Toespraak tijdens het overhandigen van de 'Handreiking Kwaliteit Landschap'
aan de provincies
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman, uitgesproken door SG C.J. Kalden, tijdens het
overhandigen van de 'Handreiking Kwaliteit Landschap' aan de
provincies op 29 juni 2006 in Baarn
De wereld is mooi, schreef dichteres Marjoleine de Vos deze maand in
de NRC. En niet het geld, maar het geluk groeit volgens haar aan de
bomen. In de vorm van zondoorschenen blad aan takken, van witkanten
vlierschermen, van een zwartkop die tussen dat blad zit en zingt,
zingt, zingt.
En dan praat je nog niet over ver kunnen kijken, roepende
scholeksters, de geur van een pasgemaaid veld, het gerammel van een
trekker over de weg, mekkerende schapen, de nog groene tarwe op het
land.
Marjoleine Vos schreef niet zomaar een lofzang op het Nederlandse
landschap. Zij maakt met haar stuk ook een punt. Zij vraagt zich
namelijk af waarom dergelijke beschrijvingen van de geneugten van ons
landschap in onze oren toch allemaal zo nostalgisch klinken. Waarom
dit soort woorden in de ogen van veel mensen het tegenovergestelde
betekenen van vooruitgang en daadkracht. Wij ervaren de teloorgang van
die nostalgie weliswaar als een verlies, maar ook als een noodzakelijk
kwaad.
Vogels, riet en licht: dat is allemaal mooi voor dichters en
schilders, maar daar kan de kachel niet van roken. Zo lijken we in
Nederland steeds vaker over de inrichting van ons land te denken.
Maar dit is volgens Marjoleine Vos niet het Nederland van ooit.
Stilte, licht, landbouwgeluiden, weilanden, lucht en bomen horen
erbij. Ook vandaag. Het is er gewoon allemaal. Ruimte is ook een
waarde en draagt bij aan het geluk en welbevinden van mensen.
Met andere woorden: weilanden hoeven niet te concurreren met de
Maasvlakte. Die gaan heel goed samen in ons land.
Ik was erg getroffen door dat stukje. Het geeft in heel mooie woorden
weer hoe wij bij LNV over het landschap denken. Vanuit mijn functie
ervaar ik het platteland als meer dan mooi. Ik weet niet beter dan dat
boerenland, weilanden, silo's, schuren, dorpen en boerderijen niet
alleen fraai zijn, maar ook de plekken waar mensen hun geld verdienen,
waar de vitaliteit van het platteland vorm krijgt.
Ons landschap is niet alleen mooi, maar ook de plek waar wij ons
voedsel maken, waar we wonen, werken, ons voortbewegen, water bergen,
recreëren, enzovoorts.
De kunst is om al die belangen goed af te wegen. Als we om ons heen
kijken, naar de ellenlange linten van fantasieloze bebouwing langs de
snelwegen bijvoorbeeld, kun je bijna niet anders dan concluderen dat
in de afgelopen decennia te veel naar louter economische belangen is
gekeken. Zonder een algemeen beeld van wat we willen met ons
landschap. Gevolg was ad hoc planologie.
Wij staan nu voor de uitdaging een nieuwe, betere balans te vinden. En
om te beginnen moeten we mensen laten zien dat een bloeiende economie
en een mooi landschap elkaar niet in de weg hoeven te staan.
Een mooi landsschap heeft namelijk veel voordelen, die je ook in
economische waarden kunt vertalen. Groen, natuur, rust en ruimte zijn
goed voor onze gezondheid, we worden er gelukkig van, het komt
tegemoet aan onze behoefte om te recreëren. En zelfs mensen die
helemaal niets zien in het buitenleven, hebben baat bij een mooi
landschap. Want er zijn bijvoorbeeld aanwijzingen dat groen de
luchtkwaliteit kan verbeteren door het filteren van fijnstof. En het
komt uiteraard onze economie ten goede, omdat we alleen met een goed
woon-, werk en leefklimaat de hoogopgeleide bevolking voor langere
tijd aan een regio kunnen binden.
Minister Veerman beschrijft investeren in natuur en landschap dan ook
als 6 halen, 1 betalen.
