Spreekpunten bij de opening van de mestvergistingsinstallatie van het
WUR-praktijkcentrum Sterksel
Spreekpunten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, bij de opening van de mestvergistingsinstallatie van
het WUR-praktijkcentrum Sterksel op 28 juni 2006 in Sterksel
* Ik feliciteer WUR van harte met de aanwinst van deze
biogasinstallatie. Het is een goed voorbeeld van hoe de combinatie
van kennis, innovatie en praktijk tot goede resultaten leidt. Ik
was laatst zelfs in China om daar te vertellen hoeveel effect deze
al 100-jarige relatie tussen onderzoek en praktijk heeft.
* In het programma van vandaag staat dat ik u mijn 'visie op
vergisting in de agrarische sector' ga geven. Daar heb ik twintig
minuten de tijd voor.
* Ik heb er echter maar twintig seconden voor nodig. Ik vind de
mogelijkheid van covergisting een goede, duurzame ontwikkeling.
Ten eerste maakt het duurzaam gebruik van reststromen mogelijk.
Ten tweede maakt het de duurzame productie van energie mogelijk.
En ten derde is het een welkome extra mogelijkheid voor een
agrarische economische activiteit. Zo simpel is dat.
* De rest van de tijd wil ik graag benutten om u te vertellen wat ik
ga doen om covergisting op grote schaal toegepast te krijgen in
ons land. Uitgangspunt is dat ik het niet de taak vind van de
overheid om covergisting op te leggen of op te dringen. Het past
in mijn filosofie dat de overheid niet 'zorgt voor' de sector maar
'zorgt dat' de sector goed kan werken.
* Grootschalige toepassing van covergisting heeft goede kansen, want
de belangstelling is groot. Bijna achthonderd ondernemers hebben
investeringsplannen. En een aantal wil die plannen binnen twee
jaar realiseren. Ik verwacht dat het aantal installaties - nu een
stuk of dertig - volgend jaar de honderd zal passeren.
* Een extra steuntje in de rug van de overheid kan juist nu geen
kwaad. Dan gaat het niet alleen om LNV. Zo onderzoekt EZ op het
moment de mogelijkheden voor het stimuleren van groen gas. En
vrijwel elke provincie heeft een stimuleringsprogramma voor
energie uit biomassa.
* Dan mijn bijdrage. Binnen twee weken zal ik de positieve lijst met
stoffen die vergist mogen worden, uitbreiden met acht producten.
Drie daarvan zijn dierlijke bijproducten. Dat is dus een novum,
mede dankzij onze inspanningen om de Europese regelgeving
aangepast te krijgen. Want daardoor zijn de veterinaire risico's
binnen aanvaardbare grenzen.
* Met deze uitbreiding bevat de lijst nu 24 gewassen en 14 producten
uit de voedings- en genotmiddelenindustrie. Daar hoeft het niet
bij te blijven. Ik herhaal mijn oproep aan ondernemers om nieuwe
producten aan te melden voor beoordeling.
* Verder wil ik bedrijven in staat stellen de voordelen te benutten
van het vergisten van landbouwgewassen zonder dierlijke mest.
Daarom zal ik onder voorwaarden ontheffing verlenen aan
ondernemers die maïs, dus zonder dierlijke mest, willen vergisten
en als meststof willen afzetten. Daarnaast zal ik laten
onderzoeken of het niet mogelijk is om dat bij alle
landbouwgewassen te doen. De resultaten van die studie gebruik ik
bij het vereenvoudigen van de kwaliteitsregels van meststoffen per
1 januari 2007.
* Ook heb ik besloten dat mineralen uit de stoffen die meevergist
worden niet meetellen in de gebruiksnorm dierlijke mest, als de
ondernemer al het digestaat tenminste op het eigen bedrijf
gebruikt.
* Het is verder belangrijk dat we scherp krijgen waar we op lange
termijn tegenaan kunnen lopen en wat nodig is om van covergisting
een blijvend gebruik te maken. Daarvoor hebben we meer inzicht
nodig in bijvoorbeeld de ontwikkelingen van de technologie en de
markten voor energie, mest en reststromen. Daarom laat ik een
strategische studie uitvoeren, die al deze aspecten omvat. De
uitkomsten zijn bruikbaar voor zowel ondernemers als overheid.
* We moeten ook de samenwerking met onze Duitse collega's goed
benutten door te leren van hun ervaringen.
* Ik zal de onderwerpen covergisting en het gebruik van
kunstmestvervangers ook aankaarten binnen de Europese Commissie.
Ik ga mij sterk maken voor aanpassing van de regelgeving zodat
producten van dierlijke mest die uiteindelijk sterk lijken op
kunstmest, als kunstmest worden beschouwd.
* Tot slot nog een opmerking over het stimuleren van mestverwerking
in het algemeen. Ik heb besloten om de mestmarkt een last van de
schouders te nemen door voor de export van gehygiëniseerde vaste
dierlijke mest een uitzondering te maken op de verplichting om
AGR- en satellietvolgapparatuur te gebruiken.
* Tot zover mijn nieuwe plannen om covergisting te stimuleren. Het
is nu aan de ondernemer zelf om het gebruik van biogasinstallaties
en covergisting tot een succes te maken. Gezien de grote
belangstelling en de vele voordelen die eraan kleven voor zowel
ondernemers als samenleving, heb ik er alle vertrouwen in dat dit
zal lukken.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit