Ministerie van Justitie

Persbericht

Dienst speciale interventies officieel opgericht 30 juni 2006
De Dienst Speciale Interventies (DSI) waarin alle speciale eenheden samenwerken om te zorgen voor een optimale aanpak van het hedendaagse terrorisme en extreem geweld is vandaag officieel opgericht. Het kabinet besloot vorig jaar, na onderzoek van prof. Dr. Cyrille Fijnaut,dat er een nieuwe, overkoepelende dienst moest komen voor de daadwerkelijke inzet van speciale eenheden van politie en defensie bij terrorisme gerelateerde situaties, grof geweld en in bijzondere en complexe gevallen. Uit dit onderzoek was gebleken dat het stelsel van speciale eenheden op punten van inrichting, aansturing en de randvoorwaarden moest worden herzien. Met de oprichting van de DSI is een slagvaardige organisatie opgebouwd waarbij de eenheden onder leiding van het hoofd DSI en met een versnelde besluitvormingslijn, snel ingezet kunnen worden. De DSI is beheersmatig ondergebracht bij het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en opereert onder het gezag van het Openbaar Ministerie.

Om de besluitvorming bij de inzet van de DSI te versnellen zijn niet alleen procedures vereenvoudigd maar wordt er ook gewerkt met vooraf vastgestelde inzetscenarios en mandatering van de beslissingsbevoegdheid over een inzet door de minister van Justitie aan de voorzitter van het College van procureurs generaal. Het gaat hier om een aantal reguliere situaties waaraan de minister van Justitie vooraf zijn goedkeuring heeft gegeven. In de overige gevallen vindt de inzet van de DSI plaats na goedkeuring van minister Donner onder het gezag van het OM. Alleen bij inzet van de Unit Interventie Mariniers (of delen daarvan) overlegt de minister van Justitie met zijn collega van Defensie. Overigens worden de minister-president, de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Defensie zo snel mogelijk in kennis gesteld van het besluit tot inzet van de DSI. Dit zal, indien mogelijk, vooraf aan de feitelijke inzet geschieden.

Daarnaast is er een aantal acties ondernomen zoals sanering en vereenvoudiging van wet- en regelgeving, de aanschaf van de benodigde uitrusting en bewapening en het zorgdragen voor een adequate informatie-uitwisseling tussen inlichtingendiensten, opsporings- en observatiediensten en de eenheden zelf om ervoor te zorgen dat het stelsel en de eenheden goed kunnen functioneren.

De DSI bestaat uit de Unit Interventie, een scherpschutterscapaciteit en een staf. Beheersmatig blijven de overige eenheden van het huidige stelsel, zoals de Aanhoudings- en Ondersteuningseenheden (AOEn) van de politie, de AOE van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) KMar en de Unit Interventie Mariniers, onder de verantwoordelijkheid van respectievelijk de regiokorpsen en het ministerie van Defensie vallen. Het hoofd DSI zal voor wat betreft de daadwerkelijke inzet bij terrorismebestrijding en de aanpak van grof geweld verantwoordelijk zijn voor de operationele aansturing van de Unit Interventie, de scherpschutters en de unit Interventie Mariniers. Ook indien AOE´n in gezamenlijkheid met de overige eenheden