Dat betekent niet dat we de bouw van hele nieuwe woonwijken en
bedrijventerreinen moeten blokkeren ter wille van één nest jonge
vogeltjes. Maar wel dat behoud, ontwikkeling en beheer van mooi
landschap en goede natuur hand in hand moeten gaan met onze
vooruitgang in de vaart der volkeren. En dat kan ook. Voorbeelden te
over. In het prachtige Groningen bijvoorbeeld, waar die beeldende
beschrijven van Marjoleine Vos hun oorsprongen hebben, verrijst nu
Meerstad. Overheid en bedrijfsleven ontwikkelen er een woon- en
werklocatie die samengaat met evenveel natuur en recreatieruimte. Een
sprekend voorbeeld van die nieuwe balans die wij voor ogen hebben.
Maar wat wij voor ogen hebben, dames en heren, dat is eigenlijk
helemaal niet zo belangrijk. Want die nieuwe balans vinden is immers
vooral een taak van gemeenten en provincies. Zij kennen het gebied -
en belangrijker nog: de mensen erin - het beste. Daarom zeggen wij,
het rijk: laten we decentraal doen wat kan, en alleen centraal regelen
wat moet. Ook en vooral als het gaat om ontwikkeling van natuur en
landschap. Daarmee laten we naar de stellige overtuiging van dit
kabinet de verantwoordelijkheid en het initiatief waar ze thuis horen.
Onze taak daarbij is de grote lijnen aangeven en de provincies en
gemeenten in staat stellen om hun werk zo goed mogelijk te doen. Hoe
kunnen wij - of beter: het rijk - provincies en gemeenten
ondersteunen?
Voorbeelden van invulling van grote lijnen zijn bijvoorbeeld de Nota
Ruimte van vorig jaar met de introductie van de Nationale
Landschappen.
Verder zorgen wij voor het beschikbaar stellen van kennis en
deskundigheid. Denk aan de inzet van de rijksadviseur voor het
landschap Dirk Sijmons, de evenementen die plaatsvinden hier op
Kasteel Groeneveld, zoals de ontwerpateliers, waar we op creatieve
manieren nieuwe ideeën over het Nederlandse landschap ontdekken. En de
website Landschap ontwikkelen met kwaliteit, waarop provincies en ook
gemeenten goede ideeën op kunnen doen.
Tot slot is het ook een taak van het rijk om, heel concreet, antwoord
te geven op uw vragen als regionale en lokale bestuurders. Daarom
overhandig ik deze Handreiking Kwaliteit Landschap vandaag aan u. Dit
zijn de antwoorden op uw Frequently Asked Questions: over rollen en
verantwoordelijkheden, over kernkwaliteiten, financiering, wetten en
regels en agendering. Maar vooral ook staan in dit werkstuk goede,
praktische voorbeelden.
Deze Handreiking wordt binnenkort aangevuld met de Agenda Kwaliteit
Landschap, waarin we op basis van toekomstige opgaven en
transformaties, nieuwe instrumenten voor het landelijk gebied
voorstellen. Samen vormen deze documenten de Kwaliteitsagenda
Landschap, die u kunt zien als de gebruiksaanwijzing voor het
landschap van het rijk aan de provincies.
Tot slot, dames en heren, vind ik het ook een duidelijke taak van het
rijk om de discussie over landschap in ons land levend te houden. Of
misschien beter: tot leven te wekken.
De minister van LNV gaat het komende jaar in gesprek over het
landschap, met alle betrokkenen. Denk daarbij niet alleen aan andere
departementen en de mensen die betrokken zijn bij het
Landschapsmanifest. Want ik wil ook in gesprek met mensen, die op het
eerste gezicht niet zoveel met de onderwerpen landschap en landbouw te
maken hebben. Wat verwachten zij van het rijk en provincies? Hoe zien
zij het Nederland van de toekomst?
Ook de Agenda Kwaliteit Landschap zal daarbij ter sprake komen. Zijn
wij op de juiste weg naar een nieuwe balans? Bij LNV willen wij wel
eens horen hoe Nederland daarover denkt.
Ons landschap is tenslotte van 16 miljoen mensen. Als we onze wereld
mooi willen houden, dan moeten we met z'n allen bepalen hoe.
Ik dank u voor uw aandacht.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit