slechts een kwart van de mensen weet dat 1 juli 2006 de nieuwe datum is tot wanneer men de levensloopregeling nog kan regelen?

Antwoord 7.
Allereerst wil ik benadrukken dat ieder jaar werknemers opnieuw kunnen kiezen om al dan niet deel te nemen in de levensloopregeling.
De datum van 1 juli 2006 alleen relevant als is de uiterste datum waarop werknemers die in 2006 deelnemen in de spaarloonregeling, hun keuze kunnen herzien zodat ze in 2006 alsnog kunnen deelnemen aan de levensloopregeling. Het is immers niet toegestaan om in hetzelfde jaar zowel in te leggen in de spaarloonregeling als in de levensloopregeling. Voor werknemers die in 2006 niet deelnemen aan de spaarloonregeling en/of niet willen sparen in de levensloopregeling is die datum dus niet van belang.
De bekendheid van de datum van 1 juli is dus alleen van belang voor de werknemers die nu deelnemen aan de spaarloonregeling en dit in 2006 mogelijk alsnog willen omzetten in deelname aan de levensloopregeling. De datum van 1 juli wordt overigens ook onder de aandacht gebracht in de lopende SZW-campagne, waarin de voordelen van de levensloopregeling worden belicht.


1) Financieele Dagblad, 13 juni 2006, www.tns-nipo.com

2) zie noot 1


---