Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kwartaalbericht Arbeidsmarkt
Juni 2006

Inhoudsopgave

Samenvatting

---


1. Werkgelegenheid en werkloosheid 6


1.1 Economische groei 6
1.2 Werkgelegenheid 6
1.3 Werkloosheid 8 Box 1: Jeugdwerkloosheid 10 Box 2 Kwantitatieve resultaten convenanten Herintredende Vrouwen 11


2. Uitkeringen 12


2.1 Werkloosheidsuitkeringen 12
2.2 Bijstand/WWB uitkeringen 12
2.3 Arbeidsongeschiktheid 12


3. Gesubsidieerde arbeid 13
- Geen nieuwe gegevens -


4. Reïntegratie 13

4.1 De Sluitende aanpak 14 4.2 25% meer uitstroom na traject in 2007 14 4.3 Trajecten, plaatsingen en middelen 15 4.4 Indicatoren CWI bemiddeling 16 4.5 Indicatoren UWV reïntegratie 18 4.6 Ketenindicatoren 21

Bijlagen:

Kerngegevens arbeidsmarkt 23


- 1 -

Samenvatting

Economische groei, werkgelegenheid en werkloosheid
Het conjunctuurbeeld van eind mei blijft positief. In het eerste kwartaal van 2006 bedroeg de economische groei 2,9 procent. Dit is de hoogste groei in ruim vijf jaar. Het vierde kwartaal van 2005 laat een lichte groei van het aantal banen zien. De laatste twee kwartalen van 2005 was er weer een stijging van gemiddeld 9 duizend banen per kwartaal. De groei van het aantal banen zit vooral in de zakelijke dienstverlening en de zorg. De netto ar- beidsdeelname (mannen en vrouwen samen) is in het eerste kwartaal 2006 toegenomen in ver- gelijking met het voorgaande kwartaal. Vooral vrouwen blijken hiervan te profiteren. In april is het arbeidsdeelnamecijfer opnieuw licht gestegen.
Het aantal openstaande vacatures is in het eerste kwartaal 2006 op een hoog niveau gebleven. Tussen september 2003 en september 2005 steeg het aantal vacatures van 92 duizend naar 173 duizend. In twee jaar tijd heeft zich dus bijna een verdubbeling voorgedaan. Ook de dynamiek op de arbeidsmarkt is groter dan een jaar eerder.
De daling van de werkloosheid houdt aan. In april 2006 is dit aantal verder gedaald tot 430 duizend (voor seizoen gecorrigeerd 418 duizend). In de afgelopen zes maanden daalde de werkloosheid met gemiddeld 10 duizend per maand. Relatief is de werkloosheid het meest gedaald bij de jongeren (15 t/m 24 jaar). In een periode van oplopende werkloosheid neemt die onder jongeren het meeste toe; maar als de werkloosheid daalt, profiteren jongeren daar het eerst van. In absolute aantallen uitgedrukt is het aantal werkloze jongeren in de periode april 2005 ­ april 2006 gedaald van 112 duizend naar 86 duizend, een daling met 26 duizend.

Uitkeringen
Het eerste kwartaal van 2006 is het aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen opnieuw sterk gedaald; ook het aantal WW- en het aantal bijstandsuitkeringen vertoont een dalende lijn. Het aantal WW-ers bedroeg aan het eind van het eerste kwartaal 2006 306 duizend, een daling van gemiddeld 3 duizend uitkeringen per maand. Het ligt nu weer op het niveau van precies 2 jaar geleden. Het volume WWB-uitkeringen is licht gedaald naar 326 duizend eind 1e kwartaal 2006, een daling van gemiddeld duizend uitkeringen per maand in de daarvoor liggende 12 maanden..
Eind eerste kwartaal 2006 telt UWV 888 duizend arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, per sal- do een daling van 16 duizend in vergelijking met eind december 2005. Het eerste kwartaal 2006 werden de eerste uitkeringen toegekend in het kader van de WGA en de IVA. Het aantal ligt in maart 2006 op respectievelijk 3,2 duizend en 700. Eind eerste kwartaal 2006 bedroeg het aantal WAO-uitkeringen 683 duizend, dat is 20 duizend minder dan een kwartaal eerder. Het aantal WAZ-uitkeringen is het eerste kwartaal van 2006 iets gedaald, van 53 naar 52 dui- zend en het aantal Wajong-uitkeringen is iets gestegen, van 147 naar 149 duizend.

Reïntegratie
Mensen die dat niet op eigen kracht kunnen, dienen in de visie van het kabinet met een op maat gesneden aanpak te worden ondersteund bij het vinden van werk. Met de sluitende aan- pak die voortkomt uit Europese afspraken geeft de overheid vorm aan dat beleid. Doel is het voorkomen van langdurige werkloosheid. Volwassenen mogen in principe niet langer dan 12 maanden werkloos zijn zonder een aanbod van een traject, jongeren niet langer dan 6 maan- den.

Mate van sluitendheid
In het Kwartaalbericht van september 2006 verschijnen de definitieve cijfers over de mate van sluitendheid voor 2005. De presentatie van de sluitende aanpak zal met ingang van de resul- taten over 2006 worden gepresenteerd in de vorm van een hiaatpercentage. Het hiaatpercen-
- 2 -

tage geeft inzicht in de vraag: wie van die groep heeft gedurende 12 maanden geen ondersteu- ning bij reïntegratie ontvangen?

25% meer uitstroom na traject in 2007
Het kabinet heeft als doelstelling de uitstroom naar regulier werk na een reïntegratietraject in 2007 met een kwart te verhogen ten opzichte van 2004. De nulmeting heeft laten zien dat 26 procent van de trajecten die in 2002 gestart zijn, na maximaal 24 maanden heeft geresulteerd in een reguliere werkplek (zie Kwartaalbericht arbeidsmarkt september 2005). De definitieve éénmeting wordt gepresenteerd in het Kwartaalbericht arbeidsmarkt december 2006.

Trajecten, plaatsingen en middelen
Vanwege een fout in de tabel en de toelichtende tekst in het Jaarverslag SZW 2005 en het Kwartaalbericht arbeidsmarkt mei 2006 worden in dit Kwartaalbericht een gecorrigeerde tabel en tekst over dit onderwerp gepresenteerd.

Indicatoren CWI bemiddeling
Het aantal ingediende vacatures laat een sterke groei zien. In de loop van het eerste kwartaal zijn via werk.nl 66.321 vacatures door werkgevers ingebracht. Door werkgevers werden in het eerste kwartaal bovendien 79.713 vacatures, met verzoek tot voorselectie door het CWI, ingediend. Het zogeheten transparantiebereik kwam in het eerste kwartaal op ongeveer 70%: ruim boven het streefcijfer van 60%.
De gerealiseerde preventiequote WW bedroeg 17,9 procent (bij een norm van 20%). Om ver- schillende redenen blijft de preventiequote wat achter bij vorige jaren. In de eerste plaats is nu al zichtbaar in de dienstverlening dat er fricties ontstaan op de arbeidsmarkt. Met werkloos- heid bedreigden vinden makkelijker een baan zonder een beroep te hoeven doen op een uitke- ring (van werk naar werk), terwijl de cliënten die wel een beroep moeten doen op een uitke- ring een wat grotere afstand krijgen tot de arbeidsmarkt. Het aantal cliënten dat direct werk kan zoeken is daarmee aan het afnemen. Daarnaast maken steeds meer cliënten gebruik van de elektronische uitkeringsaanvraag (E-intake). Als cliënten dan mogelijk geen recht hebben op een uitkering zien zij af van het doorzetten van de aanvraag. Deze cliënten komen niet meer tot uitdrukking in de preventiequote terwijl dat in het verleden meestal wel het geval zou zijn geweest. De gerealiseerde preventiequote WWB was 51,2 procent (bij een norm van 45%).
De uitstroomquote WW in het eerste kwartaal 2006 bedraagt 62 procent en is aanmerkelijk hoger dan de streefwaarde. De gerealiseerde uitstroomquote WWB in het eerste kwartaal 2006 bedraagt 56,4%. In dezelfde periode in 2005 was dit 57,8%.
De tijdigheidsnormen van de ontslag- en tewerkstellingsaanvragen zijn gerealiseerd. Van de aanvragen voor een ontslag werd 82,5% binnen 6 weken afgehandeld (streefwaarde 79%). De tijdigheid van de tewerkstellingsvergunningen bedroeg 93,1% binnen 5 weken (streefwaarde 92%).

Indicatoren UWV reïntegratie
In 2006 komt de sluitende aanpak tot uitdrukking in de reïntegratie aanbodquote. Deze quote geeft inzicht in de vraag: wie heeft van de groep die al 12 maanden werkloos is ondersteuning bij reïntegratie ontvangen, en is daarmee de tegenhanger van de positieve tegenhanger van het hiaatpercentage. Een reïntegratieaanbod kan bestaan uit zowel een traject als vormen van be- geleiding door de reïntegratiecoach.
Over de eerste drie maanden van 2006 bedraagt de voorlopige score voor de reïntegratie aan- bodquote WW 73%. Met de score van 73% voldoet UWV nog niet aan de norm van 90%. Door het toegenomen aantal reïntegratiecoaches komt, na het afronden van de opleidingen, steeds meer capaciteit beschikbaar om cliënten te begeleiden. UWV verwacht in het vierde kwartaal de doelstelling van 90% te realiseren en gemiddeld over het hele jaar een score van
- 3 -

circa 82% te halen. Ten opzichte van medio 2005 is door de invoering van de reïntegratie- coach het aantal persoonlijke klantcontacten met 30% gestegen. Daarnaast is de tijdige klan- tinterventie toegenomen van ruim 30% medio 2005 naar 80% in het eerste kwartaal 2006. Van de WW-trajecten die zijn gestart in het eerste kwartaal van 2004 heeft 33% geresulteerd in een duurzame plaatsing. Van de AG-trajecten geldt dat voor 28,4%.
Vanaf oktober 2005 zijn in totaal 2.160 aanvragen gedaan voor gedifferentieerde dienstverle- ning. Hierbij worden `losse' producten ingezet voor cliënten die niet een volledig traject no- dig hebben, maar wel behoefte hebben aan specifieke dienstverlening. Het gaat daarbij met name om het product jobhunting. Daarnaast heeft UWV in de eerste drie maanden van 2006 7.195 individuele reïntegratieovereenkomsten (IRO) toegekend. In de periode van mei 2005 tot februari 2006 is het protocol zeer moeilijk plaatsbaar 786 keer toegepast. Dit protocol voorziet in een soepeler resultaatfinanciering bij IRO.
Het scholingsprotocol is bedoeld om scholing gericht te kunnen inzetten voor die cliënten voor wie scholing noodzakelijk is om weer aan het werk te kunnen. Scholing kan dan worden ingezet naast de overige dienstverlening die in het traject wordt ingezet. In de periode 1 juli 2005 tot 1 maart 2006 is het scholingsprotocol 650 keer toegepast. Daarbij blijkt dat voor 500 cliënten scholing is ingezet. Voor 150 cliënten was scholing niet noodzakelijk.

Ketenindicatoren
In dit Kwartaalbericht worden voor het eerst de ketenprestatie-indicatoren gepresenteerd. De in SUWI neergelegde verantwoordelijkheidsverdeling op het gebied van werk en inkomen maakt het noodzakelijk dat de ketenpartners CWI, UWV en gemeenten bij het realiseren van de doelstelling werk boven inkomen met elkaar samenwerken. Samenwerking is hierbij geen doel, maar een middel om de doelstellingen te realiseren. Voor het meten van de gezamenlijke prestaties worden ketenprestatie-indicatoren ontwikkeld (de ketenpreventiequote, de ketenuit- stroomquote en de doorstroomquote). Dit proces is nog in ontwikkeling.


- 4 -

Tabel 1: Cijfers arbeidsmarkt en reïntegratie 2005 en 1e kwartaal 2006

Jaarcijfers 2005 1e kwartaal 2006 norm feitelijk Norm 2006 feitelijk Werkloosheid 6,5% 5,8% Ontslagaanvragen 74.600 14.500 Netto arbeidsparticipatie 63,2% 64,0% Banen van werknemers (seiz.gecorr.) 7.416.000 7.483.000 Banen van werknemers, arbeidsjaren 5.655.000 5.647.000 Openstaande vacatures (seiz.gecorr.) 150.000 172.000

WW-uitkeringen 1) 322.000 306.000 Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 1) 934.000 888.000 WWB 335.000 326.000

Snelle start reïntegratietrajecten WW 2) 85% 42% (na 3e
kwartaal)
Snelle start reïntegratietrajecten AG 2) 85% 85%

Plaatsingspercentages WW 3) 40% 32,0% 40% 33,0% Plaatsingspercentages AG 3) 30% 29,1% 30% 28,4% Sluitende aanpak totaal 89% Sluitende aanpak WW 95% 88% 4) Reïntegratie aanbodquote 90% 73% Sluitende aanpak AG 90% 99% Sluitende aanpak WWB 64% Sluitende aanpak NUG 88%

Aantal vervulde vacatures CWI 5) 87.127 90.891 24.686 Preventiequote WW 20% 20,1% 20% 17,9% Preventiequote WWB 45% 48% 45% 51,2% Uitstroomquote WW 55% 59,3% 56% 62,0% Uitstroomquote WWB 55% 60,5% 56,5% 56,4% Poortwachtersquote WW 65% 68,8% Poortwachtersquote WWB 85% 88,8%


1) UWV cijfers.

2) Snelle start reïntegratietrajecten is m.i.v. 2006 geen prestatie-indicator.
3) Plaatsingspercentages van trajecten gestart in kalenderjaar 2003 (cijfers 2005) en 1e kwartaal 2004 (2006).
4) Als rekening wordt gehouden met de inzet van de reïntegratiecoach geeft de realisatie 2005 een sluitendheid van 93 procent aan.

5) In het Kwartaalbericht van mei 2006 zijn over het aantal vervulde vacatures CWI onjuiste norm- en jaarcijfers voor 2005 gepresenteerd.

- 5 -


1. Werkgelegenheid en werkloosheid


1.1 Ontwikkeling conjunctuur en arbeidsmarktvooruitzichten

Het conjunctuurbeeld van eind mei blijft positief. In mei is het consumentenvertrouwen vrij- wel niet veranderd. Het vertrouwen heeft in mei de stijgende lijn van de afgelopen maanden vastgehouden. Het producentenvertrouwen in de industrie is in mei gedaald, maar is nog wel positief. De ondernemers in de zakelijke dienstverlening verwachten ook in het tweede kwar- taal een verdere stijging van omzet en orders.
In het eerste kwartaal van 2006 bedroeg de economische groei 2,9 procent t.o.v. dezelfde pe- riode vorig jaar. Dit is de hoogste groei in ruim vijf jaar. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2005 is het volume van het BBP met 0,2 procent toegenomen. Dit is duidelijk lager dan in de drie voorafgaande kwartalen.
De uitvoer leverde in het eerste kwartaal opnieuw de belangrijkste bijdrage aan de verder aan- trekkende economische groei. Maar vooral de bijdrage van de consumptie van huishoudens werd een stuk groter. Ook de investeringen trokken aan.


1.2 Werkgelegenheid

In het vierde kwartaal van 2005 is het derde kwartaal op rij met een lichte groei van het aantal banen. Hieraan vooraf gingen twee jaren met banenverlies. In de loop van 2003 gingen er gemiddeld 40 duizend banen per kwartaal verloren. Daarna liep de daling terug tot 11 duizend in het eerste kwartaal van 2005. De laatste twee kwartalen van 2005 was er weer een stijging van gemiddeld 9 duizend banen per kwartaal. De groei van het aantal banen zit vooral in de zakelijke dienstverlening en de zorg (zie figuur 1).

Figuur 1: Mutatie aantal banen naar sector, 4e kwartaal 2005 t.o.v. 4e kwartaal 2004 Zakelijke dienstverlening
Gezondheids- en welzijnszorg
Onderwijs
Financile instellingen
Handel en horeca
Cultuur en overige dienstverlening
Vervoer en communicatie
Openbaar bestuur
Industrie
Bouwnijverheid
Landbouw en visserij

-5% -4% -3% -2% -1% 0% 1% 2% 3% 4%

Bron: CBS

Arbeidsdeelname
De netto arbeidsdeelname (mannen en vrouwen samen) is in het eerste kwartaal 2006, in ver- gelijking met het voorgaande kwartaal toegenomen: van 63,6 naar 64,0 procent, voor seizoen gecorrigeerd. Het meest recente cijfer (april 2006) bedraagt 64,1 procent (zie figuur 2). Ook het absoluut aantal werkenden vertoont een flinke stijging; het bedroeg in april 7 mil- joen, tegen 6,86 miljoen een jaar eerder.


- 6 -

Figuur 2: Netto arbeidsdeelname, jan. 2004 ­ april 2006, absoluut en voor seizoen gecorrigeerd
65


64

63

62 niet voor seizoen gecorrigeerd
voor seizoen gecorrigeerd

61
jan mrt mei jul sep nov jan mrt mei jul sep nov jan mrt